Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.3, 2018

8 INTERVIEW Vervolg van pagina 6 proactieve tandarts een randje bij een vulling ziet dat niet helemaal goed meer is, doet hij de restaura- tie over. De reactieve tandarts die het randje ziet, licht de patiënt in en ziet het dan nog een tijdje aan. Mogelijk is er tien jaar later name- lijk niets veranderd. Als je je patiën- ten goed kent en weet wat in ieders mond speelt, kan er veel minder vaak worden ingegrepen. Laat het maar eens lopen en zeg niet direct ‘dit voldoet niet en het moet over’. Die persoonsgerichte manier van behandelen heeft de toekomst. Waarom zijn tandartsen snel geneigd te gaan handelen als ze iets afwijkends zien? Dat is ‘des tandarts’. Wij zijn doe- ners, opgeleid om perfectie op de vierkante millimeter te leveren. Dat is erin geramd in de opleiding. Verder is in het verleden de diver- siteit in patiënten te weinig mee- genomen. Er hebben enorm veel factoren invloed op de levensduur van een vulling. Een zeer belangrijke factor is daar- naast het verdienmodel van tand- dw artsen: wij worden betaald voor verrichtingen. Als tandartsen be- taald zouden worden om de mond gezond te houden, dan zou het er heel anders aan toe gaan. Verrich- tingen die betaald worden, worden gedaan. Overbehandeling komt in Nederland geregeld voor: er worden vullingen gemaakt die nog niet no- dig zijn. Een ander bekostigingssys- teem, gericht op preventie, is zeker wenselijk. Maar de weg ernaartoe is ontzettend complex. Iedereen zit vast in het verrichtingentarief: niet alleen de tandartsen, ook de rege- ring en de NZa. Overbehandeling komt in Nederland geregeld voor U hebt veel onderzoek gedaan naar restauratiematerialen. Welke materialen moeten meer of juist minder gebruikt worden in de restauratie van gebitsslijtage? Het is lastig te zeggen of porselein, composiet of zirkonium beter is bij deze groep, omdat er onvoldoende data is. Op het CCT hebben we wel enig onderzoek gedaan: bij dertig gebitsslijtagepatiënten hebben we het gebit volledig met composiet opgebouwd. Het jaarlijks faalper- centage zat daarbij rond de 2%, dat is heel netjes. Ik verwacht echter dat dit percentage op den duur toe- Panasil® monophase Medium Voor al uw implantaat afdrukken Bekijk de instructiefilm op youtube (met dank aan tandarts Nittert Postema) Informatieve videos online. www.dental4.nl www.kettenbach.com DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION APRIL 2018 neemt; het materiaal slijt en over tien jaar moet je bijna alle restau- raties overdoen. Verder doen we momenteel onderzoek naar indi- rect restaureren met composiet. Vooralsnog lijkt composiet in dat geval minder vaak te slijten, maar vaker te breken. Juist bij deze pati- entgroep leer je echt iets over mate- riaaleigenschappen; bij normale pa- tiënten gaat alles goed. Je moet echt naar individuele situaties kijken. Ik zou heel graag onderzoek doen naar een minimaal invasieve aan- pak met lithiumdisilicaat, maar dat wil geen fabrikant betalen. Het faalpercentage zal ook daar naar verwachting hoger zijn dan bij normale patiënten: dat is weten- schappelijk interessant, maar daar zit de fabrikant niet op te wachten. 3M vormt daarop een uitzondering en heeft het wel aangedurfd. Met hen doen we momenteel onder- zoek naar indirecte restauraties die door middel van CAD/CAM worden gemaakt. Wanneer moet bij ernstige gebitsslijtage worden gekozen voor porseleinen facings en wanneer juist voor composiet- facings? In ons onderzoek kiezen we in het front voor direct composiet. Dat is vooral vanuit een kostentechnisch oogpunt, omdat een aantal van onze patiënten gemachtigd zijn vanuit de bijzondere zorg. Een na- deel van direct composiet is dat het minder lang mooi blijft. Porselein kent dit probleem minder, maar is vele malen duurder. Bovendien loop je bij patiënten die knarsen het risi- co dat porselein breekt. Als de por- temonnee van de patiënt het toe- laat, kan gekozen worden voor een combinatie: in de zijdelingse delen composiet, omdat dit bij bruxisten meer meegeeft en minder bros is, en in het front porselein, omdat dit esthetisch de voorkeur geniet en zich buiten het ‘maaiveld’ bevindt. Denkt u dat gebitsslijtage door goede preventie sterk terugge- drongen kan worden? Nee, gebitslijtage hoort bij het le- ven. Tanden horen te slijten. Er zijn echter mensen waarbij het uit de hand loopt. Als je bij hen de oor- zaak achterhaalt én er is daadwer- kelijk sprake van een probleem, kun je gerichte preventie toepassen. Als iemand last heeft van reflux en er medicatie tegen kan nemen, kan dat mogelijk helpen. Bij een knar- ser kun je een spalk maken, maar als deze in de kast blijft liggen, heb je er niets aan. Een 85-jarige met ernstige gebitsslijtage hoeft er niet als Gerard Joling bij te lopen. Het is niet aan de tandarts om te bepa- len dat er een afwijking is van het ideale plaatje dat wij in ons hoofd hebben. Van een algemeen preven- tiebeleid ben ik zeker geen voor- stander. Je moet naar het individu blijven kijken. Een grote valkuil bij gebitsslijtage is de diagnostiek Welke rol is er voor de digitale tandheelkunde in de behande- ling van gebitsslijtage? Voor het monitoren van mond- situaties wordt de scanner in de toekomst een enorm handig hulp- middel. De scanner heeft het ons al mogelijk gemaakt gebitsslijtage daadwerkelijk te kunnen meten. Zo hebben we ontdekt dat ook ernstige gebitsslijtage episodisch kan zijn. Ook de tandtechniek die je nodig kunt hebben bij indirect werken is een stuk makkelijker geworden dankzij digitaal werken. Voor mi- nimaal invasief behandelen brengt digitaal werken mogelijkheden voor de toekomst. Dan gaat het niet om het slijpen van een nieuwe kroon, maar om het lijmen van een nieuw kauwvlak. Dat het modelleren dan niet meer door de tandarts zelf in de mond moet, maakt restaureren in beetverhoging mogelijk ook beter behapbaar voor een grotere groep tandartsen. Moeten algemeen practici uit hun comfort zone komen en zich bijscholen op het gebied van gebitsslijtage? Of kunnen ze beter doorverwijzen naar een specialist? In principe kan iedere tandarts goed restaureren bij gebitsslijtage leren. In de opleiding Tandheelkunde krijg je dit niet, dit is tandheelkunde 2.0. Maar je kunt ervoor kiezen om je in de adhesieve tandheelkunde bij te scholen. Doe dat echter alleen als je liefde hebt voor dit onderdeel van het vak. Zo niet, verwijs dan door.

Pages Overview