Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.4, 2017

16 REPORTAGE/FEUILLETON DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION MEI 2017 Vervolg van pagina 15 Spanningsopbouw “Ik ben toch niet te veel aan het praten, hè?” vraagt Eijkman hal- verwege ons interview met enige zelfspot. Boeiend over zijn vak ver- tellen kan hij als geen ander. Ook schrijven was altijd al een passie voor de vroegere hoogleraar. Zo verzorgde hij talloze bijdragen voor NRC Handelsblad en het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. In Tanden en misverstanden han- teert Eijkman een andere vertel- toon. Hij schreef de verhalen in een koele, registrerende stijl, waarin de spanning geleidelijk wordt opge- bouwd naar een vaak onverwachte wending. Hoe heeft hij zich hier- voor laten inspireren? “Op de eerste verhalen kreeg ik als commentaar dat ik meer een feitenschrijver ben dan een fictieschrijver. Zelf ben ik een groot liefhebber van korte literaire verhalen, dus ben ik me gaan verdiepen in hoe auteurs als William Somerset Maugham en Ernest Hemingway personages introduceerden en hun verhalen onvergetelijk maakten. Daar heb ik veel van geleerd, maar het blijft ontzettend moeilijk om een goed kort verhaal te schrijven.” Tandartsverhalen zoals deze be- stonden vermoedelijk nog niet in het Nederlandse taalgebied. Juist daarom wilde Eijkman de verhalen graag vertellen. Voor collega-tand- artsen, maar juist ook voor buiten- staanders die zich afvragen wat er achter de deur van de praktijk- kamer zoal kan voorvallen. Kippenvel Lezers van Dental Tribune konden al enkele verhalen lezen in een feuilleton achter in de krant, in feite voorpublicaties van zijn boek. Eijkman kreeg er vele reacties op. “Die waren allemaal positief. Maar als ze het rotverhalen vonden, zou- den ze het niet zeggen natuurlijk,” vertelt hij lachend. ‘Een gedenk- waardige avond in Seattle’, over een mystiek weerzien van een Finse tandarts met haar overleden dochtertje, bezorgde veel lezers kippenvel. “Maar ook op ‘Getto’ werd ik veel aangesproken,” aldus Eijkman. “In dit verhaal vertelt een Poolse collega indringend over zijn traumatische ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Toen ik ech- ter begon over de oorlog die elders in de wereld tegen de Japanners werd gevoerd, had hij geen idee waarover ik het had. Hij deed het zelfs af als onzin. Heel merkwaar- dig.” Een favoriet verhaal van Eijk- Bizarre verhalen uit een tandartskamer Michiel A.J. Eijkman T a n d e n e n m i s v e r s t a n d e n 8 De cover van de verhalenbundel Tanden en misverstanden. man zelf is ‘De Hongaar’. “Dat was mijn eerste patiënt, en die vergeet je nooit. Bovendien was het even onverwacht als schokkend wat er gebeurde toen hij na de laatste be- handeling zijn pruik afdeed.” ‘De heer Z.’, dat u hieronder kunt lezen, betrof een casus van een collega van Eijkman die ook in het NTvT is behandeld. In dit ver- haal stelt een verrassende onthul- ling over een patiënt diens tand- arts voor een moreel dilemma. In het algemeen heeft Eijkman vooral verbazing geoogst met zijn verhalen. “Kennissen hadden niet verwacht dat ik deze verhalen zou schrijven, maar ze verbaasden zich er ook over dat je dit allemaal in een tandartspraktijk kunt tegen- komen. Het beeld is toch dat je bij een tandarts alleen met je mond open zit, omdat hij anders niet kan werken.” Inleven in de patiënt Want ook dat wil Eijkman met zijn boek laten zien: dat de tandheel- kunde een boeiend en ook heel menselijk vak is, en zoveel meer inhoudt dan in de monden van pa- tiënten werken. “Ik vermoed dat tandartsen, vanwege de regelmaat van de periodieke controles, meer patiënten met een psychiatrische achtergrond zien dan huisartsen. Als je oog hebt voor de menselijke kant, kun je enorm veel betekenen voor patiënten. Dat hebben tand- artsen vaak niet door.” Niet alleen op psychologisch vlak, maar ook voor een passender behandelplan en dus een beter resultaat. “Anno 2017 weten tandartsen gelukkig veel meer dan toen ik af- studeerde,” vindt Eijkman. “Het vak is in de loop der jaren ongeloof- Adequate gespreksvoering hoort bij goede klinische tandheelkunde lijk geëvolueerd en daardoor veel uitdagender en veelzijdiger ge- worden.” Toch ziet hij ruimte voor verbetering. “Als we de mondzorg nog beter willen maken, zouden we meer tijd kunnen besteden aan uitvragen wat de patiënt écht wil en verwacht van de behandeling. Zeker bij grote ingrepen, zoals een parobehandeling of esthetische constructies. Ook in de opleiding zou deze aanpak kunnen werken. Ik ben ervan overtuigd dat je door storytelling een casus veel beter kunt presenteren, zeker bij bijzondere patiënten, dan door het oplepelen van dorre feiten. Of het nu om het onderwijs of de praktijk gaat: je hebt goede verhalen nodig.” 9 De heer Z. Ik weet dat dit een vreemd ver- haal is. De tandarts die mij deze geschiedenis vertelde was het daarmee eens. Soms wordt een gebeurtenis in de tandartsen- praktijk duidelijk als je erover schrijft, met de zwakke hoop dat je daardoor gaat begrijpen wat de achtergrond is van mensen die in je praktijk komen en je vragen of je hen kunt behandelen. Ook al heb ik me in de loop der jaren re- delijk in de psychologie verdiept, het gedrag van deze patiënt kan ik nog steeds moeilijk doorgronden. Op een dag, in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, verscheen een ongeveer zestig jarige man in de praktijk van mijn collega. Hij was lang, met een gezicht dat geelachtig oogde. Zijn grijze haren vielen over zijn kleine, bruine wenkbrauwen. Zijn ogen waren samengeknepen, de trekken in zijn gezicht scherp uit- gesneden. Vanwege verblijf in het buitenland had de man ruim twee jaar geen tandarts meer bezocht. De behandelkaart en röntgen- foto’s van zijn vorige tandarts was hij kwijtgeraakt. Soms had hij last van kiespijnen en zijn tandvlees bloedde als hij zijn gebit borstelde. Hij wilde dat zijn mond optimaal zou worden opgeknapt en wel zo snel mogelijk. Over de kosten hoefde de tandarts zich geen zor- gen te maken, wel wilde hij een nauwkeurig opgestelde begro- ting. Op de vraag van de tandarts of hij problemen met zijn gezond- heid had en medicijnen gebruik- te, antwoordde de man negatief. Soms had hij rug- en nekklachten, maar daarover maakte hij zich geen zorgen. Een uitgebreid mondonder- zoek en het bestuderen van rönt- genfoto’s wees uit dat een aantal kronen en bruggen aan vernieu- wing toe was en dat het tandvlees en kaakbot eerst in een gezonde situatie dienden te worden ge- bracht. De collega stelde een ge- faseerde aanpak voor en begrootte de kosten op zo’n 15.000 gulden, inclusief de techniekkosten. Als er geen onverwachte gebeurte- nissen zouden plaatsvinden, zou het hele traject na ongeveer zes maanden worden afgerond. In de twee maanden na het intakegesprek verliep het herstel van tandvlees en kaakbot van de man goed, zodat werd begonnen met de geplande kronen en brug- gen op de aangetaste tanden en Toen hij informeerde waarom zij dat wilde weten, zag hij tot zijn verbazing dat de vrouw in tranen was. Zij vertelde dat haar schoon- zoon in een terminaal stadium verkeerde en ondraaglijke pijnen had. Hij was de laatste twee jaar diverse malen aan maligniteiten in het maag-darmstelsel geope- reerd, echter zonder succes. Uit- eindelijk hadden de artsen verteld dat verder opereren zinloos was. Niemand buiten de familie was op de hoogte van zijn ziekte. Zij schaamde zich dat zij zo emoti- oneel was geworden en zich had versproken. De schoonmoeder verzocht mijn collega met geen woord over de kwestie te reppen. De tandarts was geschrokken van de onverwachte mededeling en vroeg zich af of hij wel kon doorgaan met de eigenlijk zinloze Kon de tandarts wel doorgaan met deze zinloze behandeling? kiezen. De man liet zich goed be- handelen, maar de heer Z. toonde zich ongeduldig en drong steeds aan op meer vaart in de behande- lingen, hoewel hij begrip had voor het tijdrovende karakter van het traject. Toen de behandeling van de immer ongeduldige man on- geveer drie maanden op streek was, kwam diens schoonmoeder, ook een patiënt van mijn collega, langs voor een controlebezoek. Zij vroeg hoe de behandeling van haar schoonzoon verliep. De collega, die niet graag over zijn patiënten sprak, ook niet tegen hun familieleden, hield zich op de vlakte en zei alleen dat de be- handeling voorspoedig verliep. tandheelkundige behandeling. Deze afweging hield hem weken- lang bezig. Waarom had de heer Z. hem niet verteld dat hij kan- ker had? Had de man het bericht van de specialisten niet verwerkt en hadden zij hem wel goed op- gevangen toen hij de verschrik- kelijke mededeling te horen had gekregen? Hij raadpleegde zijn vrouw wat zij in zijn plaats zou doen, maar ook zij kon geen ant- woord op zijn vragen geven. Kennis van de medische situ- atie van een patiënt is voor een tandarts van essentieel belang bij het plannen en uitvoeren van grote behandelingen, zo rede- neerde mijn collega. De wetgever had bepaald dat tandartsen een informatieplicht tegenover hun patiënten hebben. Maar evenzeer geldt dat zo’n patiënt een derge- lijke verplichting heeft tegenover zijn behandelend tandarts. Daar- in was de heer Z. tekortgeschoten, concludeerde hij. Een opmerking van zijn vrouw had mijn collega-tandarts uit- eindelijk geholpen bij zijn afwe- ging. Zij merkte op: waarom zou hij de heer Z. niet afbehandelen, als dit nu eenmaal diens uitdruk- kelijke wens was? Voor de heer Z. was de grote behandeling ken- nelijk niet zinloos, dus waarom zou hij als tandarts oordelen dat dat wél zo was? Aldus besloot de collega de behandeling voort te zetten. Wel nam hij zich voor dat, mocht de heer Z. een opmer- king maken over zijn feitelijke situatie, er in onderling overleg een nieuw behandelvoorstel zou worden gemaakt. De heer Z. liet echter, ondanks de voorzichtige pogingen van de tandarts om een gesprek te beginnen, niets over zijn slechte gezondheidssituatie blijken. De tandarts slaagde erin om binnen de gemaakte afspraak van zes maanden de ingrijpende gebitsrestauratie te voltooien. Patiënt Z. toonde zich hierover zeer gelukkig. Vijf maanden later overleed hij. Op de vraag waarom hij zijn gebit tijdens zijn termi- nale ziekte zo uitgebreid en kost- baar liet behandelen, moesten en moeten wij het antwoord schul- dig blijven. De menselijke geest kan een onuitputtelijke bron van raadsels zijn. De verhalenbundel Tanden en mis- verstanden – bizarre verhalen uit een tandartskamer is vanaf 19 mei te bestellen bij uw (online) boekhandel. Prijs 19,95 euro, ISBN: 978 90 8240 9468.

Pages Overview