Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.3, 2016

4 Binnenlands nieuws dental tribune - netherlands edition april 2016 OSS – Apothekers verstrekten in 2015 ruim een miljoen keer een geneesmiddel op basis van een recept van een tandarts of een kaakchirurg. Tandartsen, die ongeveer 70% van de recepten voor hun rekening nemen, schrij- ven het meest een antibioticum voor. Kaakchirurgen bestrijden met hun recepten vooral pijn. Dat blijkt uit cijfers van de openbare apotheken over 2015. Van de geneesmiddelen die tandartsen en kaakchirurgen voorschrijven zijn antibiotica voor systemisch gebruik een be- langrijke groep. Op 41% van de tandartsenrecepten staat het antibioticum amoxicilline ver- meld. Bij ongeveer 15% daarvan gaat het om een vaste combinatie van dit breedspectrum-antibioti- cum met de penicillinaseremmer ­ clavulaanzuur. Andere antibio- tica die tandartsen voorschrijven zijn metronidazol en clindamy- cine, die beide afzonderlijk goed zijn voor 2,5%. Bij de kaakchi- rurgen is ibuprofen met 39% van de recepten het meest voorge- schreven geneesmiddel. Andere veel voorgeschreven pijnstillers zijn naproxen (6%) en paraceta- mol/codeïne-combinaties (3,5%). Deze laatste groep wordt niet vergoed, maar is wel enkel ver- Geneesmiddel Toepassing aandeel receptuur amoxicilline (incl. met enzymremmer) Antibacterieel 41% ibuprofen Pijnbestrijding 18% chloorhexidine Desinfectie mondholte 9% fluoride Glazuurversteviging 7,5% metronidazol Antibacterieel 2,5% clindamycine Antibacterieel 2,5% paracetamol-codeïne Pijnbestrijding 1% naproxen Pijnbestrijding 1% Tabel: Door tandartsen voorgeschreven middelen met een aandeel van 1% of meer (2015). ANT vraagt Consumenten Keuzetarief aan AMSTERDAM - De ANT heeft eind maart bij de Nederlandse Zorg­ autoriteit (NZa) officieel het Con- sumenten Keuzetarief (CKT) aan- gevraagd. Met het tarief wil de ANT maatwerk in de mondzorg weer mogelijk maken. Patiënten en tandartsen kunnen in het CKT zelf afspraken maken voor de meerprijs van bepaalde behande- lingen. Met het Consumenten Keuze- tarief wil de ANT een structuur creëren die recht doet aan een doelmatige, goede en betaalba- re mondzorg voor de samenle- ving, die past binnen de huidige wet- en regelgeving én ruimte biedt aan consumenten en tand- artsen die elkaar willen vinden voor hoogwaardige, innovatieve en/of esthetische mondzorg. In het huidige bekostigingssysteem lopen patiënten met specifie- ke wensen tegen restricties aan. Wanneer zij een behandeling willen die niet in het tariefsys- teem is gevat, of meer kost dan het vastgestelde tarief, lopen zij tegen restricties aan. Anderzijds zien tandartsen die maatwerk willen bieden of innovatieve ma- terialen, - diagnostiek of speciale behandelmethoden willen toe- passen, vaak geen mogelijkheid om hun inspanningen door te berekenen, waardoor ze noodge- dwongen onder kostprijs werken. Welk soort behandelingen? Het Consumenten Keuzetarief geldt waarschijnlijk straks voor een deel van de huidige presta- tiecodes. De focus zal liggen op de restauratieve ­ tandheelkunde en een tijdstarief. Zo valt er te denken aan patiënten met milde tandartsangst die graag langer de tijd willen nemen voor behan- delingen. Maar ook het doorbe- rekenen van meerkosten van bijzondere materialen bij estheti- sche behandelingen, of minimaal ­ invasieve restauratieve en chirur- gische technieken die minder be- lastend zijn voor de patiënt. “Als de patiënt die meerkosten – in goed overleg met de tandarts – zelf wil betalen, is er geen alge- meen belang dit niet toe te staan,” ­ aldus ANT-voorzitter Jan Willem ­ Vaartjes over het plan in Dentz. Volgens Vaartjes staan alle l­ ichten nu op groen voor het ­ realiseren van het CKT. De NZa zou positief op het plan hebben gereageerd en meedenken over hoe dit praktisch vorm te geven. Ook patiëntenorganisaties zo- als NPCF en de Consumenten- bond zien wel iets in het CKT. Zij stellen echter wel de voorwaarde dat de patiënt goed voorgelicht wordt wat het CKT inhoudt en dat invoering niet mag beteke- nen dat de kwaliteit van basis- mondzorg daalt. Vaartjes zegt dat dit geenszins de bedoeling is. “De ­ standaardbehandeling moet ­ uitstekend blijven. Maar er moeten niet langer kunstgre- pen ­ nodig zijn om maatwerk te ­ leveren aan patiënten die daarom vragen.” (bron: ANT)  ■ krijgbaar op recept. Ook bij tand- artsen is ibuprofen het meest voorgeschreven middel voor pijn- stilling: 18% van de tandartsre- cepten betreft de pijnstiller. Na antibiotica en pijnstillers worden door mondzorgprofes­ sionals uiteraard ook veel midde- len met fluoride voorgeschreven, ter voorkoming van cariës. In de vorm van een gel met een hoge- re concentratie fluoride is dit een receptplichtig geneesmiddel dat wordt vergoed uit de basisver- zekering. Als mondspoeling is fluoride zonder recept verkrijg- baar; toch betreft driekwart van de tandartsrecepten voor fluori- de een mondspoeling. Ook voor chloorhexidine als antibacterieel spoelmiddel voor de mond geldt dat geen recept nodig is, maar ook dit wordt veelvuldig voorge- schreven door tandartsen. (bron: Medical Facts)  ■ Mensen met laag inkomen mijden vaker tandarts DEN HAAG – Hoe hoger het in- komen, hoe vaker mensen naar de tandarts of mondhygiënist gaan. Dat blijkt uit cijfers van het ­ Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gemiddeld gaven acht op de tien Nederlanders aan ten minste één keer in het afgelopen jaar naar de tandarts te zijn geweest. Van de laagste inkomensgroep in Nederland heeft ruim 70% ten minste één keer per jaar contact met de tandarts, meldt het CBS. Dat percentage stijgt naarmate het inkomen van een huishouden toeneemt: bij de hoogste inko- mensgroep is het bijna 90%. Voor bezoeken aan de mond­ hygiënist zijn de verschillen vergelijkbaar. Iets meer dan een vijfde van de Nederlanders in de laagste inko- mensgroep ziet minstens een- maal per jaar een mondhygiënist, terwijl dat bij de hoogste inko- mens ruim een derde is. Bij kinderen zijn er geen ver- schillen naar inkomensgroepen, vermoedelijk doordat deze zorg vergoed wordt vanuit de basisver- zekering. Tot hun zestiende gaan jongeren bijna allemaal minstens één keer per jaar naar de tand- arts (97 procent). Na hun twintig- ste daalt de mate van tandarts- bezoek naar 80 procent. Van de 75-plussers gaat slechts de helft naar de tandarts; in 2013 had 70 procent van deze leeftijdsgroep een kunstgebit. Opvallend is dat bij andere vor- men van zorg een omgekeerde tendens geldt. Van de mensen met een lager inkomen bezoekt een hoger percentage de huisarts, specialist, of psycholoog dan van de mensen met een hoger in- komen. Een logische verklaring hiervoor is het feit dat deze zorg- vormen vaak gedekt worden door de basisverzekering, maar ook de gemiddeld minder gezonde leef- omstandigheden en de geringere levensverwachting van mensen met een laag inkomen zal een rol spelen. Armen sterven gemiddeld eerder dan hun leeftijdsgenoten uit de hoogste inkomensgroepen. De mondhygiënist wint aan po- pulariteit. Mensen in de leeftijds- groep tussen 50 en 55 jaar gaan het meest naar de mondhygiënist: 38 procent van hen ging het afge- lopen jaar minstens één keer. In de jongste en oudste leeftijdsgroe- pen is dit ongeveer de helft lager. De toenemende populariteit ver- taalt zich ook in een groeiend aan- tal werknemers in die beroeps- groep: tussen 2006 en 2012 is het aantal mondhygiënisten verdub- beld. (bron: CBS/de Volkskrant)  ■ ANT waarschuwt tandartsen voo­ r ­uitvraag door NZa AMSTERDAM – De ­Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nodigt ­ momenteel individuele tand­ artsen uit voor een gesprek over de vraag hoe men in het veld te- gen de prestatielijst aankijkt. Tandartsorganisatie ANT waar- schuwt tandartsen hier niet of zeer voorzichtig op in te gaan, omdat niet duidelijk is waar de gesprekken voor dienen en hoe de resultaten worden vastgelegd. De ANT is niet betrokken bij deze actie van de zorgautoriteit, maar ontving van een aantal le- den vragen over de uitnodiging en is niet gerust over de gang van zaken. In de uitnodiging voor een vraaggesprek, die de ANT heeft kunnen inzien, geeft de NZa aan in de komende periode te willen inventariseren “welke knelpun- ten enerzijds en voordelen ander- zijds door zorgaanbieders worden ervaren bij de huidige presta- tielijst en/of welke toekomst zij zien voor de beleids- en presta- tiestructuur in de mondzorg.” De gesprekken moeten de toe- zichthouder helpen bij “de vor- ming van het (toekomstig) beleid, om een antwoord te krijgen op de vraag of en eventueel welke aan- passingen aan de prestatielijst nodig zijn.” Op het eerste oog lijkt er wei- nig aan de hand, zo laat de ANT in een persbericht weten, maar het is niet duidelijk wat er met de resultaten van deze steekproef gebeurt. Iets wat in het verle- den nooit in het voordeel van de beroepsgroep heeft gewerkt, zo meent de organisatie. Bovendien is er niets vastgelegd over de ver- slaglegging van de gesprekken, waardoor niet duidelijk is hoe de NZa de uitkomsten zal inter­ preteren. De ANT vindt deze wijze van onderzoek niet het ge- schikte middel voor het trekken van conclusies over het toekom- stig tarievenbeleid dat een hele beroepsgroep aangaat. In een ­ bericht naar haar leden verzoekt de ANT hen dan ook ‘op hun­ hoede’ te zijn. (bron: ANT)  ■ Slechts 70% bezoekt minimaal eens per jaar de tandarts Tandartsen schrijven vooral antibiotica voor

Pages Overview