Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No. 4, 2018

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION MEI 2018 WETENSCHAP / FORUM 17 Ongelijkheid in mondgezondheid vooral bij jonge kinderen Zweedse onderzoekers hebben de correlatie onderzocht tussen de sociaal-economische status van kinderen en hun mondgezondheid. of vullingen. De resultaten uit deze thesis tonen aan dat kinderen uit gezinnen met beperkte middelen de grootste kans hebben om cariës te ontwikkelen. Dit is vooral het geval bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar. “Deze situatie vraagt heel veel van zowel patiënt als tandarts. We moe- ten bedenken hoe we de groep die mondzorg het hardst nodig heeft, ook daadwerkelijk gaan bereiken. Mogelijk kunnen we interprofessi- onele projecten verder ontwikkelen en samenwerken met andere zorg- professionals en scholen om dit probleem aan te pakken. Kinderen moeten leren dat tandenpoetsen net zo belangrijk is als handen was- sen, iets dat kinderen wél al vanaf jonge leeftijd meekrijgen,” zegt André Kramer. De masterscriptie getiteld On Dental Caries and Socioeconomy in Swedish Children and Adoles- cents—Clinical and Register—Ba- sed Studies wordt gepubliceerd in de thesescollectie van de Sahlgrens- ka Academie. e e d Heeft u een tandartsassistent die nog geen wettelijk erkend diploma heeft gehaald? Dan is dit dé opleiding voor haar! Uw medewerker voelt zich sterker in het vak, wordt een betere assistent en krijgt meer plezier in het werk. Utopie In een interview in onze maart-editie deed prof. dr. Fred Rozema (ACTA) een vurig pleidooi voor meer integratie tussen de geneeskunde en de tandheelkunde. A.J.M. Heintzberger is het hiermee eens en be- toogt in deze ingezonden brief dat er nog veel moet veranderen. Het interview met ACTA-hoogleraar Orale geneeskunde Fred Rozema, geplaatst in Dental Tribune van maart 2018, is een geweldig pleidooi voor hoe het vak tandheelkunde eruit zou moeten zien. Maar het legt ook op pijnlijke wijze bloot dat dit vak nog steeds voornamelijk bestaat uit ma- nuele verrichtingen die niet boven het niveau van een hbo-opleiding uitstijgen. Immers, er zijn vooral handige vingers voor nodig. Een integratie met de algehele geneeskunde is een utopie in de praktijk, hoe mooi het soms ook wordt gebracht. Er bestaan ook geen declaratiecodes voor. In feite zou aandacht voor de gezondheid van de patiënt onder de jaarlijkse controle opgenomen moeten zijn en zou het tarief daarop aangepast moeten worden. Momenteel houdt de tandheelkunde op bij de huig. Welke tandarts kijkt bij zijn onder- zoek in de eerste plaats naar de al- gehele conditie van de patiënt? De lijst aandachtspunten die verband houden met de algemene conditie is eindeloos, maar in de praktijk is er te weinig aandacht voor. Als er een parodontaal probleem ontstaat, wordt de patiënt naar de mondhygiënist doorverwezen. Die moet het dan oplossen, waarbij de tandarts voortdurend op de hoogte gehouden wordt. Maar doet hij daar ook iets mee, behalve het noteren van de pocketdiepte en zijn hand- tekening zetten onder het antibio- ticumrecept? In feite knapt de mondhygiënist dan het werk van de tandarts op. Die heeft bij uitstek ook handige vingers. Nu, dat heeft de minister ook begrepen. Zou die mondhygië- nist niet in staat zijn om al die an- dere manuele verrichtingen ook te verrichten? Dat is toch gewoon blij- ven oefenen, net zoals de tandarts dat doet? Laat het hele vak tandheelkunde in- clusief het onderwijs eens de hand in eigen boezem steken. Het vak tandheelkunde maakt zich bela- chelijk in de algehele geneeskunde. Het heeft met geneesKUNDE niets te maken. In feite is tandheelkun- de een specialisme. Dus eerst arts worden en dan specialiseren? Het is toch ondenkbaar dat een cardioloog die een stent gaat zetten niet eerst de opleiding geneeskunde heeft ge- volgd. Een tandarts moet zich vooral be- zighouden met zaken die een relatie met de algehele geneeskunde heb- ben. Hij stelt de diagnose. De een- voudige verrichtingen uitvoeren kan hij dan aan anderen overlaten. In moeilijke gevallen kan en moet hij wel het plan opstellen. Net als in de verhouding opticien-oogarts. Een oogarts gaat ook geen bril op sterkte uitzoeken. Maar ja, dan komt het geld om de hoek kijken. Zoals het nu gaat, ver- dient men bijzonder goed. Houden zo! Negen op de tien tandartsen zien een borende mondhygiënist niet zitten. A.J.M. Heintzberger, bio-energetisch tand- arts, Uitgeest GÖTEBORG, ZWEDEN Ondanks dat mondzorg voor kinderen en jong- volwassenen al jarenlang gratis is in Zweden, toont onderzoek aan dat er grote verschillen bestaan in mond- gezondheid. Volgens een studie van de Sahlgrenska Academie, onder- deel van de Universiteit van Göte- borg, is de ongelijkheid in mond- gezondheid het meest evident bij kinderen tussen de drie en zes jaar oud. Vooral voorschoolse kinderen afkomstig uit gezinnen met een lage sociaal-economische status heb- ben een groter risico op cariës dan hun leeftijdgenoten uit gezinnen met betere leefomstandigheden. Het onderzoek maakte deel uit van de thesis van dr. Ann-Catrin André Kramer, die voor de Openba- re Tandheelkundige Dienst werkt in de provincie Västra Götaland. Aan haar onderzoek deden ruim 300.000 deelnemers mee in de leef- tijd van 3 tot 19 jaar oud, afkomstig uit de provincie Västra Götaland. Haar onderzoek toonde aan dat kinderen die op 3-jarige leeftijd al cariës hadden, drie jaar later duide- lijk meer gaatjes hadden dan de zes- jarigen die cariësvrij waren aan het begin van het onderzoek. Slechts de helft van de kinderen die deel- namen aan het onderzoek had he- lemaal geen tekenen van cariës in hun melkgebit op 6-jarige leeftijd. Tien procent van de 7- tot 9-jarigen uit het onderzoek vertoonde cariës in het blijvende gebit en twee der- de van de oudere tieners had gaatjes Nieuwe methode met peptiden moet beginnende cariës stoppen WASHINGTON, VS Preventie is vaak een belangrijk uitgangspunt als ge- sproken wordt over mondzorg. Veel patiënten zouden het echter een uitkomst vinden als er een alterna- tief zou bestaan voor de behandeling van beginnende gaatjes. Nieuw on- derzoek maakt dat misschien mo- gelijk. Onderzoekers van de Univer- siteit van Washington hebben een methode ontwikkeld die proteïne gebruikt om tandglazuur te remi- neraliseren door witte vlek laesies en beginnende cariës aan te pakken. De onderzoekers gebruikten pep- tiden afkomstig uit amelogenine, het proteïne dat cruciaal is in de vorming van glazuur, die zorgen voor biomineralisatie in de nieu- we technologie. Om het effect van de peptiden in de praktijk te onderzoeken, werd het reminera- lisatievermogen van de peptiden vergeleken met dat van verschil- lende variaties van fluoriden, soms gecombineerd met peptiden. Dat gebeurde bij proefpersonen waar- bij kunstmatig gemaakte laesies in hun glazuur waren gemaakt. Uit de resultaten bleek dat deelne- Wetenschappers van de Universiteit van Washington hebben een nieuwe methode ontwikkeld waarbij tandglazuur door middel van proteïne wordt geremineraliseerd om zo beginnende cariës te behandelen. mers die alleen peptiden hadden gekregen een remineralisatielaag van 10 μm dik hadden gekregen. Voor de onderzoekers is dit een in- dicatie dat de peptiden het glazuur op een dagelijkse basis versterken en vernieuwen, als deze stoffen deel uitmaken van een goed uitgevoer- de, preventieve mondzorgroutine. Als er meer onderzoek naar is ge- daan, denken de wetenschappers dat de technologie ook gebruikt kan worden in zowel publieke ge- zondheidssettings als thuis en ook in biomimetische tandpasta, gels, composietsoorten en andere mate- rialen. Zij denken dat dit een veilig alternatief vormt voor bestaande tandheelkundige behandelingen en procedures. “Remineralisatie op basis van pep- tiden is een gezond alternatief voor de bestaande tandheelkun- dige zorg,” aldus hoofonderzoeker Mehmet Sarikaya, hoogleraar Ma- terials Science and Engineering en uni- versitair docent aan de Universiteit van Washington over de nieuwe ontdekking. Het onderzoek, getiteld ‘Biomime- tic tooth repair: Amelogenin-deri- ved peptide enables in vitro remi- neralization of human enamel’ is op 9 maart 2018 gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ACS Biomaterials Science and Engineering.

Pages Overview