Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.3, 2016

5 Binnenlands nieuws dental tribune - netherlands edition april 2016 “Stemrechten breekpunt voor richtlijninstituten” TEKST: BEN ADRIAANSE AMSTERDAM – Hoe gaat het met de onderhandelingen tussen de beide richtlijninstituten voor de mondzorg? Een klei- ne vier maanden na de veel- besproken oprichting van de ‘alternatieve’ Nederlandse Vereniging Praktijkstandaar- den Mondzorg (NVPM) blijkt uit gesprekken met beide par- tijen dat de onderhandelingen zich toespitsen op één heikel punt: de (stem)rechten, ofwel gelijke statutaire status van tandartsen, mondhygiënis- ten en tandprothetici. Dental ­ Tribune beet zich vast in dit slepende dossier. Tot vorig najaar leek er weinig aan de hand: alle bij de mond- zorg betrokken partijen zaten om de tafel en onderhandelden over de oprichting van het Ken- nisinstituut Mondzorg (KiMo), hét instituut dat breed gedragen richtlijnen voor de mondzorg zou ontwikkelen. Afgelopen najaar trokken KNMT en ANT zich ech- ter terug uit de onderhandelingen en kwamen met een eigen insti- tuut, dat volgens de beroepsver- enigingen beter zou aansluiten bij de wensen van tandartsen: de NVPM. KNMT en ANT kwamen tot hun stap uit onvrede over het feit dat de KiMo een stichtings- vorm kende en geen vereniging zou zijn waarvan tandartsen lid kunnen worden. Ook was er vol- gens hen onduidelijkheid over de financiering, waardoor afhanke- lijkheid en overheidsbemoeienis zou dreigen, en kregen andere beroepsgroepen in de mondzorg, zoals mondhygiënisten en tand- prothetici, te veel inspraak. Onder meer de wetenschappelij- ke verenigingen en universiteiten hielden echter vast aan de KiMo- opzet. Beide partijen probeerden vervolgens de tandartsen voor zich te winnen, totdat de beroepsgroep zich op 11 december, tijdens een Ledenvergadering van de KNMT, uitsprak vóór oprichting van de NVPM. De aanwezige KNMT-le- den gaven hiermee een duidelijk signaal af, hoewel zij beide par- tijen tevens opriepen in gesprek te gaan en tot een fusie te komen. Water bij de wijn Deze gesprekken kwamen er in- derdaad. In grote lijnen komen de momenteel belangrijkste ver- schillen in opvattingen hierop neer: - Het KiMo heeft de vorm van een stichting. De NVPM is een vereniging waarvan tandartsen lid kunnen worden en stem- recht hebben. - Het KiMo geeft behalve tand- artsen ook andere beroeps- groepen in de mondzorg een plaats in de deelnemersraad. De NVPM doet dit ook, maar brengt onderscheid aan door alleen tandartsen stemrecht te geven (in het compromisvoor- stel van KNMT en ANT kun- nen bijvoorbeeld mondhygië- nisten zich als buitengewoon lid aanmelden). - De financiering van het KiMo is deels gebaseerd op overheids- subsidie, terwijl de NVPM door KNMT en ANT wordt bekos- tigd. Beide partijen deden intus- sen veel water bij de wijn. Het KiMo heeft bijvoorbeeld geac- cepteerd dat het gefuseerde in- stituut een vereniging wordt, ter- wijl in de aangepaste voorstellen van KNMT en ANT ook andere professionals in de mondzorg lid kunnen worden, hetzij als bui- tengewoon lid zonder stemrecht. Toch hebben de partijen, ook na het overleg van woensdag 23 maart, nog geen overeenstem- ming bereikt. Al met al wordt de deadline van Zorginstituut ­ Nederland (ZiN), dat de partijen half februari nog een maand gaf om eruit te komen, bij lange na niet gehaald. Gelijkwaardige positie tandarts en mondhygiënist “Het draait nog om een paar kwesties,” vertelt prof. dr. Rob Burgersdijk aan Dental Tribune. De voorzitter van de Federatie Tandheelkundig Wetenschap- pelijke Verenigingen (FTWV) en directeur a.i. van het KiMo ziet het betrekken van onder andere mondhygiënisten en tandprothe- tici bij het KiMo veruit als groot- ste breekpunt. “In deze tijden van taakherschikking is het cruciaal dat de richtlijnen mondzorgbreed en vanuit integrale zorgverlening worden opgesteld en door alle be- roepsgroepen gedragen worden. Niemand zit erop te wachten dat elk van deze groepen eigen richt- lijnen gaat ontwikkelen.” Bur- gersdijk vervolgt: “De ANT en in mindere mate de KNMT vinden echter dat het een vereniging van tandartsen moet worden, hoewel het ministerie van VWS en ZiN op breed gedragen richtlijnen ha- meren.” Eerder werd de vergelijking gemaakt met het Nederlands Huisartsen Genootschap, waar verpleegkundigen en dokters- assistenten geen inspraak krij- gen in de richtlijnen. Waarom dan geen ‘eigen’ richtlijnen voor tandartsen? Burgersdijk vindt deze vergelijking mank gaan. “De mondhygiënist en de tandprothe- ticus zijn zelfstandig opererende professionals, met eigen verant- woordelijkheden en bevoegdhe- den, en niet per definitie in loon- dienst bij de tandarts. Dat maakt de situatie totaal anders dan bij huisartsen.” Daarnaast ziet de FTWV pro- blemen in de nieuw voorgestelde statuten door het ‘NVPM-kamp’, waarin de besturen van de be- roepsverenigingen “een te grote vinger in de pap krijgen. De eer- ste drie jaar zouden leden alleen de status van aspirant-leden krij- gen, waardoor de verenigingsbe- sturen het in feite voor het zeg- gen hebben. We zouden de op te richten richtlijnenvereniging liever zelfstandiger laten opere- ren, waardoor deze het karakter van een wetenschappelijke ver- eniging krijgt.” Burgersdijk ver- wacht echter dat op dit punt wel een akkoord bereikt gaat worden en dat het er vermoedelijk op uit- draait dat leden vanaf het begin ‘volwaardige’ leden worden. “De hamvraag blijft: van wie is de ver- eniging?” Volgens Burgersdijk worden de wetenschappelijke verenigingen die hij vanuit de FTWV vertegen- woordigt onderhand “doodmoe” van het slepende dossier. “Zij vra- gen: is het nu nog niet opgelost? Het is een schande dat we al zo lang bezig zijn. Dat onze weg de goede is, wordt ondersteund door ZiN: dat liet ons weten zich te kunnen vinden in de statuten en het meerjarenplan van het KiMo en niet in dat van de NVPM. Des- ondanks steunen de wetenschap- pelijke verenigingen het water dat we bij de wijn hebben gedaan, want voor het noodzakelijke draagvlak erkennen zij het belang om de beroepsverenigingen aan boord te krijgen.” Populisme Voor het geluid vanuit het ‘NVPM-kamp’ belden we met Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. Die constateert dat er door de bereidheid tot com- promissen veel vooruitgang is geboekt, maar kan zich, net als de KNMT, niet vinden in de ge- lijke positie van mondhygiënis- ten en tandprothetici waarop het ‘KiMo-kamp’ blijft hameren. “Dat gaat gewoon te ver en op dit punt gaan we dus ook niet toege- ven. Het leidt echt tot een afbraak van onze positie als tandart- sen en dat ook nog eens op kos- ten van tandartsen zelf.” Hierbij trekt Vaartjes ook de rol van on- derhandelaar Burgersdijk in twij- fel. “Burgersdijk was destijds één van de auteurs van het Rapport Linschoten, dat een verregaande taakherschikking in de mond- zorg bepleitte. Het lijkt alsof hij een dubbele agenda heeft en het KiMo als instrument gebruikt om deze plannen door te voe- ren en een gelijke positie van de mondhygiënist te forceren.” Zelf wijst Burgersdijk deze sug- gestie zeer stellig van de hand. “Vooral bij de ANT leeft sterk het idee dat richtlijnen tandart- sen de taakdelegatie door de strot zouden duwen. Die zaken staan volledig los van elkaar, de richt- lijnen gaan daar helemaal niet over. Het is zelfs zo dat ik per- soonlijk tegenstander ben van een verdere verruiming van het takenpakket van de mondhygië- nist. Het is jammer dat anderen hun toevlucht nemen tot onzin- nige, populistische praat waarbij op de man gespeeld wordt om de beroepsgroep voor zich te win- nen. Het is volstrekt uit de lucht ­gegrepen.” Bovendien, stelt Burgersdijk, is de weerzin van tandartsen tegen taakdelegatie überhaupt merk- waardig. “Het doorvoeren van de taakherschikking moet voor de tandarts als academicus bij- zonder aantrekkelijk zijn. Uit onderzoek is gebleken dat 60% van de werkzaamheden van de solistisch werkende tandarts op hbo- of zelfs mbo-niveau liggen. Het zou voor tandartsen prach- tig zijn als zij hun handen vrij- houden voor uitdagende casus, waarin zij worden uitgedaagd op academisch niveau en op de toppen van hun kunnen te pres- teren. Of mondhygiënisten ver- volgens al dan niet een opdracht van de tandarts nodig hebben om bepaalde nu nog voorbehou- den behandelingen uit te voeren, daar gaan de richtlijnen helemaal niet over.” In reactie zegt Vaartjes: “Het is allereerst een belediging voor het tandartsenvak dat een groot deel van ons werk geen academisch niveau zou hebben. Daarnaast, als ik als tandarts drie implanta- ten heb geplaatst, vind ik het best prettig om tussendoor drie vul- lingen te vervaardigen. Je moet niet de hele dag op topniveau be- zig willen zijn. Delegeren is inge- wikkeld en gebeurt in de praktijk gewoon veel minder dan de 60% die de overheid, met lagere tarie- ven als doel, zou willen.” Sluitstuk? Beide partijen erkennen dat zij dicht bij overeenstemming zijn, maar vinden het tegelijkertijd frustrerend dat het ‘breekpunt’ van de gelijke stemrechten voor een impasse zorgt. Elk van hen Het KiMo wil een gelijke positie van de mondhygiënist forceren legt de oorzaak van de vertra- ging bij de ander. Vaartjes: “In dit dossier is onze samenwerking met de KNMT tot nu toe erg goed ­ geweest. We hebben naar mijn gevoel in goed overleg ontzettend veel water bij de wijn gedaan, maar het KiMo wijst allerlei lijm- pogingen af.” Is door het slepende overleg de ontwikkeling van richtlijnen in de ijskast gezet? “Zeker niet,” be- zweert Burgersdijk. “Aan de eer- ste richtlijnen wordt gewerkt met helaas nog beperkte financiële middelen. Het wachten is op de eerder in het vooruitzicht gestel- de startsubsidie van VWS (waar- bij Vaartjes overigens aantekent dat deze startsubsidie nooit ge- geven zou worden, omdat NVPM als tweede speler ook aan de wet- telijke vereisten voldoet, red.). Inmiddels is KiMo een richtlijn over peri-implantitis aangeboden door de NVvP en NVOI en door ons beoordeeld aan de hand van de EBRO-procedure. Na enkele aanpassingen hopen we de de- finitieve versie later dit jaar voor te leggen aan de betrokken be- roepsgroepen en vervolgens aan ZiN, zodat de eerste richtlijn een feit is.” Of deze en volgende mondzorg­ richtlijnen uiteindelijk ook door de beide beroepsverenigingen en hun leden wordt gedragen, is vooralsnog niet duidelijk. In april vindt het volgende over- leg ­ tussen de onderhandelen- de partijen plaats en wordt, zo wordt alom gehoopt, de impasse ­doorbroken.  ■ Noot van de redactie: Van de beroepsverenigingen van mond­ hygiënisten en tandprothetici (resp. NVM en ONT) ontvingen wij inhoudelijke reacties op dit artikel. U kunt deze raadplegen op onze website www.dental- tribune.nl, rubriek 'Nieuws', 1 april 2016. 60% van de werkzaamheden van de tandarts ligt op hbo- of zelfs mbo-niveau Prof. dr. Rob Burgersdijk, directeur a.i. van het KiMo. Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT.

Pages Overview