Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

11Klinischdental tribune - netherlands editionnovember 2015 ‘The Clip’ Nieuw! • Eenvoudig en kostenbesparend • Uiterst stabiele positionering • Voorkomt krassen op de fosforplaat • Voldoet aan nieuwste radiologie-richtlijnen Fosforplaathouder ‘The Clip’ • Eenvoudig en kostenbesparend • Uiterst stabiele positionering • Eenvoudig en kostenbesparend plate stap 1: steek de fosforplaat in het hoesje stap 2: schuif clip op houder stap 3: verwijder plakstrip stap 4: plak houder op gewenste positie stap 5: plaats ring op houder. klaar! sleeve sleeve www.duphamed.com Leverbaar via uw dentale depot Fig. 2: Dun verticaal zacht weefsel, gemeten bij de kam (≤ 2 mm). Fig. 3: Crestaal botverlies rond een implantaat met platform switching. Fig. 4: Subcrestale plaatsing van een implantaat (Tapered Plus, BioHorizons). Fig. 5: Afvlakking van de kam voor een regulier passende implantaatconnectie (groen) zal de dikte van het zachte weefsel doen toenemen. Het implantaat wordt supra-crestaal geplaatst om de microgap en dunne gepolijste implantaatkraag te isoleren. Fig. 6a: Oorspronkelijke dikte van het verticale zachte weefsel. Fig. 6b: Dikte van het zachte weefsel na augmentatie met een acellulaire dermale matrix. bij de verbinding tussen implan­ taat en abutment een ontstekings­ opwekkend infiltraat zal vormen dat sowieso botresorptie zal ver­ oorzaken. Wel is het aannemelijk dat het implantaat geen recessie van zacht weefsel of blootligging van ruwe oppervlakken zal la­ ten zien, hetgeen doorgaans volgt op botresorptie. Het is algemeen bekend dat de bloot­ligging van het ruwe implantaatoppervlak plaque­-accumulatie en de ont­ wikkeling van peri-implantitis in de hand werkt. Met andere woor­ den, zo’n implantaat zou alleen toekomst hebben bij zeer strikte en zorgvuldige reiniging door de patiënt, iets waar maar zelden sprake van is. Een andere optie is het op­ nieuw vormen van het bot tij­ dens de preparatie van het implantaatbed, in het bijzon­ der als er een smalle kam aan­ wezig is. Voorzichtige reduc­ tie en egalisatie van de smalle kam zal niet alleen voor een vlak bot­oppervlak en een vol­ doende breed botgebied voor implantaat­positionering zorgen, maar zal ook de dikte van het zachte weefsel verhogen (fig. 5). Hoewel het concept van botver­ wijdering met het oog op bot­ behoud accep­tabel is voor som­ mige clinici, is er geen sterk klinisch bewijs dat deze behan­ deling de dikte van zacht weef­ sel vergroot en het remodelleren van crestaal bot vermindert. Het kan daarom aangewezen zijn om een derde optie te kie­ zen: verticale reconstructie van de dikte van het zachte weef­ sel, hetgeen naar mijn mening de meest logische benadering is. Het verdikken van zacht weef­ sel compenseert verticaal gezien voor het gebrek aan verticaal weefsel. Al in een publicatie uit 2009 suggereerden we dat clinici “het verdikken van dunne mu­ cosa in overweging moeten ne­ men vóór implantaatplaatsing;” dit concept is dus niet geheel nieuw.1 Het uitgangspunt is om een autogeen, allogeen of xeno­ genisch materiaal over het im­ plantaat te plaatsen om de dikte van het zachte weefsel na heling te vergroten. Weefseltransplantatie wordt momenteel beschouwd als gou­ den standaard bij augmentatie van zacht weefsel rondom im­ plantaten. Deze techniek heeft echter grote nadelen, zoals morbiditeit in het donorgebied en moeilijkheden in de oogst­ procedure. Allogene substitu­ ten zijn daarom een aantrekke­ lijke optie in plaats van autogene transplantatie bij verticale re­ constructie van zacht weefsel. Het gebruik van een acellu­laire dermale matrix is tot dusverre de enige klinisch onderbouwde aanpak, inclusief gecontroleerd prospectief onderzoek.2 Hierbij werden implantaten geplaatst bij drie groepen patiënten met (a) dun verticaal weefsel, (b) dik verticaal weefsel of (c) dun ver­ ticaal weefsel, geaugmenteerd met acellulair dermaal matrix­ materiaal (AlloDerm, BioHori­ zons). Radiografisch onderzoek liet een reductie van crestaal botverlies zien van 1,74 mm in de groep met dun weefsel en 0,32 mm in de geaugmenteerde groep. Daarnaast nam de dikte van het zachte weefsel toe met 2,33 mm (van 1,50 mm tot 3,83 mm) na augmentatie met de al­ lograft (fig. 6a,b). Het onderzoek wijst uit dat het gebrek aan dikte van het verticale zachte weefsel dat benodigd is voor de forma­ tie van biologische breedte zon­ der crestaal botverlies gecom­ penseerd kan worden door het gebruik van acellulair dermaal matrixmateriaal op het moment van implantaatplaatsing. Concluderend kunnen we stel­ len dat de diagnose van dun verticaal zacht weefsel zeer belangrijk is bij implantaat­ behandelingen. Alleen door te erkennen dat weefseldikte een zwaarwegende factor is, kunnen we protocollen volgen die ons in staat stellen verticaal peri-im­ plantair weefsel te reconstrue­ ren en crestaal botverlies te re­ duceren. Noot van de redactie: de refe- rentielijst is op aanvraag beschik- baar bij de uitgever.  ■

Pages Overview