Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

5Binnenlands nieuwsdental tribune - netherlands editionnovember 2015 ANT: “NVPM creëert meeste draagvlak onder tandartsen” TEKST: BEN ADRIAANSE Nu er twee afzonderlijke organi- saties voor de ontwikkeling van mondzorgrichtlijnen zijn ont- staan, is het mede aan de beroeps- groep zelf om uit te maken welke bestuurlijke opzet de voorkeur ver- dient. Evenwichtige beeldvorming is daarbij van cruciaal belang. Daarom sprak Dental Tribune deze week ook met een vertegen- woordiger van het andere ‘kamp’: ANT-voorzitter Jan Willem Vaar- tjes. “Het is jammer dat er zoveel misverstanden zijn.” De situatie is er met de oprichting van de Nederlandse Vereniging Praktijkrichtlijnen Mondzorg (NVPM) niet duidelijker op geworden… Dat is inderdaad zo. Het gaat er echter om dat we de mond­ zorg vooruit helpen, en dat we niet onder het mom van ‘we lo­ pen achter’ of ‘we moeten een­ dracht uitstralen’ de foute afslag nemen. Onder onze leden merk­ ten wij (KNMT en ANT, red.) een groeiende onvrede over de ma­ nier waarop de richtlijnontwik­ keling zich bestuurlijk aan het vormen was. Tandartsen – toch degenen die de richtlijnen in de praktijk gaan gebruiken – voe­ len zich onvoldoende vertegen­ woordigd in het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo). Een gebrek aan draagvlak ligt dan op de loer. Toch is het KiMo opgezet door de gezamenlijke weten­ schappelijke verenigingen en andere belanghebbenden in de mondzorg. Deze vertegen­ woordigen toch juist de beroepsgroep? Het is de vraag in hoeverre we­ tenschappelijke verenigingen die vaak een meerderheid van algemeen practici als leden heb­ ben, daadwerkelijk mandaat hebben of krijgen van hun le­ den als ze de huidige opzet van het KiMo zouden voorleggen. De KNMT en ANT zijn de afgelopen week overweldigd met steunbe­ tuigingen. Ik ben zelf lid van een aantal wetenschappelijke ver­ enigingen, maar heb vanuit deze verenigingen nauwelijks infor­ matie ontvangen over de vorde­ ringen met de Federatie en het KiMo en de daarin gemaakte keuzes. In hoeverre vertegen­ woordigen zij dan écht het veld? Als individuele tandartsen mee kunnen stemmen over de gang van zaken in een richtlijnenver­ eniging, voelen zij zich veel meer betrokken. De afgelopen week is het beeld ontstaan dat KNMT en ANT ‘plotseling’ met de NVPM op de proppen kwamen. Is er een ommezwaai gemaakt? De breuk met het KiMo was al enige tijd aan het ontstaan, ook al waren wij als ANT formeel nog bij het richtlijninstituut betrok­ ken. Aan de onderhandelingsta­ fel heb ik er meerdere keren op aangedrongen de KiMo een ver­ eniging te maken waar tandart­ sen lid van kunnen worden, zo­ dat er meer draagvlak ontstaat. Dat verzoek werd helaas telkens afgewezen. Ik heb benadrukt dat bij een verenigingsvorm de leden met hun contributie zelf voor de financiering zorgen, maar ook daarin vond ik geen gehoor. Misschien, kunnen we achteraf stellen, zaten er ge­ woon te veel partijen aan tafel. Ik heb dus op allerlei manie­ ren iets proberen te verande­ ren; dat wij ‘uit het niets’ zijn uitgestapt, daar herken ik mij dan ook niet in. Uiteindelijk zijn KNMT en ANT gesprekken aangegaan en hebben we beslo­ ten zelf het NVPM te lanceren. In allerlei zorgsectoren is de structuur vergelijkbaar als bij de NVPM, denk maar aan de huisartsen. Het succes daarvan sterkt ons in de juistheid van onze opzet. Een structuur zoals het KiMo kom je nergens anders in de zorg tegen. In alle andere sectoren is de beroepsgroep im­ mers zélf eigenaar van het kwa­ liteitsinstituut. Is het ‘zelf financieren’ van de richtlijnvereniging voor de ANT een belangrijk punt? Zeker, want als die eigen finan­ ciering er niet is, creëer je afhan­ kelijkheid van derden. Er is nu weliswaar een subsidie verleend door het Ministerie van VWS, maar deze zal een keer aflopen en dan is het de vraag welke finan­ cieringsvorm ervoor in de plaats komt. Dat is toch een gevaar. Als de KNMT en ANT het niet beta­ len, hoe wordt het dan geregeld? Bovendien is de subsidie poten­ tieel niet zo onschuldig als deze lijkt. Zo heeft VWS als nieuwe voorwaarde gesteld dat er iemand met een functie in het Zorginsti­ tuut in de raad van toezicht komt. Waar houdt de bemoeienis op en wat gebeurt er over drie jaar? De overheid heeft in het verleden niet altijd het beste voor gehad met tandartsen. Toch zal de NVPM nooit zoveel ‘onafhankelijkheid’ kunnen uitstralen als het KiMo, waarbij alle betrokken mondzorgpartijen aan tafel zitten. De NVPM is alleen door de beide beroeps­ organisaties opgericht. De NVPM is een vereniging waarbinnen individuele KNMT- en ANT-tandartsen kunnen stemmen en dat zijn er meer dan 8000; de KNMT en ANT krij­ gen ieder slechts één stem en hebben daardoor geen invloed op richtlijnen en de aanstelling van bestuursleden. Zij zorgen slechts voor de financiering en zullen alleen ingrijpen als deze uit de hand loopt. Vergelijk dat maar eens met een niet-transpa­ rante stichting met alleen men­ sen buiten de mondzorg in de raad van toezicht. Intussen heeft ook de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) sceptisch gereageerd op de oprichting van de NVPM. Die voelt zich “buitenspel gezet” omdat de richtlijnen nu door de tandartsen zélf en niet mondzorgbreed ontwikkeld worden. Het is jammer dat er dit soort misverstanden zijn. Mond­ hygiënisten en ook tandprothe­ tici worden helemaal niet bui­ tenspel gezet. Ze krijgen exact dezelfde positie als die ze in het KiMo zouden krijgen, namelijk in de adviesraad. Bij de richtlij­ nen die hen aangaan, worden zij op dezelfde wijze geconsulteerd als in het KiMo, namelijk in de ontwikkeling. Er is dus helemaal geen verschil, behalve in het feit dat het een vereniging is van in­ dividuele tandartsen. Wij nodi­ gen iedereen uit om mee te doen. Ook hier zou ik graag de verge­ lijking met andere zorgsectoren maken. Ik heb nooit gehoord dat huisartsen verpleegkundigen buitenspel zetten omdat hun richtlijnen door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) worden ­ontwikkeld. Jullie nodigen iedereen uit om mee te doen, in het bijzonder de weten­ schappelijke verenigingen. Maar die hebben zich al aan het KiMo verbonden. Gaat dit problemen opleveren? Aangezien KNMT en ANT slechts een faciliterende rol zul­ len spelen binnen de NVPM, vraag ik me af waarom weten­ schappelijke verenigingen niet met ons in zee zouden willen. Ik durf te betwijfelen of de steun van wetenschappelijke verenigin­ gen aan het KiMo wel zo sterk is. Ook afgezien van de weten­ schappelijke verenigingen moe­ ten er genoeg weten­schappers te vinden zijn die graag deze hand­ schoen oppakken. Verder zoeken wij samenwerking met de NHG, CBO en het Kennis Instituut van de Medisch Specialisten (KIMS), zodat van hun infrastructuur ge­ bruik gemaakt kan worden bij de ontwikkelingen van richtlijnen. De NVOI huurde onlangs zelf ook het CBO in voor de ontwikkeling van de richtlijn overkappings­ prothese. Wij merkten groeiende onvrede over de richtlijnontwikkeling Hoe verwacht u dat het verder gaat? Ik verwacht dat er maar één mo­ del toekomst heeft: het model waarbinnen het veld eigenaar is van het kwaliteitsinstituut. De tandartsen zijn degene met de kennis op hun vakgebied en zullen uiteindelijk kiezen welk instituut draagvlak heeft. Het is jammer dat de Federatie het niet heeft aangedurfd een or­ ganisatie op te richten die voor tandartsen echt democratisch is. Dit doet mij vermoeden dat ook de Federatie vreest voor wei­ nig vertrouwen binnen de be­ roepsgroep. Nu de beroepsgroep duidelijk heeft wat de verschil­ len zijn, denk ik niet meer dat ze voor het KiMo-model zullen ­kiezen. U verwacht, met andere woorden, dat het KiMo zal verdwijnen en plaatsmaken voor de NVPM? De tandartsen zijn nu aan zet. Het is aan hen om te bepalen wat ‘het’ richtlijninstituut is, maar het lijkt me zeer onwaar­ schijnlijk dat het KiMo daarvoor genoeg draagvlak krijgt.  ■ Dental Tribune verschijnt tienmaal per jaar en is een uitgave van Albion Press BV, onder licentie van Dental Tribune International Hoofdredacteur/uitgever Ben Adriaanse, MSc Redactie Marieke Epping, MSc Joann Hebben, MA Gerrit Jan Logt, MA Cartoons Mark van Eijk Redactieadres Redactie Dental Tribune Postbus 545, 3990 GH Houten E-mail: redactie@dental-tribune.nl. De Nederlandse editie van Dental Tribune kent een onafhankelijke redactie en richt zich op professionals in de volle breedte van het mondzorgvak. Aanmelden De doelgroep van Dental Tribune (bestaande uit tandartsen-algemeen- practici, tandartsen-specialisten, mond­ hygiënisten, orthodontisten, kaak­ chirurgen, tandtechnici, tandprothetici en diegenen die werkzaam zijn in de dentale industrie) komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement. Behoort u tot de doelgroep en ontvangt u het maandblad nog niet? Meld u dan aan via het inschrijfformulier op www.albionpress.nl. Advertentieverkoop Harry Velthuis, accountmanager. Postbus 545, 3990 GH Houten. Telefoon: 06-531 55 262. E-mail: velthuis@dental-tribune.nl. Laura Bogaers, medewerker mediaorder. Telefoon: 030-63 55 070. Fax: 030-63 55 069. E-mail: adverteren@dental-tribune.nl Colofon © 2015 Albion Press BV. Redactioneel materiaal van Dental Tribune International, Duitsland, dat is vertaald en in dit nummer is opgenomen, is auteursrechtelijk beschermd door Dental Tribune International GmbH. Alle rechten voorbehouden. Gepubliceerd met toestemming van Dental Tribune International GmbH, Holbeinstr 29, 04229 Leipzig, Duitsland. Reproduc- tie op welke manier en in welke taal dan ook, gedeeltelijk of volledig, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Dental Tribune International GmbH, is uitdrukkelijk verboden. Dental Tribune is een handelsmerk van Dental Tribune International GmbH. Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. Telefoon: 06-53155262. Telefoon: 030-6355070. Fax: 030-6355069.

Pages Overview