Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

15Reportagedental tribune - netherlands editiondecember 2015 aliseren omdat zij de kwaliteit van zorg bepalen. Een zorgver- zekeraar gaat hier niet (primair) over. Als het veld in de praktijk laat zien dat Gewoon Gaaf leidt tot een betere kwaliteit van zorg tegen lagere zorgkostengroei, zal VGZ deze methode vervolgens bevestigen en betalen.” CZ heeft inmiddels met een pi- lotgroep zorgaanbieders (tand- artsen en een Instelling voor Jeugdtandverzorging) afspra- ken gemaakt over zorgverlening middels NOCTP. “Als wij zien dat zorgaanbieders met deze methode het beoogde resultaat behalen bij verzekerden, belonen we hen daarvoor.” CZ hanteert hiervoor max-max-tarieven, waarvan de zorgverzekeraar de exacte beloning overigens niet wil prijsgeven. De woordvoerder van CZ merkt op dat in de huidige tariefbeschik- king zorgaanbieders die meer fo- cus leggen op het restauratieve vlak beter gehonoreerd worden dan zorgverleners die zich hard maken voor preventie. Dat wringt natuurlijk. “Wij willen de prikkel meer richting het preventieve vlak ombuigen. Preventie zorgt voor lagere kosten op langere termijn en bewezen betere kwaliteit.” Ivoren Kruis-secretaris van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten Nap valt de in- teresse van verzekeraars ook op. Wel voegt zij eraan toe dat het rendement van Gewoon Gaaf – het uitblijven van cariës – pas na een aantal jaar zichtbaar is. Dat kan voor verzekeraars een drem- pel zijn, zegt Nap. “De verzeker- den kunnen dan zijn overgestapt naar een andere verzekeraar of inmiddels ouder zijn dan acht- tien, waardoor zij niet meer onder de basisverzekering vallen.” Ove- rigens ontkennen de door ons ge- ïnterviewde zorgverzekeraars dat deze overweging een rol speelt. Nap denkt dat een systeem van pay for performance, zoals CZ nu in de pilotgroep uitprobeert, een mogelijkheid kan zijn voor be- tere financiering. Ook een abon- nementssysteem is een mogelijk- heid. Maar het Ivoren Kruis gaat niet over mondzorgtarieven en heeft niet de middelen om een betere tariefstructuur te onder- zoeken of te implementeren. Nap ziet graag dat Gewoon Gaaf ge- zamenlijk groter wordt gemaakt, met opleidingen, verzekeraars, consumenten, beroepsverenigin- gen en de overheid. De laatste fa- ciliteert Gewoon Gaaf nog niet. Vervolgonderzoek Wat uiteindelijk de kosten zijn van Gewoon Gaaf – en hoe de me- thode uitpakt ten opzichte van meer restauratief werken – is nog niet bekend. Erik Vermaire, nu tandarts-onderzoeker bij TNO Life Style / Child Health, bere- kende in zijn proefschrift enkel de tijdsinvestering van tandart- sen. Die ligt de eerste anderhalf jaar hoger dan bij de conventio- nele methode, maar daarna niet meer. Meer onderzoek naar de kosteneffectiviteit is hard nodig, zegt Vermaire, waarbij bijvoor- beeld ook de kosten van een res- tauratie op lange termijn worden meegewogen. Ook de kwaliteit van leven moet onderzocht wor- den. Niet alleen ziektespecifiek – wat betekent het als je bijvoor- beeld niet kunt kauwen of praten – maar ook de algehele kwaliteit van leven. Wat levert het in pre- ventie geïnvesteerde geld uitein- delijk op aan levenskwaliteit? In vervolgonderzoek ziet Vermai- re ook een rol weggelegd voor de verzekeraars. “Cariës is im- mers een van de duurdere ziek- tes. Niet omdat de kosten van een tandheelkundige behandeling zo hoog zijn, maar omdat ontzet- tend veel mensen er last van heb- ben, terwijl cariës voorkomen kan worden.” Zelf is Vermaire in- middels, samen met promovenda Ashley Verlinden, een vervolg op zijn promotieonderzoek gestart onder de naam ‘Giga Gaaf’, waar- in hij zich primair richt op ge- dragsmatige en gezondheidseco- nomische aspecten bij kinderen van nul tot zes jaar. Verder is de participatie van ouders vervolgonderzoek waard. “Het werken met Gewoon Gaaf kan voor ouders voelen alsof er een warme jas wordt uitgetrok- ken,” zegt Vermaire. “Bij hun eerste kind werden blijvende mo- laren standaard geseald, bij hun tweede kind opeens niet meer. De verantwoordelijkheid voor het gebit van hun kind wordt terug over de schutting gegooid naar de ouder, bij wijze van spreken. Het zou goed zijn om de verschil- lende attitudes van ouders ten aanzien van mondgezondheid verder te onderzoeken en hen be- ter te kunnen coachen.” Het zal sommigen wellicht op- vallen dat Vermaire niet pleit voor het zo snel mogelijk en massaal implementeren van de door hem bepleite metho- de, maar juist voor een geleide- lijke en stapsgewijze ontwikke- ling. De methode van bovenaf ‘opleggen’ aan de beroepsgroep lijkt hem niet het meest effec- tief. “We moeten eerst consen- sus in de beroepsgroep krijgen over NOCTP. Mijn voorkeur zou zijn om eerst een stuk of tien pi- lotpraktijken te hebben die NOC- TP toepassen. Daarvan kun je na een paar jaar veel leren. Anders ontstaat er wellicht wildgroei, als mensen niet goed weten hoe ze de methode op de juiste ma- nier kunnen toepassen. En in de pilot kan ook de juiste tarifering bekeken worden, daar is gewoon meer onderzoek voor nodig.” Van curatie naar preventie Het Ivoren Kruis beoogt in 2020 zeshonderd tandartspraktijken met Gewoon Gaaf te laten wer- ken. Dat doel is haalbaar, denkt Nap. De afgelopen twee jaar heb- ben zo’n tweehonderd mond- zorgverleners de cursus Gewoon Gaaf gevolgd. Daarmee zaten de cursussen steeds vol. Nap: “Dat is nog maar het begin.” Gewoon Gaaf zou zich als een olievlek over het mondzorgveld moeten verspreiden. Beginnend bij de tandartsen en mondhygi- ënisten zelf en later gezamen- lijk met partners als opleidingen, verzekeraars en beroepsorga- nisaties de methode groter ma- ken. Het Ivoren Kruis is daarbij een partnership aangegaan met de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) en een partij uit het bedrijfsleven. “We willen niet in een keer het hele veld op zijn kop zetten,” zegt Rietmeijer. Ook tandartsen raadt hij aan niet de hele praktijk voor Gewoon Gaaf overhoop te halen. “Begin met een paar patiënten en breid dat langzaam uit.” Rietmeijer zegt graag gewild te hebben dat hij als startende tandarts de kennis van Gewoon Gaaf had gehad. “Vroeger riep je gewoon tegen iedereen ‘beter poetsen’. Terwijl het zo goed is om kinderen individueler te be- naderen. Mij lijkt het een fan- tastisch instrument om mee te werken.” Toch stond zijn werk- zame leven in het teken van cu- ratie. “Het is een majeure stap voor de beroepsgroep om van cu- ratie naar preventie te gaan. Maar aangezien cariës een vermijdbare ziekte is, is het raar dat we nog steeds zo op curatie gericht zijn.” Is de tandheelkunde wel klaar om meer preventiegericht te wer- ken? Tandartsen kunnen zichzelf financieel in hun eigen vingers snijden met Gewoon Gaaf – min- der cariës betekent mogelijk min- der werk. “De professie móet er klaar voor zijn,” vindt Rietmeijer. “Het is heus niet meteen een be- dreiging voor tandartsen om zich minder te richten op restauratie. Misschien zijn op den duur min- der tandartsen nodig, maar daar zullen een paar generaties over- heen gaan.” Vermaire zou graag naar een meer preventieve aanpak over- gaan en gelooft daar ook in. De idee dat tandartsen niet staan te springen om Gewoon Gaaf van- wege omzetderving schuift hij direct opzij. “Daarmee doe je de beroepsgroep tekort. Het ultieme doel van de tandarts is niet om zo veel mogelijk te restaureren, maar om mensen met een gezond gebit oud te laten worden. Het is echter wachten op een paradig- mashift in de vergoedingen tot de beroepsgroep in groten getale zal meebewegen. De werkzaamhe- den van de tandarts worden dan wellicht verlegd, maar een meer coachende rol kan ook hartstik- ke leuk zijn.” Ook Bosma gelooft niet dat tandartsen met Gewoon Gaaf zichzelf benadelen. “Tand- heelkunde blijft altijd nodig. Er- gens zou het mooi zijn als je als tandarts overbodig zou worden.” Sleutel in Den Haag Al met al zijn er hoopgevende bewegingen in gang gezet, maar moeten we ook concluderen dat de sleutel in Den Haag ligt om de paradigmawisseling naar meer preventie te bereiken. Linkse partijen als SP en PvdA profile- ren zich vanouds in deze rich- ting, maar ook uit het politieke midden komen goede intenties: zo pleitten CDA en D66 in 2012 al voor een ‘nationaal preven- tieplan’ en noemde parlemen- tariër Hanke Bruins Slot (CDA) preventie “de ultieme gezond- heidszorg,” maar constateerde zij ook dat initiatieven op dit gebied vooralsnog vaak in goede bedoe- lingen stranden. In een Europese vergelijking uit 2013, gepubliceerd in het Ne- derlands Tijdschrift voor Genees- kunde, eindigde Nederland ach- ter de Scandinavische landen op de vijfde plaats van landen met het meest preventieve zorgbeleid. Het is te hopen dat de komen- de jaren de trend naar preventie wordt doorgezet en dat ook de or- ganisatie van de mondzorg zich in die richting ontwikkelt. Tot de tarieven zijn aangepast en mond- zorgpreventie wellicht volledig in de basisverzekering komt, zal de tandarts – en de patiënt – over de financiële hindernissen heen moeten stappen. Bosma besluit dan ook dat het van belang is dat je preventie met je hart doet. “Als het alleen een geldkwestie is, wordt het niets. Voor preventie moet je de tijd nemen, en mede- dogen hebben met de ouders. Die weten soms niet beter.” Reageren op dit artikel? Stuur een e-mail naar redactie@ dental-tribune.nl. ■ Teun Rietmeijer (links) nam recentelijk afscheid als voorzitter van het Ivoren Kruis. Op deze foto krijgt hij – als kersvers erelid – het gouden logo van de vereniging opgespeld door de nieuwe voorzitter, Onno Hofman. (foto: Ivoren Kruis) Roepen dat mensen beter moeten poetsen is niet voldoende www.qlinix.nl “Met gunstiger tarieven zou ik meer aan preventie doen” Discussieer mee op Qlinix!

Pages Overview