Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.6, 2016

DENTAL TRIBUNE NEDERLANDSE EDITIE AUGUSTUS 2016 INTERVIEW 9 Topklinische nascholing voor de mondhygiënist van nu www.qualitypractice.nl Word nu lid en ontvang een compleet nascholingspakket voor € 535,-, bestaande uit: Keuze van 2 van de 4 themadagen 4 nascholingstijdschriften 4 kennistoetsen 2 uur nascholing via webtv/e-learning Totaal: 20 KRM-punten per jaar Schrijf je in via www.qualitypractice.nl Programma 2016/2017 Mondhygiëne en MKA-chirurgie – samenwerking in de algemene praktijk Vrijdag 18 november 2016 (Utrecht) Orale Implantologie: voor en na Zaterdag 25 maart 2017 (ACTA Amsterdam) Specifieke patiëntengroepen: een uitdaging voor de mondhygiënist Vrijdag 12 mei 2017 (Utrecht) Up-to-date 2017 Zaterdag 24 juni 2017 (ACTA Amsterdam) Heb je vragen? Bel dan met Quality Practice op 020-59 80 308 of stuur een e-mail naar qp@acta.nl. Flexibel en praktijkgericht! Adv-A4-QPTMA-PROG-2016.indd 2 14-07-16 17:28 Werkgroep Autisme­ vriendelijke ­Mondzorg In 2013 hebben de Vereniging tot Bevordering der Tandheel­ kundige Gezondheid voor Gehandicapten (VBTGG) en de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVK) het initiatief genomen om een werkgroep ‘autismevriendelijke tandheelkunde’ te starten. De werkgroep – inmiddels omge­ doopt tot Werkgroep Autisme­ vriendelijke Mondzorg – is gericht op het combineren van kennis en kunde over autisme tot praktische handvatten voor mondzorgverleners. Er zitten zo­ wel tandartsen en mondhygië­ nisten als psychologen, orthope­ dagogen en een anesthesioloog in de werkgroep. Ook stimuleert en ondersteunt de werkgroep onderzoek naar de ervaringen van (de ouders van) autistische patiënten en mondzorgverle­ ners, en wordt er gewerkt aan een (uitbreiding) van het cursus­ programma voor de mondzorg. Jan Elhorst is sinds de start van de werkgroep betrokken, Henk Algra is later aangesloten bij de werkgroep. Zie voor meer informatie www.autismevriendelijketand­ heelkunde.nl. vijf’-methode te gebruiken. Hierbij bied je de informatie gestructu­ reerd aan als antwoord op de vijf vragen Wat, Wanneer, Waar, Wie en Hoe. Bij een tandartsbehande­ ling komt daar nog de vraag ‘Tot wanneer’ bij: de duur van de be­ handeling en de verschillende han­ delingen binnen een ingreep. Dat doe je ook tijdens de behandeling, door steeds te tellen en dan weer te stoppen. Zo maak je een lange be­ handeling behapbaar. HA: Het is belangrijk dat je ein­ digt met iets positiefs. We zijn ge­ neigd de moeilijkheidsgraad steeds iets op te voeren en te stoppen als het niet meer gaat. Iemand met au­ tisme onthoudt vaak het laatste, en onthoudt daardoor een tandarts­ bezoek als negatief. Eindig daarom met iets wat de patiënt goed kan. Dat kan iets heel kleins zijn, bij­ voorbeeld nog een keer de tanden tellen, of op het knopje drukken om de stoel omlaag te doen. Of overleg met de ouders over een ‘beloning’: bellenblazen, een complimentje ge­ ven of, zoals één van Jans patiëntjes, even bij de vlaggenmast gaan staan. We hebben het nu vooral over het autistische kind. Wat adviseert u bij volwassenen met autisme? HA: Ook bij de volwassene met ­autisme moet je de informatie heel gestructureerd aanbieden. Leg alles stapsgewijs uit, maar kijk te­ gelijk uit dat je niet kinderachtig gaat doen. Dat is lastig als degene die tegenover je zit een proefschrift heeft geschreven, maar niet snapt hoe hij zijn tanden moet poetsen. JE: Bij een volwassen patiënt kun je goed zelf vragen wat hij moeilijk vindt aan een tandarts­ bezoek en wat hij nodig heeft om de behandeling vol te houden. Die vraag wordt te vaak overgeslagen. Daarbij helpt het als je de vraag in gesloten vorm stelt – in tegenstel­ ling tot wat we als zorgverlener hebben geleerd – dus bijvoorbeeld: helpt het als ik muziek opzet, of als u oordoppen draagt? Bij een volwassen patiënt moet de tandarts de voorlich­ting over preventie en mond­hygiëne aan de patiënt zelf geven, niet aan de ouders. Vraagt dat ook een andere aanpak? HA: Je moet je realiseren dat een autistische patiënt niet moeiteloos wat hij in de praktijk leert, thuis kan toepassen. Pragmatiek noe­ men we dat. Zo was er een patiënte die hier altijd fantastisch poetste en dat thuis niet bleek te doen. Toen bleek dat ze in de praktijk voor de spiegel poetste, maar thuis geen spiegel boven de wasbak had hangen. Daardoor lukte het haar thuis niet. Het is dus belangrijk om de instructies, het voordoen in de praktijk, zo veel mogelijk te la­ ten zijn zoals thuis. Bij een lager intelligentieniveau betekent dat bijvoorbeeld ook dat een patiënt de eigen tandenborstel meeneemt voor de uitleg. Al met al is de mondzorg voor patiënten met autisme geen licht karwei… JE: Het blijft altijd spannend: lukt het wel of niet met deze patiënt vandaag? Op een goede dag kun je zo vijf patiënten helpen, op een slechte dag lukt het maar bij één. HA: Wil je het volhouden, blijf dan altijd nieuwsgierig naar je pa­ tiënten. Je moet in het hoofd van iemand met autisme kruipen, en proberen de wereld te zien zoals hij. Ik verwonder me af en toe nog, hoe kan het dat mijn patiënt dit zo bedacht heeft? Het kan een zware dobber op je trekken, deze zorg, maar die verwondering houdt het leuk! “Een patiënt heeft een proefschrift geschreven, maar snapt niet hoe z’n tanden te poetsen” 020-5980308 of stuur een e-mail naar qp@acta.nl. Adv-A4-QPTMA-PROG-2016.indd 214-07-1617:28

Pages Overview