Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.1, 2017

van een hoogvisceus composiet op grond van de lagere e­module (door het lagere vullichaamgehal­ te) als buffer resp. ‘stress breaker’ kan fungeren. Hierdoor moeten de negatieve effecten van de polyme­ risatiekrimp bij het plaatsen van de vulling en de inwerkende krachten tijdens de klinische gebruiksduur (bijv. occlusale kauwbelasting) wor­ den verminderd.41­53 Uit patiënt­ onderzoeken kon echter geen sig­ nificant positieve invloed van de ‘lining­techniek’ op de klinische prestaties van composietvullin­ gen bij laterale elementen worden aangetoond.54­60 Het flowable vul­ lingmateriaal werd 20  seconden met een polymerisatielamp (licht­ intensiteit >  500  mW/cm²) uitge­ hard (afb. 14). Bij de controle blijkt de dunne, belletjesvrije bekleding van de caviteitbodem (afb. 15). Bij de volgende stap werd het mesiale approximale vlak compleet tot en met de hoogte van de rand­ verdikking met Admira Fusion opgebouwd (afb. 16); het ormocer­ composiet werd hiervoor met een nieuw, als modelleerinstrument gebruikt microborsteltje zorgvul­ dig aangepast (afb. 17). Het vulling­ materiaal werd 20  seconden met een polymerisatielamp (lichtin­ tensiteit > 500 mW/cm²) uitgehard (afb. 18). Door de opbouw van het mesiale approximale vlak werd de oorspronkelijke klasse­II­caviteit omgezet in een ‘effectieve klasse­ I­caviteit’ en werd het niet langer benodigde matrijssysteem verwij­ derd (afb. 19). Dit vergemakkelijkt tijdens het verdere behandelings­ verloop de toegang tot de caviteit met handinstrumenten voor het vormen van de occlusale structu­ ren en maakt door de verbeterde zichtbaarheid van het te behande­ len gebied een betere visuele con­ trole mogelijk van de daarna aan te brengen materiaallagen. Met het tweede increment Admira Fusion (afb. 20) werd de gehele caviteit­ bodem glad gemaakt om voor de aansluitende vormgeving van de occlusale anatomische structuren een uniforme maximale laagdikte van 2  mm vulmateriaal te garan­ deren (afb. 21). Het vulmateriaal werd opnieuw 20  seconden gepo­ lymeriseerd (afb. 22). Tijdens het sequentieel aanbrengen van de knobbels werden eerst de mesio­ linguale knobbel (afb. 23 en 24), dan de mesio­buccale knobbel (afb. 25 en 26), gevolgd door de disto­lingu­ ale knobbel (afb. 27 en 28) en als laat­ ste de disto­buccale knobbel (afb. 29 tot 31) met het goed modelleer­ bare ormocer gevormd en telkens gedurende 20 seconden uitgehard. Met deze techniek van afzonderlij­ ke, achtereenvolgens opgebouwde knobbels kan de occlusale anato­ mie eenvoudig en voorspelbaar worden gemodelleerd, waardoor het natuurlijke voorbeeld zeer goed wordt benaderd. Na het beëindigen van de composietapplicatie werd het restauratiemateriaal nog eens 20  seconden mesio­linguaal en mesio­buccaal nagehard om ervoor te zorgen dat alle gebieden in het approximaal­cervicale element­ bereik, die eerder door de metalen matrijs waren afgedekt, voldoende werden gepolymeriseerd. Na het wegnemen van de cof­ ferdam werd de vulling zorgvul­ dig met roterende instrumenten (occlusaal) en abrasieve schijfjes (approximaal) uitgewerkt en werd de statische en dynamische oc­ INDuSTRIE 19 clusie aangepast. Daarna werd met behulp van met diamant ge­ impregneerde siliconenpolijsters (Dimanto®, VOCO) een glad en glanzend oppervlak van de res­ tauratie gerealiseerd. Afbeelding 32 toont de voltooide directe or­ mocerrestauratie, waarmee de oorspronkelijke tandvorm met een anatomisch functioneel kauwvlak, een fysiologisch gevormd approxi­ maal contact en een esthetisch hoogwaardige is hersteld. Ter afsluiting werd met een schuimstof pellet fluoridelak (Bifluorid 12®, VOCO) op de ele­ menten aangebracht. verschijning Slotopmerkingen Directe vulmaterialen op compo­ sietbasis zullen in de toekomst steeds belangrijker worden. Het gaat hierbij om wetenschappelijk gefun­ deerde en hoogwaardige perma­ nente behandelingen voor de aan kauwbelasting blootgestelde latera­ le elementen, waarvan de betrouw­ baarheid in de literatuur is gedocu­ menteerd.61­68 De resultaten van een omvangrijk overzichtsonderzoek hebben aangetoond dat de jaarlijk­ se verliesquota van composietvul­ lingen bij laterale elementen (2,2%) statistisch niet verschilt met amal­ (3,0%).63 Minimaal gaamvullingen invasieve behandelingsprotocollen in combinatie met de mogelijkheid om carieuze laesies steeds vroeger te ontdekken, hebben bovendien een positief effect op de overlevings­ percentages van dergelijke behan­ delingen. Voor het waarborgen van een kwalitatief hoogwaardige di­ recte composietrestauratie met een goede marginale adaptatie zijn ech­ ter een zorgvuldige matrixtechniek (bij approximale participatie), een werkzaam en volgens de voorschrif­ ten aangebracht dentine­adhesief, de correcte verwerking van het vul­ lingmateriaal en het verkrijgen van een voldoende mate van polymeri­ satie van de composiet verder nood­ zakelijke basisvoorwaarden. Naast de composieten met klassieke me­ thacrylaatchemie beschikt het be­ handelteam intussen over een pure ormocervariant zonder toevoeging van klassieke monomeren. Over de auteur Prof. dr. Jürgen Manhart voert de Poliklinik für Zahnerhaltung und Parodontologie in München, Duitsland. Daarnaast geeft hij bij­ scholingen en praktische cursus­ sen in de esthetisch­restauratieve tandheelkunde. E­mail: manhart@ manhart.com. Vrijdag 24 maart 2017 + masterclass 7 april 2017 Beatrix Theater Utrecht De beste vragen antwoorden op de belangrijkste management- Ben Tiggelaar MBA in één dag® PLUS MASTERCLASS: “ Razendsnel van theorie naar concrete verbeterpunten voor uw tandartspraktijk” POWERED BY: Meer info en inschrijven: www.edin.nl/mbaineendag Advertentie A4 MBA EDIN 2017.indd 1 24-01-17 17:18 DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION FEBRUARI 2017

Pages Overview