Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.1, 2017

wETENSCHAp 15 vervorming onderhevig. De onderzoekers benadrukken dat in de afgelopen jaren een aantal DNA­vrijstellingen hebben plaats­ gevonden voor personen die waren veroordeeld op basis van onjuiste identificatie aan de hand van bijt­ sporen. Verschillende onderzoeken naar onterechte veroordelingen wijzen uit dat de forensistiek, na foutieve ooggetuigenverklarin­ gen, de grootste bron is van vals of misleidend bewijs dat heeft bijge­ dragen aan onterechte veroorde­ lingen. Volgens de wetenschappers behoren de foutpercentages van fo­ rensisch tandartsen tot de hoogste van alle forensische identificatie­ technieken die nog steeds worden beoefend. De American Board of F orensic Odontology voerde een studie uit naar de betrouwbaarheid van het oordeel van ervaren, gecertifi­ ceerde forensisch tandartsen. On­ derzoekers selecteerden honderd foto’s van verdachte bijtwonden bij concrete gevallen en vroegen 38 forensisch odontologen de foto’s en verwondingen te onderzoeken. Achteraf moesten de forensische tandartsen drie vragen beantwoor­ den: Is er voldoende bewijs in het materiaal aanwezig om te bepalen of de verwonding een menselijke bijtafdruk is? Is het een mense­ lijke bijtafdruk, geen menselijke bijtafdruk, of kan het duiden op een menselijke bijtafdruk? Heeft de bijtafdruk herkenbare, identi­ ficeerbare randen en individuele tandafdrukken? Bij slechts 14 van de 100 gevallen gaf ten minste 80 procent van de tandartsen dezelfde antwoorden op alle vragen. “De claims van de forensische tandheelkunde hebben decennia­ lang de empirische toetsing ontlo­ pen. In plaats van de beweringen van het veld te bevestigen, heeft recent onderzoek, zoals beschre­ ven in het artikel, laten zien dat de fundamenten van gebitsiden­ tificatie onbetrouwbaar zijn,” zo concludeerden de onderzoekers. Ze adviseren rechters om foren­ sisch onderzoek zorgvuldiger te onderzoeken en dringen er bij de wetenschappelijke gemeenschap op aan om het onderzoek naar fo­ rensische technieken uit te brei­ den, inclusief de identificatie van bijtsporen. (bron: Dental Tribune Interna tional) Vervolg van pagina 14 “Een evidence­based evaluatie van forensische technieken is pas recentelijk aangemerkt als nood­ zakelijk om wetenschappelijke claims te onderbouwen – ongeveer een eeuw te laat,” zegt hoofdauteur dr. Michael Saks, hoogleraar psy­ chologie en rechten aan de Arizona State University. “Identificatie aan de hand van het gebit is nu het centrale punt van zorg geworden.” Forensisch tandartsen beweren dat ze een bijtafdruk nauwkeurig kunnen koppelen aan een enkele, unieke reeks tanden die de beet op de plaats delict hebben gemaakt. De auteurs stellen echter dat er geen harde bewijzen zijn die deze claim ondersteunen. Bijtsporen op de plaats delict bevatten slechts be­ perkte tandheelkundige informatie, omdat in de afdruk meestal maar een gedeelte van het gebit te zien is. Bovendien is de tandheelkundige informatie vaak niet duidelijk of ac­ curaat, aangezien het ‘opnameme­ dium’, de huid en het vlees van het slachtoffer, elastisch is. Bovendien is het ten tijde van of na de beet aan Bruxisme verdrievoudigt kans op implantaatfalen MALMÖ, ZWEDEN Meer dan een miljoen mensen wereldwijd heb­ ben last van bruxisme, een aandoe­ ning die flinke gebitsschade kan veroorzaken. Ook implantaten bij deze patiënten lopen het gevaar te beschadigen, blijkt uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Malmö. Bruxeerders hebben een drie keer zo hoog risico op implan­ taatfalen als patiënten zonder deze vorm van temporomandibulaire disfunctie. Om het verband tussen implan­ taatfalen en bruxisme in kaart te brengen, hebben de Zweedse on­ derzoekers de gegevens van 3549 implantaten bij 994 patiënten ge­ analyseerd. Van deze groep leden 56 patiënten (met in totaal 185 im­ plantaten) aan bruxisme. In de ge­ hele groep werd bij 179 implantaten ‘implantaatfalen’ gerapporteerd. De onderzoekers vonden bij patiën­ ten met bruxisme een risico op im­ plantaatfalen van 13 procent, bij pa­ tiënten die niet bruxeerden was dat 4,6 procent. Bruxisme verdrievou­ digde dus het risico op verlies van het implantaat. De analyse toonde verder aan dat bruxisme vaker voorkomt bij mannen en dat korte en brede implantaten vaker ver­ loren gaan. Andere risicofactoren geassocieerd met implantaatfalen waren roken, diabetes mellitus type 1, medicatiegebruik voor hoog cho­ lesterol of hyper thyroïdie, gebruik van antidepressiva en gebruik van protonpompremmers. Op basis van dit onderzoek valt te concluderen dat bruxisme een verhoging van het risico op implan­ taatfalen geeft. Wel benadrukt het onderzoeksteam dat bij het zoeken naar de onderliggende oorzaak van een onsuccesvolle implantatie ook de andere risicofactoren moeten worden meegewogen. (bron: Dental Tribune Interna­ tional) IDENTIEK Sequentie • Materiaal • Geometrie/Dimensie • Motorinstellingen ANDERS Warmtebehandeling • Goudkleurig VERBETERD Flexibiliteit • Resistentie tegen cyclische vermoeidheid • Tastbaar gevoel • Veiligheid 6764_DS-PRE_PTG_Adv_A4_NL.indd 1 16-12-16 11:17 DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION FEBRUARI 2017

Pages Overview