Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.5, 2016

DENTAL TRIBUNE NEDERLANDSE EDITIE JUNI 2016 14 REPORTAGE Unitwater controleren: zelf doen of uitbesteden? TEKST: ANNE DOELEMAN Het unitwater in mondzorgpraktijken moet elk half jaar getest worden op de aanwezigheid van aerobe waterbacteriën, schrijft de nieuwe richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken voor. Praktijken mogen de watertests zelf doen, of kunnen dit uitbesteden aan bedrijven als Dental WaterTest. Wat is wijsheid? “Bij het nemen van een watermonster kan veel misgaan.” Tandartsen hadden altijd al de plicht om het unitwater te con- troleren, maar de eisen waren nergens omschreven. De in april verschenen richtlijn Infectiepreven- tie in mondzorgpraktijken, die de oude WIP-richtlijn vervangt, brengt meer duidelijkheid (zie kader). Het unitwater moet minimaal elk half jaar getest worden. Bij 22o Celsius mag het unitwater maximaal 100 kolonievormende eenheden (KVE) per milliliter bedragen. Is het aan- tal KVE/ml hoger, dan moeten beheersmaatregelen worden ge- nomen. Ligt het aantal boven de 10.000, dan moeten de behandelu- nits worden gecontroleerd op aan- wezigheid van levende legionella- bacteriën. Praktijken kunnen in prin- cipe het water zelf testen, maar dat is niet gemakkelijk, zegt Guus ­ Vreeswijk, directeur van het on- langs opgerichte DentalWaterTest. Volgens Vreeswijk kan er bij het De richtlijn Infectiepreven- tie benoemt de mogelijke risico’s. Het water uit de behandelunit komt in contact met de slijmvlie- zen van de mond-keelholte van de patiënt en kan worden door- geslikt. Geproduceerde aeroso- len worden ingeademd door de patiënt en het mondzorgkundig team. Gecontamineerd water uit de behandelunit vormt om deze redenen een potentieel risico voor besmetting voor patiënten en het mondzorgkundig team, meldt de richtlijn Infectiepreventie. De bac- nemen van een watermonster veel misgaan. “Het moet bijvoorbeeld steriel gebeuren, het potje moet direct worden gesloten zodat rond- zwevende aerosolen geen invloed kunnen hebben op de uitslag, en- zovoorts.” Ook het transport van de monsters naar een laboratorium moet op de juiste manier gebeu- ren, om een reëel testresultaat te verkrijgen. Zo moeten de monsters binnen 12 uur en op de juiste tem- peratuur vervoerd worden. Het is niet alleen voor de veilig- heid van patiënten en personeel belangrijk dat het testresultaat correct is. Vreeswijk noemt nog een argument: als de testresulta- ten een aantal boven de 100 KVE/ ml aangeven, moet de praktijk soms kostbare beheersmaatregelen nemen. “Als dit eigenlijk niet nodig is, omdat de test niet goed is uitge- voerd, is dat zonde.” Legionellabesmetting Dat het testen van unitwater in de mondzorg weerstand opriep of nog steeds oproept, is Vreeswijk niet ontgaan. “Het lastige is dat er weinig onderzoeken zijn die aan- tonen dat unitwater in een mond- zorgpraktijk echt gevaar op kan leveren. Tot dusverre is slechts één geval van legionellabesmetting in een mondzorgpraktijk bekend, bij een tandarts in Italië. Voor tand- artsen kunnen de maatregelen dus wellicht wat overtrokken overko- men. Maar het lijkt me zeer on- waarschijnlijk dat er niet vaker incidenten zijn met vervuild water in mondzorgpraktijken.” Immers, lang niet elk geval van legionella- besmetting komt aan het licht, en het spoor wijst niet altijd naar de tandartspraktijk in kwestie. Er is ook nooit echt onderzoek gedaan naar legionellabesmetting vanuit mondzorgpraktijken. teriën die een risico kunnen vor- men zijn gram-negatieve, aerobe heterotrofe bacteriën en specifieke Pseudomonas-soorten, Legionel- la-soorten en non-tuberculosis Mycobacterium-soorten. Buiten legionella-gerelateerde klachten, kunnen deze bacteriën ook aanlei- ding geven tot astmatische klach- ten en andere aandoeningen van de bovenste luchtwegen bij het mondzorgkundig team en de me- disch gecompromitteerde patiënt, aldus de richtlijn. Waterkwaliteitsbewijs Het is nog niet duidelijk of en hoe de Inspectie voor de Gezondheids- zorg de kwaliteit van het unitwater zal controleren. Als de watercon- trole gebeurt door een bedrijf, krijgt de tandartspraktijk een certificaat van de meting. Als medewerkers van de tandartspraktijk het water zelf controleren, moet dit worden bijgehouden in een logboek. “In dat geval valt nooit te checken of het water ook daadwerkelijk goed getest is,” zegt Vreeswijk. “Maar als de Inspectie een steekproef doet en het water vies is, ben je verder van huis.” Vreeswijk zegt tandartsprak- tijken vooral te willen ontzorgen. DentalWaterTest kan alles uit handen nemen: het nemen van de monsters, het opstellen van de ana- lyse en de rapportage. Het bedrijf is onafhankelijk en werkt samen met laboratorium Bioconsult en advies- bureau Saferspaces. Bij het bedrijf gebeurt zowel het nemen van de monsters als het opstellen van de analyse en rapportage volledig ge- accrediteerd. Als uit de tests blijkt dat het unitwater van een mond- zorgpraktijk onder de 100 KVE/ ml ligt, dan krijgt de praktijk van DentalWaterTest een waterkwa- liteitsbewijs. Vreeswijk: “Die kan aan de muur gehangen worden. Daar kunnen praktijken best trots op zijn. Het is toch het mooist als alles helemaal op orde is; daar doen we het voor.” Aanbevelingen uit Richtlijn Infectie­ preventie in mondzorgpraktijken (2016) Controleer het unitwater volgens het onderstaande stappenplan: 1. verricht een risico-inventarisatie en stel een beheersplan op voor elke behandelunit in de mondzorgpraktijk; 2. controleer elke behandelunit op de aantallen aerobe waterbacteriën bij 22°C bij voorkeur vlak voor desinfecteren en leg het aantal KVE/ ml vast; 3. indien <100 KVE/ml: controleer na 6 maanden opnieuw (Arbo wetgeving m.b.t. het Legionella-beheersplan); 4. indien >100 KVE/ml: tref maatregelen t.a.v. de infrastructuur en/of het desinfectieprotocol (raadpleeg zo nodig de leverancier) met als doel max. 100 KVE/ml. Controleer zo nodig het inkomende water van het pand. Controleer hierna wederom het aantal KVE/ml en leg vast. Herhaal dit net zo lang tot de norm is bereikt. Daarna kan het controleschema per 6 maanden worden hervat; 5. indien >10.000 KVE/ml: controleer per behandelunit op de aanwezigheid van levende legionellabacteriën volgens NEN 6265. Tref aanvullende maatregelen indien het water van de behandelunit >100 KVE/l levende legionellabacteriën bevat t.a.v. de infrastructuur en/ of het desinfectieprotocol met als doel max. 100 KVE/l legionella. Controleer hierna wederom en herhaal tot de norm is bereikt. Daarna kan het controleschema per 6 maanden worden hervat. “Voor tandartsen komen de maatregelen wellicht overtrokken over” “Het is goed om te ­ weten dat alles in orde is” Tandartspraktijk Everaars ontvangt een kwaliteitsbewijs van DentalWaterTest. Rechts: Guus Vreeswijk.

Pages Overview