Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.3, 2016

10 Excerpt dental tribune - netherlands edition april 2016 Op leukoplakie lijkende afwijkingen Dit is een fragment uit het ­ recent verschenen nascholings­ programma Leukoplakie en ­ daarop lijkende afwijkingen ­ (AccreDidact), geschreven door prof. dr. Isaäc van der Waal. 3.1 Inleiding Er is een groot aantal witte en wit- rode afwijkingen die op leuko- plakie kunnen lijken. Daarnaast zijn er enkele overwegend witte afwijkingen waarover discussie mogelijk is of het nu om echte leu- koplakie gaat of dat sprake is van een aparte entiteit. De afwijkin- gen die in tabel 3.1 in alfabetische volgorde worden genoemd, zullen hier nader worden toegelicht. 3.2 Alveolar ridge keratosis De Engelse term alveolar ridge ­keratosis is primair een klinische diagnose voor een witte slijm- vliesverandering op een al dan niet betand deel van de processus alveolaris, mogelijk veroorzaakt door kauwen van stevig voedsel of eventueel het dragen van een prothese. Een bekende plaats is het gebied van het trigonum re- tromolare. Er is bij deze aandoe- ning enige overlap met de nog te bespreken frictional keratosis. Het gebruik van de term ­ keratosis als een klinisch begrip is eigenlijk onjuist. Niet altijd blijkt een witte slijmvliesafwijking bij histopathologisch onderzoek ­ (hyper)keratose te laten zien. Een betere benaming is alveolar ridge lesion, respectievelijk frictional lesion, zo er al behoefte is om hier van een entiteit te spreken. In de literatuur hebben enkele onder- zoekers ervoor gepleit om alveo- lar ridge keratosis als een aparte, goedaardige entiteit te beschou- wen en niet als leukoplakie. Hoe- wel maligne ontaarding van wit- te slijmvliesveranderingen van de processus alveolaris en de gingiva relatief zeldzaam is, lijkt het veili- ger deze laesie toch als een vorm van leukoplakie te beschouwen. 3.3 Etsing door aspirine of paracetamol Het langdurig en frequent in het wangslijmvlies houden van ­ aspirine- of paracetamoltabletten (vrijwel altijd in een poging om kiespijn te bestrijden) kan leu- koplakieachtige, soms enigszins afveegbare veranderingen van de omslagplooi veroorzaken of van het wangslijmvlies en de tegen- overliggende tongranden. Het is een onschuldig fenomeen. Na het stoppen van het in de mond aanbrengen van dit soort tablet- ten blijkt het slijmvlies zich bin- nen enkele weken weer geheel te kunnen herstellen. Tandartsen kunnen dit zelf in hun praktijk controleren. Als de afwijking niet binnen enkele weken is verdwe- nen, is verwijzing naar de MKA- specialist geïndiceerd. 3.4 Candidose Orale candidose kan zich in ver- schillende vormen uiten, te we- ten in een pseudomembraneuze, een erythemateuze (rode) en een hyperplas- tische vorm. Het is niet bekend waarom de ene dan wel de andere vorm ontstaat. De aanleidingen tot het ontstaan van candidose, meestal veroorzaakt door Candida albicans, variëren van lokale factoren, zoals het ge- bruik van lokale corticosteroïden − denk daarbij aan het gebruik van inhalers bij chronische lon- gaandoeningen − bestraling in het hoofd-halsgebied en vermoe- delijk ook roken, tot het langdu- rig gebruik van immunosuppres- siva. Er is discussie in hoeverre Candida albicans een rol speelt bij het ontstaan of onderhouden van ragaden (perlèches), met name bij prothesedragers met een te lage beet. Candidose kan zich overal in de mond voordoen, maar komt vooral voor op het wangslijm- vlies, de omslagplooien in boven- en onderkaak, het palatum en de tong, zowel de randen van de tong als de tongrug. Opvallend is dat candidose zich eigenlijk nooit op de gingiva voordoet. De tand- arts zal in de regel in staat zijn de diagnose candidose zelf te stel- len of ten minste te vermoeden. Aangezien de oorzakelijke facto- ren (uitgezonderd een te lage beet bij een prothesedrager) niet van tandheelkundige aard zijn, zal de tandarts meestal een beroep doen op de MKA-specialist om het verdere beleid te bepalen. 3.4.1 Pseudomembraneuze ­candidose Bij het pseudomembraneuze type worden klinisch witte, roomach- tige en gemakkelijk afveegbare witte plaques gezien. Er is vrij- wel altijd sprake van dubbelzij- dig voorkomen in een min of meer symmetrisch distributiepatroon. Door deze eigenschappen kan meestal gemakkelijk onderscheid worden gemaakt met leukoplakie, waarbij immers geen sprake is van afveegbaar-zijn en symmetrisch voorkomen relatief zeldzaam is. 3.4.2 Erythemateuze candidose Het erythemateuze type doet zich vooral voor op het palatum en de tongrug. Bij laatstgenoemde lo- kalisatie moet dan vooral worden gedacht aan mediane romboïde glossitis. Bij erythemateuze can- didose van alleen het palatum gaat het bij de oorzakelijke facto- ren niet zelden om corticosteroï- den bevattende inhalers. Patiën- ten dienen na het gebruik van een inhaler de mond gedurende enke- le minuten grondig te spoelen. Bij gelijktijdig op het palatum en de tongrug voorkomen van candido- se wordt vaak gesproken van een kissing lesion. De gedachte daarbij is, dat de schimmelinfectie door direct contact van de ene naar de andere plaats wordt overge- bracht. Een rode plek in de medi- aanlijn van het palatum kan ook het gevolg zijn van fellatio. Het klinische aspect van ery- themateuze candidose kan voor- al doen denken aan e­ rytroplakie. Evenals bij het pseudomembra- neuze type is bij het erythema- teuze type sprake van dubbelzij- dig voorkomen in een min of meer symmetrisch patroon. Daardoor kan op klinische gronden meest- al gemakkelijk onderscheid wor- den gemaakt met erytroplakie. Bij twijfel is een ­ biopsie vereist. 3.4.3 Hyperplastische candidose Het hyperplastische type van orale candidose is een enigszins omstreden variant. De afwijking presenteert zich als een witte, niet-afveegbare verdikking van het slijmvlies. Vaak betreft het de mondhoeken, de tongrug en de tongranden. In laatstgenoemde situatie is het klinisch soms niet goed mogelijk de afwijking te on- derscheiden van de weefselveran- deringen die zich bij morsicatio kunnen voordoen. Ook kan het klinische beeld sterk lijken op dat van de nog te bespreken harige leukoplakie. Afbeelding 15a-b. Witte verandering van het slijmvlies van het trigonum retromolare aan beide zijden in de onderkaak. Sommigen beschouwen deze veranderingen als goedaardig (alveolar ridge keratosis). Afbeelding 16. Leukoplakieachtige laesie ten gevolge van lokaal aspirinegebruik (foto: C. de Baat). Afbeelding 17a-b. Leukoplakieachtig beeld in de omslagplooi in het bovenfront. Het is een gemakkelijk afveegbaar beslag passend bij pseudomembraneuze candidose. Afbeelding 18a-b. In de mediaanlijn van het palatum wordt het beeld gezien van erythemateuze candidose. Bij dezelfde patiënte werd een aspect van romboïde glossitis gezien. Afbeelding 19a-b. Witte, iets wratachtige verdikking van de tongrug. Bij het biopt werden in het oppervlak schimmeldraden aangetroffen. De vraag is of hier primair sprake is van (hyperplastische) candidose of van leukoplakie met secundaire aanwezigheid van Candida albicans. Afbeelding 20a-b. Lichenoïd patroon van het slijmvlies mogelijk veroorzaakt door langdurig contact met amalgaam. Na vervanging van het amalgaam trad binnen een maand volledig herstel op. alveolar ridge keratosis aspirine-etsing candidose contactlaesie ziekte van Darier-White frictional keratosis glasblazerslaesie harige leukoplakie huidplastiek landkaarttong leukodeem lichen planus lichen sclerosus linea alba lupus erythematodes morsicatio (wang-, tong- of lip- bijten) papillomen en andere wrat­ achtige laesies syfilis, secundair affect tabakgerelateerde afwijkingen verrukeus carcinoom witte sponsnaevus Tabel 3.1. Op leukoplakie gelijkende afwijkingen

Pages Overview