Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

www.dental-tribune.nl DENTAL TRIBUNE The World's Dental Newspaper - Netherlands Edition Kritiek op orthodontisten “Patiënten onvoldoende geïnformeerd” Pagina 4 Uitneembare brug Geschikte oplossing bij parodontitis Pagina 16 Digital Smile Design Aandacht voor gebitscorrecties tijdens KNMT Jaarcongres Pagina 17-18 jaargang 5 | nummer 4mei 2015 autoclaven | thermodesinfectoren | hoekstukken | instrumenten voor meer informatie: www.straightdental.com scaler tips autoclaven | thermodesinfectoren | hoekstukken | instrumenten vanaf €12,50 Voorlichting op maat cruciaal bij preventie VAN DE REDACTIE UTRECHT – Hoe bedreven de mondzorgprofessional ook is bij het restaureren, reinigen en an- derszins verfraaien van het gebit, bij de preventie van cariës is hij afhankelijk van een onbereken- bare factor: de patiënt zelf. Een patiënt die in de tandartsstoel misschien driftig knikt als hij te horen krijgt dat hij minder moet snoepen en beter moet poetsen, maar eenmaal thuis de goedbe- doelde adviezen vaak snel in de wind slaat. Hoe kan het beter? Volgens prof. dr. Cor van Loveren ligt de sleu- tel in voorlichting op maat. De bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde bij ACTA vertelt in deze Dental Tribune (zie pagina 6-9) dat een persoonlijke aanpak veel beter bij de patiënt blijft han- gen dan generieke aanwijzingen als ‘ga nu eens beter poetsen’. Voor een behandeling op maat is het belangrijk eerst de patiënt in kaart te brengen. Welke risi- co-indicatoren en -factoren zijn er? Het zijn voor de tandarts of mondhygiënist noodzakelijke ge- gevens om met effectieve preven- tieve voorlichting te kunnen be- ginnen. Bij het bepalen van het cariësrisico wordt gekeken naar demografische factoren, zoals leeftijd en sociaal-economische status, maar ook naar het karak- ter en gedrag van de patiënt en naar symptomen in de mond. Zo kunnen de resultaten van plaque- verklikkers en QLF-opnamen voor de patiënt zeer interessant zijn. Het zijn zaken die voor de ge- middelde tandarts niet al te in- gewikkeld zijn. Waarom Van Lo- veren zijn pleidooien toch telkens moet herhalen? “Veel tandartsen denken dat de patiënt ‘het toch niet gaan doen’. Als je er als tand- arts niet in gelooft, krijg je ook de patiënt niet gemotiveerd. Bo- vendien is het belangrijk dat de instructies niet belerend worden gebracht,” aldus de hoog­leraar. Wanneer de PMO-frequentie wordt afgestemd op het cariësri- sico, de situatie in de mond con- creet met de patiënt wordt be- sproken en de behandelaar de tijd neemt om de patiënt daad- werkelijk te motiveren, is er wel degelijk een gedragsverandering mogelijk, zo gelooft Van Love- ren stellig. “En dat is belangrijk, want goede preventie levert ge- zondheidswinst én uiteindelijk kostenbesparing op. Helaas staat het huidige systeem meer nadruk op preventie in de weg.” Aansluitend op het interview vindt u een fragment uit het re- cent verschenen nascholings- programma Risicoschatting bij cariës­diagnostiek en -behande- ling (Accre­Didact, maart 2015; zie ­pagina 10-11). Hierin wordt be- schreven hoe de behandelaar de cariës­activiteit kan vaststellen, als basis voor een gerichte be- spreking met de patiënt.  ■ De rode fluorescentievlekken op het QLF-beeld laten zien dat er interdentaal en rondom de orthodontische brackets veel tandplaque zit. (foto: Karen van Daelen) > lees verder op pagina 3 VS schroeft fluoridering drinkwater ‘eindelijk’ terug Bezwaren ­tegen nieuwe klachtenwet NIEUWEGEIN - De nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) draagt niet bij aan betere en veiliger zorg. Dat vindt de KNMT, samen met negen an- dere organisaties van eerste- lijnszorgverleners. Gezamenlijk pleiten de zorginstanties bij de Eerste Kamer, die zich binnen- kort over de wet buigt, voor een alternatieve aanpak. De zorgorganisaties erkennen de behoefte aan vernieuwing van het klachtrecht, maar vinden dat de nieuwe wet de doelen van het klachtrecht niet waarmaakt: on- vrede bij een patiënt wegnemen en de vertrouwensrelatie tussen patiënt en zorgverlener herstel- len. De minister gaat voorbij aan het belang van het (eerst) infor- meel bespreken van klachten tus- sen zorgverlener en patiënt. Een weg die, zo blijkt uit onderzoek van NIVEL, juist veel vertrouwen van patiënten geniet. Een tweede bezwaar is dat in de nieuwe Wkkgz geen onderscheid tussen klachten en schadeclaims wordt gemaakt, waardoor het WASHINGTON – Voor het eerst sinds de invoering van drinkwa- terfluoridering in de VS in 1962 is het aanbevolen gehalte omlaag bijgesteld. Nieuwe richtlijnen ver- melden een gehalte van 0,7 mg/l. Amerikanen hebben tegenwoor- dig meer toegang tot bijvoorbeeld fluoridetandpasta, waardoor de noodzaak van drinkwaterfluori- dering afneemt. Op dit moment bevat Ameri- kaans kraanwater gemiddeld 0,8 tot 1,2 mg/l fluoride. De aanpas- sing aan de nieuwe richtlijnen zal leiden tot ongeveer 25% minder fluoride-inname via drinkwater. Gecombineerd met fluoride dat de inwoners van de VS binnenkrijgen via andere middelen (tandpasta, mondwater) zal de totale fluoride- inname dalen met zo’n 14%. Niet alleen de brede beschik- baarheid van fluoridetandpasta was volgens de Amerikaanse zorg- autoriteiten reden om de richtlijn aan te passen. Sinds de invoering van de drinkwaterfluoridering is de prevalentie van cariës en tand- bederf sterk gedaald, maar tege- lijkertijd is de prevalentie van flu- orose flink gestegen. Volgens het laatste nationale gezondheidson- derzoek (2004) heeft 20% van de Amerikanen tussen de 6 en 49 jaar een vorm van fluorose door over- matige fluoride-inname. De nieuw bepaalde normwaar- de van 0,7 mg/l zou volgens de autoriteiten precies de balans vinden tussen het behouden van de preventieve werking ten op- zichte van tandbederf en het ver- kleinen van het risico op fluoro- se. Toch groeit in de VS de lobby om drinkwaterfluoridering ge- heel te staken. Critici stellen dat overmatige blootstelling aan flu- oride meer potentiële schade op- levert dan alleen fluorose. On- der meer de ontwikkeling van ADHD en een vertraagde neuro- cognitieve ontwikkeling zijn in verband gebracht met blootstel- ling aan verhoogde concentraties ­fluoride. In West-Europa is drinkwater- fluoridering veel minder gebrui- kelijk. De meeste landen, waar- onder Nederland (behalve in de periode 1960-1976), fluorideren hun drinkwater in het geheel niet (meer). In het Verenigd Koninkrijk en Ierland wordt drinkwater wel voorzien van fluoride, hoewel in lagere concentraties dan in de VS. (bron: Dental Tribune Internati- onal)  ■

Pages Overview