Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.7, 2017

22 REPORTAGE DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION SEPTEMBER 2017 “ We zijn niet aangepast aan ons huidige dieet” TEKST: KRISTIN HÜBNER, DTI Tanden zeggen meer dan veel mensen denken. In haar boek What Teeth Reveal About Human Evolution (Cambridge University Press, 2016), beschrijft antropologe prof. Debbie Guatelli-Steinberg wat fossiele tanden onthullen over de geschiedenis en leefomstandigheden van onze voorouders. Zoals dat het vele zachte en zoete voedsel dat we tegenwoordig consumeren, de oorzaak is van de gestage toename in tandproblemen zoals tandbederf en malocclusie. Dental Tribune Online vroeg de hoogleraar van Ohio State University naar ons voedingspatroon en de impact die haar onderzoek kan hebben. U bestudeert fossiele tanden om een licht te werpen op de leefom- standigheden van onze voorou- ders. Wat kunnen tanden ont- hullen over het leven vroeger en de evolutie van de mens? Tanden vormen het grootste deel van het fossiele nalatenschap van zoogdieren. Hetzelfde geldt voor de menselijke evolutie. De reden is dat tanden sterk zijn gemineraliseerd en daardoor bestand zijn tegen ver- nietiging en ontbinding. Dat tan- den vaak verstenen, is uitermate handig voor fysisch antropologen, omdat tanden in hun fysieke en chemische structuur gedetailleer- de informatie bij zich dragen over dieet en groei. Het boek is bedoeld om evolutionaire inzichten samen te voegen die onderzoekers hebben verzameld aan de hand van tan- den. Zoals dat het menselijke dieet diverser werd in de vroege ontwik- keling van de mens, wat het voor ons nageslacht mogelijk maakte om wisselingen in de beschikbaar- heid van voedsel te overleven. Aan de hand van dagelijkse groeilijnen op tanden zijn onder- zoekers in staat geweest te bere- kenen hoelang het duurt voordat tanden zich ontwikkelen en door- komen in de mondholte. Omdat de ontwikkeling van het gebit is ge- linkt aan de ontwikkeling van een organisme als geheel, was het mo- gelijk het tempo van gebitsgroei en ontwikkeling te gebruiken als ijk- punt voor de evolutie van de relatief lange kindertijd die de mens uniek maakt in vergelijking met andere primaten. Het is zelfs mogelijk om groeilijnen in tanden te gebruiken om de groei en duur van verstoring van glazuurgroei te beoordelen. Zo krijgen we inzicht in perioden van fysiologische stress (ondervoeding, ziekte) in de individuele levens van onze voorouders. Veel van mijn on- derzoek gaat hierover. Hoe ontstond uw interesse in dit onderzoeksveld? Ik heb altijd al interesse gehad in de menselijke evolutie en non- humane primaten. Toen ik begon met mijn promotietraject aan de University of Oregon, ontmoette ik professor John Lukacs. Hij ge- bruikte tanden om vragen rond deze onderwerpen te beantwoor- den. Het leek me erg fascinerend dat je zoveel kunt afl eiden uit fos- siele tanden. Hoe decodeer je informatie die opgeslagen zit in fossiele tanden? Je kunt informatie halen uit de groeicijfers en ontwikkeling van tanden, of uit de vormleer ervan, maar die informatie vereist een bredere context voor interpreta- tie. Bijvoorbeeld, de eerste perma- nente kiezen komen bij de mens door rond de leeftijd van zes jaar, maar dat zegt weinig totdat je dit vergelijkt met andere zoogdieren, met name non-humane primaten. Honden groeien snel op en hun eerste permanente tanden komen door na zes maanden. Ze worden ook sneller volwassen en gaan veel eerder dood dan wij, hetgeen spij- tig is voor hondenbezitters. Chim- pansees krijgen hun eerste kiezen pas rond de leeftijd van vier jaar en lijken niet zo’n lange levensduur te hebben als mensen. In andere woorden weerspiegelt de snelheid van gebitsontwikkeling de ont- wikkelingssnelheid van de soort, maar dat weten we pas wanneer we mensen vergelijken met andere primaten. Zo werkt het ook voor fossiele tanden: we hebben een bredere vergelijkende context no- dig om de aanwijzingen die ze ons geven, te zien. In uw boek zegt u dat onze tan- den zijn aangepast aan een heel ander dieet dan dat in onze hui- dige westerse samenleving. Wat bedoelt u hiermee? In het grootste deel van onze evo- lutionaire geschiedenis – tot aan de opkomst van de agricultuur zo’n 10.000 jaar geleden – waren wij mensen jagers en verzamelaars. Aan dat type voedsel hebben onze tanden zich aangepast. Met de opkomst van de agricultuur, en in het bijzonder de recente introduc- Hoogleraar Debbie Guatelli-Steinberg beschrijft in haar nieuwe boek wat fossiele tanden onthullen over de geschiedenis en de leefomstandigheden van onze voorouders. (foto: Debbie Guatelli-Steinberg) tie van bewerkt voedsel en voedsel met veel suikers in ons dieet, ont- stond er een enorme toename in dentale malocclusie en pathologie. In wezen zijn we niet aangepast aan ons huidige dieet, aangezien deze dieetveranderingen vrij re- cent in onze evolutionaire geschie- denis hebben plaatsgevonden. Zijn de huidige gebitsproblemen, zoals de hoge prevalentie van ca- riës en tandvleesaandoeningen, door de mens veroorzaakte evo- lutionaire ontwikkelingen? Er is weleens tandheelkundige pa- thologie gevonden bij zeer oude hominine fossielen, maar dat was slechts het geval bij een handvol individuen. Dus ik zou zeggen dat, hoewel tandheelkundige patholo- gie al vroeg in de menselijke evolu- tie voorkwam, dit niet in de buurt komt van de huidige frequentie. Hoe komt dat? Als ik bedenk dat er geen tandartsen waren, of zelfs geen producten voor mond- hygiëne, kan ik me voorstellen dat onze voorouders als twinti- gers al geen tanden meer over hadden. Door het zachtere, cariogene voedsel dat wordt gegeten in een landbouwdieet, is het klimaat van bacteriën in de mond veranderd. Dr. Christina Adler, onderzoek- ster aan de University of Adelaide, heeft met haar collega’s bacterieel DNA vergeleken van tandsteen van enerzijds jagers-verzamelaars en anderzijds van vroege Europese landbouwers. Door deze verande- ring in de mondomgeving, en later door de productie van bewerkte suiker tijdens de industriële revo- lutie, bleek de diversiteit van de mondfl ora af te nemen. Hierdoor gingen bacteriestammen over- heersen die cariës veroorzaken. In wezen is de mondomgeving zo veranderd dat er voor cariësver- oorzakende bacteriestammen een optimale situatie is ontstaan om te fl oreren. Hoe zit het met primitieve stam- men die grotendeels onaange- tast zijn gebleven door de civili- satie? Is de status van hun mond signifi cant beter dan die van mensen in industriële gebieden? Als mensen die eerst geen di- eet volgen van westers, bewerkt en gezoet voedsel, dit ineens wel gaan doen, zie je een stijging in tandaandoeningen in die groep. Inheemse Eskimo’s hadden heel weinig cariës totdat zij te maken kregen met bewerkt voedsel en gezoete frisdrank, waarop de inci- dentie van cariës onder de bevol- king drastisch steeg. Borstvoeding voor optimale ora- le mechanische stimulatie zorgt voor een normale ontwikkeling van de kaak. Zou de afname in borstvoeding kunnen betekenen dat kinderen van nu een grotere kans hebben om malocclusie te ontwikkelen en orthodontische behandeling nodig te hebben? Dat is een heel goede vraag. Omdat ik geen tandarts ben, heb ik geen goed antwoord! Ik kan wel vertel- len dat prof. Robert Corruccini’s vernieuwende, experimentele on- derzoek naar bavianen, die zelden malocclusies vertonen, aantoonde dat zachte diëten leiden tot elkaar verdringende en roterende tanden. In wezen was de botgroei in de kaak van de baviaan, zonder hard of taai voedsel, onvoldoende om plaats te bieden aan de tanden van het dier. Welke rol spelen genen in beïn- vloeding van tanden, mondge- zondheid en kaakontwikkeling? Aangezien evolutie een proces is van honderden of duizenden jaren, is het waarschijnlijk on- mogelijk om eenvoudigweg door het volgen van een bepaald dieet ineens de tijd terug te kunnen draaien. Uiteraard speelt genetica een rol. Sommige mensen zijn vatbaarder voor mondaandoeningen dan an- deren, maar wat iemand eet speelt ook een rol. Wat dat betreft is er geen perfect dieet, maar diëten met weinig suiker en het eten van taai voedsel dat de kaakgroei bij kinderen kan stimuleren, kunnen ervoor zorgen dat onze tandproble- men minder worden.

Pages Overview