Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.4, 2016

DENTAL TRIBUNE NEDERLANDSE EDITIE MEI 2016 8 Interview digender resultaat. Zo bezien levert het juist heel veel op. In praktijken waarin veel aandacht is voor het cosmetische aspect verdient DSD zeker een plaats. Een vaak gehoorde uitspraak is dat de esthetische eisen van patiënten steeds hoger worden. Zie je dat ook in de praktijk terug? Absoluut. Er zijn meer shoppers en patiënten met hoge eisen, zeker met de clientèle die we hier hebben uit Amsterdam en ‘t Gooi. Enerzijds ontstaat zo een patiëntengroep waarmee je ontzettend veel plezier hebt, want zij hebben net zoveel interesse in je vak als jij. Anderzijds ben je erg veel tijd aan ze kwijt om­ dat ze enorm hoge eisen stellen, soms zelfs onrealistisch hoog. Het is maatschappelijk een stuk meer geaccepteerd om je gebit te verfraaien dan tien jaar geleden, net zoals plastische ingrepen in het algemeen. Zo zie je tegenwoor­ dig ook veel volwassenen met een beugel rondlopen. Een keerzijde is dat patiënten te ver willen gaan en spierwitte tanden willen, die daardoor duidelijk onecht lijken. Vervolg van pagina 6 Gelukkig is die wens nog niet uit de VS overgewaaid naar hier; mis­ schien houdt onze poldernuchter­ heid ons Nederlanders tegen. Pati­ ënten willen ook niet dat het lijkt alsof ze een prothese hebben, wat met te witte tanden soms zo is. Er moet wel leven en transparantie inzitten. Toch kiezen steeds meer patiënten voor de behoorlijk witte A1-tint, of B1. En wat is er natuur­ lijk aan een ­ A1-kleur als je 58 bent? Slaan sommige tandartsen door in het honoreren van esthetische eisen? Ik hoor helaas weleens over exces­ sen waarbij van hoektand tot hoek­ tand wordt geïnvesteerd en de rest verwaarloosd wordt. Recent had ik een vrouw in de stoel die 24 por­ seleinen facings in de mond had, aangebracht door een Amster­ damse tandarts die zichzelf gespe­ cialiseerd vindt in facings. Twaalf om twaalf aan elkaar, geen tus­ senruimte, alles over het tandvlees heen hangend. Als dat kan, slaan we in Nederland door. Ook hier zien we dus weer het gevaar van ie­ mand die in een bepaalde ingreep gespecialiseerd is en die te pas en te onpas toepast, inclusief folders en reclamespots. Feitelijk ben je dan patiënten aan het mishandelen. Hoe groot is de rol van het ­ gebit in iemands uitstraling? Onderzoek wijst uit dat men als eerste naar de ogen kijkt, gevolgd door de tanden. Andere onderzoe­ ken laten zien dat in de heden­ daagse samenleving mensen die ‘mooi’ worden gevonden, meer succes in hun carrière en op sociaal gebied hebben. Als tandarts leve­ ren we dus een niet te onderschat­ ten bijdrage aan de uitstraling van onze patiënten. Wat maakt een gebit ‘mooi’ en welke ingrepen dragen daaraan bij? Uit de literatuur is bekend dat de schoonheid van gezichten wordt bepaald door algemeenheid, sym­ metrie en seksegerelateerde trek­ ken. Dat laatste is voor de tandheel­ kunde minder relevant, maar de eerste twee zijn zeker van toepas­ sing. De aanblik van het gebit moet niet te veel afwijken van de norm en zo symmetrisch mogelijk zijn. In het verlengde daarvan is het zaak de tand genoeg lengte te ge­ ven, zodat deze goed zichtbaar is. Dat maakt een gezicht veel jonger. Ook doen we in de cosmetische tandheelkunde vaak aanpassingen in de incisale (lach-)lijn. Die is vaak vlak of negatief geworden en ma­ ken we weer positief. Laatst keek ik naar Wie is de Mol en daar zag ik An­ nemiek Schollaardt, wat op zich een mooie meid is, maar met een nega­ tieve curve van haar tandboog. Mis­ schien ben ik een vakidioot, maar dat valt me dan voortdurend op en doet als tandarts mijn handen jeu­ ken. Al zal er in haar geval een kaak­ chirurgische ingreep ­ nodig zijn. Voor een mooi esthetisch re­ sultaat moet je overigens veel groter kijken dan het gebit alleen. De stand van de tanden is niet af­ hankelijk van de positie van de ka­ ken, maar van het hele gezicht. De pupillijn en het midden van het gezicht moeten het uitgangspunt zijn, en daaraan hang je de curve van de incisale lijn op. Dat maakt, wederom, DSD zo waardevol. Is de perceptie van een mooi gebit de afgelopen dertig jaar veranderd? Een verandering in perceptie, of bewustzijn eigenlijk, zien we het sterkst in de gewenste tandkleur. Een tijd geleden werd A3 als fraaie tandkleur beschouwd, maar daar hoef je tegenwoordig niet meer mee aan te komen, zelf vind ik die kleur nu ook te donker. Het wordt witter en witter. We lachen nu al­ lemaal om Gerard Joling, maar over een jaar of tien lacht hij het hardst... (lacht) Daarnaast zie je dat men graag meer tanden in de breedte laat zien. In de VS wordt het opvul­ len van buccal corridors (de donkere ruimten tussen het gebit en de mondhoek, red.) al een tijdje mooi gevonden. Die corridors zijn er nor­ maal gesproken gewoon, maar je ziet dat de tanden bij ­ Amerikaanse kinderen dermate naar buiten worden gezet dat als ze lachen, de mondhoeken geheel met tanden zijn gevuld. Ook in Nederland zie je die vraag ontstaan. Zelf vind ik dat niet mooi, trouwens. En als iemand toch zo’n ­behandeling wil? Ik probeer mijn eigen smaak niet mee te laten wegen, maar wel een ethisch gevoel: wat is de schade die ik aanricht en wat is de meerwaar­ de van de behandeling? Ik kan er bij een patiënte van tachtig wel op hameren dat zij geen A1-tint moet nemen, maar als zij een A2 krijgt en niet tevreden is, moet ik alsnog van voren af aan beginnen. Ondanks het ideaal van ­ algemeenheid zijn soms juist kleine afwijkingen in de mode. Zo maakte topmodel Lara Stone de centrale diasteem ineens ‘hip’. Ben je bereid op modegrillen in te spelen? Ook hier geldt dat ik er alleen in meega als ik geen schade aanricht. Daarom ga ik geen spleetje creëren door weefsel weg te slijpen; daar­ mee ga je echt een grens over. Maar ik erken wel dat een klein onvolko­ menheidje een gebit heel eigen en daardoor aantrekkelijk kan maken. De grens tussen storend en mooi is soms heel subtiel. Michelangelo zei ooit: “Details maken de perfectie, maar perfectie is geen detail.” Welke recente ontwikkeling op cosmetisch of adhesief gebied verdient navolging in tandartspraktijken? De zekerheid van topklinische nascholing Word nu lid en behaal 35 KRT-punten per jaar Bekijk het actuele programma op www.qualitypractice.nl Adv-A5-QPTMA-STOPPER-2015.indd 1 06-07-15 13:33 “Er wordt in de praktijk te veel ­ gezond tand- weefsel weggeslepen” Adv-A5-QPTMA-STOPPER-2015.indd 106-07-1513:33

Pages Overview