Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.1, 2017

INTERVIEw 5 “Het is hoog tijd voor een revolutie in de tandheelkunde” James Huddleston Slater sr. over het mondzorgsysteem TEKST EN FOTO’S: BEN ADRIAANSE Regelmatig ontsnapt James Huddleston Slater sr. een zucht als hij het tandheelkundige cursusaanbod bekijkt. Zoveel training in ingewikkelde reparatiebehandelingen, terwijl nauwelijks aandacht is voor hetgeen al die ellende kan voorkomen: preventie! De tandarts in ruste heeft ook voorbij de pensioengerechtigde leeftijd helder voor ogen wat er in de mondzorg verkeerd gaat en hoe het beter kan. Met de verkiezingen in zicht heeft Huddleston Slater ook een boodschap voor de politiek. Een bezoekje aan zijn historische woning in Tricht werd een inspirerende halve middag. Tijdens uw carrière bent u uitgegroeid tot ‘preventie­ goeroe’. Maar moeten we het vandaag wel over preventie hebben, nu iedereen in de mondzorg praat over taak­ herschikking, verzekeraars en het tariefsysteem? Juist nu! Ik zeg altijd maar: bij per­ fecte preventie valt er bijna niets meer te verzekeren. De risico’s die overblijven zijn wat nu valt onder bijzondere tandheelkunde en on­ gevallen. Wat niet kapot gaat, hoef je ook niet te repareren. De mond­ zorg kost in Nederland drie miljard euro per jaar, waarvan ruim 70% een relatie heeft met cariës! Als we geld willen besparen in de zorg, is effectieve preventie een kansrijke post. Vrijwel iedere restauratie is immers mislukte preventie. Het is merkwaardig dat voor de voorkoming van een veel voorko­ mende en kostbare gedragsziekte zo weinig aandacht is. In tandheel­ kundige nascholing wordt gefocust op de meest ingewikkelde en tech­ nische reparatiebehandelingen, maar cursussen over het voorkó­ men van die problemen vind je vrij­ wel alleen bij het Ivoren Kruis. Ook wordt er weinig onderzoek naar ge­ daan. Dan vraag ik me af: is er niets aan te verdienen, is het niet sexy? en stokeren. Ook de richtlijn dat je elk halfjaar naar de tandarts moet is volkomen obsoleet. De een kan volstaan met eens per twee jaar naar de tandarts, de ander iedere twee maanden. We moeten af van het idee dat de tandarts het wel voor de patiënt oplost. Voor een goed gebit moet je zelf zorgen, niet de tandarts! Vijf jaar geleden stelde u in Dental Tribune dat de mond­ zorg onbetaalbaar en ontoe­ gankelijk dreigt te worden als er niet meer nadruk op preventie komt. Is er sinds­ dien veel veranderd? Helaas niet. Het proefschrift van Erik Vermaire (over de preventie van cariës bij kinderen en daarmee over het optimaliseren van een kos­ teneffectieve mondzorg, red.) vond ik baanbrekend, want het laat zien waar een hoge mondzorg kwaliteit in zit. De cursussen over preven­ tie van het Ivoren Kruis zitten vol, maar de goede intenties vertalen zich nog niet naar het systeem en de praktijk. De politiek stimuleert het niet, de zorgverzekeraars niet, en dan is het de vraag hoeveel je Of is het common sense? Is nascholing over preventie wel nodig? Veel tandartsen en mondhygiënisten denken prima te weten hoe je een patiënt voorlicht en begeleidt. Die nascholing is nodig, al is het maar om de heersende manier van denken te veranderen. Nog steeds hoor of lees je weleens voorlichting die uit de jaren vijftig van de vorige eeuw lijkt te komen. “Goed poet­ sen hoor,” daar blijft het vaak bij. Terwijl we allang weten dat alleen individuele begeleiding effectief is: coaching op maat op basis van wat een tandarts bij een specifieke patiënt in de mond ziet. Met een vage aansporing krijg je een lakse patiënt echt niet aan het poetsen Met vage aansporingen krijg je een lakse patiënt niet aan het poetsen Biografie James Huddleston Slater sr. had als tandartszoon meer dan veertig jaar een sterk op preventie gerichte praktijk in Utrecht, waar hij in 2011 afscheid nam. Daarnaast werkte hij parttime bij de afdeling Prothetische tandheelkunde van de Rijksuniversiteit Utrecht en in Psychiatrisch Ziekenhuis Coudewater. Hij was jarenlang voorzitter van DHIN – waar hij nog steeds een adviserende rol heeft – en werkte in Kenia en Nepal. Zijn laatste jaren aan de stoel werkte hij in zijn praktijk samen met zijn zoon, dochter en schoonzoon. Gedurende 31 jaar was hij adviserend tandarts bij diverse zorgverzekeraars, laatstelijk bij VGZ. Ook had hij zitting in verschillende commissies en afdelingsbesturen van de toenmalige NMT. tandartsen kunt verwijten. Geld stuurt nu eenmaal. Krijgen tandheelkunde­ studenten in de opleidingen voldoende bagage over effec­ tieve preventie mee? Enige kennis over preventie is er, maar de meeste ervaring wordt in de opleiding toch opgedaan met boren. Ook daarna wijzen alle omstandigheden helaas in de richting van reparatieve tandheel­ kunde. Het tariefsysteem beloont nog steeds curatieve tandheel­ kunde, bij veel bestaande praktij­ ken staat preventie nog in de kin­ derschoenen en banken willen bij startende tandartsen bij voorkeur een hoge verwachte omzet zien. Dure reparatiebehandelingen dus. Bovendien hebben sommige pati­ enten er weinig begrip voor als je bijvoorbeeld poetsvoorlichting in rekening brengt. Zij denken dat cariës er ‘nu eenmaal bij hoort’, terwijl het in feite een gedrags­ ziekte is. Het vergt kortom heel wat door­ zettingsvermogen om – tegen de stroming in – je nek uit te steken en op preventie in te zetten. Ge­ lukkig zijn er de eerste signalen dat geldschieters zich laten over­ tuigen door het argument ‘duur­ zaamheid’: een op preventie ge­ richte praktijk zorgt voor tevreden patiënten die terugkomen. Maar momenteel is ondernemen met preventief oogmerk financieel ge­ zien nog steeds een risico. Dat is jammer en kwalijk. Als je daardoor meegaat in de mindset van het re­ pareren, is het lastig om later in je carrière die knop om te zetten. Hoe kunnen we de mondzorg zo organiseren dat de behan­ delaar financieel profiteert van effectieve preventie? Binnen de M­codes is het lang­ zaamaan al mogelijk om preventie financieel weg te schrijven. Maar stakeholders (overheid, mondzorg­ werkers, zorgverzekeraars) zouden een succesvol preventief beleid op zich ook kunnen honoreren, en iets van de honorering bij de curatieve zorg weghalen. Zo kun je financieel neutraal een prikkel naar preventie geven. Lees verder op pagina 7 DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION FEBRUARI 2017

Pages Overview