Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.8, 2017

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION OKTOBER 2017 FEUILLETON 29 Tandartsverhalen Geen patiënt is hetzelfde, in het bijzonder voor wie overwegend angstige en complexe patiënten in de stoel krijgt. Em. prof. dr. M.A.J. (Michiel) Eijkman bundelde de meest bijzondere verhalen uit zijn lange loopbaan in Tanden en misverstanden – bizarre verhalen uit een tandartskamer. In Dental Tribune kunt u enkele van de verhalen lezen. In deze afl evering het titelverhaal, waarin een man met zijn zwijgzame echtgenote langskomt. Al vele jaren is hij trots op zijn ‘pronkstuk’, maar er is een probleem… 13 Tanden en misverstanden Het echtpaar dat de spreekkamer binnenkwam, had op advies van het Ziekenfonds een afspraak van een uur gemaakt. De leeftijd van de vrouw kon ik moeilijk schat- ten. Vroeger was zij waarschijnlijk aantrekkelijk geweest, maar nu zag zij er enigszins verlopen uit. Haar wangen waren ingevallen, de huid geelachtig van kleur en de dunne lippen felrood opgemaakt. Het haar was geblondeerd en in een grote knot samengebonden. Aan elk oor droeg zij een grote parel moeren oorbel. De ogen, diep verzonken in de holle oogkassen, staarden glansloos voor zich uit. Waarschijnlijk zat zij stijf onder de pillen. Toen zij de mond een beetje opendeed, zag je hagelwitte prothesetanden die onnatuurlijk en kaarsrecht als soldaatjes in een rij waren opgesteld. De vrouw ging zitten, waarbij zij haar dun- ne, knokige vingers op tafel legde die mij deden denken aan de gele botjes van een skelet. De dikke man had een rond, kaal hoofd met een ietwat vette onderkin en een gouden brilletje op zijn neus. Zijn lepe ogen staar- den mij wantrouwig, maar aan- dachtig aan. Toen ik vroeg wat ik voor hen kon doen, nam hij zijn brilletje af, pakte een zakdoek en maakte de grote ronde glazen schoon. Zonder mij aan te kijken vroeg hij zijn vrouw haar hel- groene handtas open te doen en het zakje tevoorschijn te halen. Uit de tas verscheen een buideltje dat zij langzaam opende. (cid:3) ea- traal legde zij een dozijn plastic kunstgebitten een voor een op tafel, waarna zij mij beiden in- dringend aankeken. Na een tijdje zei de man: “De gebitten van mijn vrouw.” Ik staarde naar de roze prothe- ses en zei dat de vrouw ongetwij- feld een nare geschiedenis achter de rug moest hebben. Zij zuchtte diep, en er verscheen een traan op haar gezicht. Toen ik haar vroeg of zij over de kunstgebit- ten wilde vertellen, wachtte zij af totdat haar man het woord nam. Zijn inleiding was verrassend. “Ik heb haar zo’n 15 jaar geleden op de Amsterdamse Wallen voor het eerst ontmoet. Vanaf het moment dat ik haar zag, was ik verkocht. Zij was mooi, had een prachtig gezicht, een goed fi guur, mooie blonde haren en was erg lief. Na onze eerste ontmoeting ben ik tot mijn verbazing smoorverliefd geworden, zo verliefd dat ik haar al na mijn tweede bezoek vroeg of zij met mij wilde trouwen. Met als voorwaarde dat zij direct ja zou moeten zeggen.” Hij keek zijn vrouw aan, maar deze bleef strak voor zich uitkijken. “Zij zei dat ik gek was,” ver- volgde de man, “maar mijn ant- woord was dat ik nooit in mijn leven zo zeker van mijn zaak was geweest.” Er viel een stilte, waarop ik de man vroeg wat de vrouw had ge- antwoord. “Zij vertelde mij erg verbaasd te zijn over mijn verzoek. Iemand zoals zij, die al jaren in het vak zat, was op haar vijfendertigste eigenlijk al te oud om een man te vinden die met haar wilde trouwen. Daarbij kwam dat zij mij pas kort kende. Ze wilde wel over mijn voorstel nadenken en verzocht mij haar een paar dagen tijd te gunnen. Zij wilde graag eerst met haar zusje praten over mijn onverwachte aanbod.” Mijn assistente en ik keken de vrouw aan, die echter emotieloos voor zich uit bleef staren. Daarna vertelde de man echter dat er een akelige tijd voor hem en, vooral, zijn vrouw was aange- broken. De man keek ineens opzij naar zijn vrouw, die zachtjes be- gon te huilen. Wij hielden allen onze mond en de assistente en ik keken elkaar verbouwereerd aan. Ineens, voor het eerst, nam de vrouw zachtjes en gaandeweg in sneltreinvaart het woord. “Tien jaar geleden, toen ik ongeveer 45 jaar was, kreeg ik een vreselijke pijn in mijn mond. Ik was dat niet gewend en ben nooit veel bij tandartsen geweest, omdat ik geen klachten had. Maar de pijn was zo erg dat ik wel naar zo’n man moest gaan. Als klein meisje ben ik ook niet veel bij een tand- arts geweest, omdat de school- tandarts bij mij geen gaatjes vond. Toen ik ouder was, heb ik zelden pijn in mijn mond gehad, mis- Ik leek in een tragische klucht verzeild te zijn geraakt “Wat heeft je zusje nou met mijn voorstel te maken?” was zijn antwoord geweest. “Je bent oud en wijs genoeg om voor jezelf te beslissen. Je hebt vast veel mee- gemaakt en weet zelf wat het beste voor je is. Ik wil graag snel met jou trouwen en twijfel er niet aan dat ik je een goed leven kan bezorgen. Beter dan je nu hebt. Ik heb geld genoeg en je hoeft nooit meer te werken.” Zonder zijn vrouw aan te kij- ken bleef de man maar doorpra- ten. “Toen ik dat tegen haar had gezegd, zei ze opnieuw: ‘Volgens mij ben je niet goed bij je hoofd. Mannen die zulke voorstellen doen aan vrouwen zoals ik horen in het gekkenhuis thuis!’ Daarop had ik erop aangedrongen dat ze een beslissing zou nemen. Zij had haar schouders opgehaald, dacht geruime tijd na en ten slotte zei ze: ‘Ja.’” Ook nu bleef oogcontact tus- sen de man en de vrouw uit, laat staan een liefh ebbend gebaar. De man bleef praten, de vrouw zweeg. “We zijn een week later getrouwd en hebben tien jaar lang gelukkig geleefd. U zult het geloven of niet, maar zij werd steeds mooier. Wat was ik blij met haar beslissing om met mij te trouwen. Als ik met haar op straat liep, keek elke man naar haar. Ik hoefde maar een kroeg in te gaan of het werd stil. Zo mooi vond men haar en wat was ik tevreden dat het mij was gelukt met haar te trouwen. Ik heb haar natuurlijk erg verwend, maar dat deed ik graag.” Ik kon niet anders dan consta- teren dat hij ongelofelijk trots op haar moest zijn, zijn pronkjuweel. schien omdat ik wel mijn tanden regelmatig poetste. Maar toen ik vanwege de pijn bij een tandarts in de buurt langsging, vertelde hij mij dat hij een onderkies moest trekken. Die was niet meer te red- den. Eigenlijk was mijn gebit al zo slecht dat het veel geld en moeite zou kosten om de nog aanwe- zige kiezen te behouden. Als ik van de toekomstige kiespijnen af wilde zijn, kon ik beter een vol- ledig kunstgebit nemen. Verder vond hij mijn voortanden niet erg mooi.” De vrouw pauzeerde even. “Daar was ik het eigenlijk wel mee eens, omdat ik die tanden altijd al lelijk had gevonden. Hij zou na het trekken de stand van mijn voortanden in het nieuwe gebit veranderen, zodat zij ook een minder gele kleur zouden krijgen.” Ze dronk een glas water. Na overleg met haar man hadden zij besloten al haar tanden en kiezen ineens te laten trekken en een kunstgebit te nemen. Het gebit zou direct na het trekken in haar mond worden gezet. “Wat heb ik een spijt gehad van dat besluit,” zei de vrouw, en barstte in snik- ken uit. Haar man keek kwaad, maar zei niets. “De pijn in mijn mond was met dat nieuwe ding ondraaglijk. Ik kon niet eten, met praten vloog het uit mijn mond. Iedereen keek naar mij en ik werd uitgelachen als men mijn gezicht zag. Ik kon niet slikken en moest soms kokhalzen. Mijn mond was helemaal veranderd en mijn voortanden leken niet op mijn eigen tanden. De tandarts zei dat ik moest wennen en dat de eerste weken na het trekken vaak het Uit het volgende mondonder- zoek bleek dat haar onderkaak zodanig was geslonken dat een vastzittend ondergebit op die platte kaak uitgesloten leek. Ik kon hen niet helpen en verwees hen door naar de universiteit, waar zij op de afdeling Implan- tologie van de Tandheelkundige faculteit waarschijnlijk goed zou kunnen worden behandeld. Dat bleek inderdaad het geval. Maar of de man na die behandelingen op de universiteit zijn ‘pronkstuk’ had teruggekregen, is mij nooit verteld. De verhalenbundel Tanden en mis- verstanden – bizarre verhalen uit een tandartskamer is te bestellen bij uw (online) boekhandel. Prijs € 19,95, ISBN 978 90 8240 9468. Michiel Eijkman. moeilijkst waren. Maar dat had hij mij van tevoren niet verteld.” De eerst zo zwijgende en duf kijkende vrouw veranderde lang- zamerhand in een furie en hield maar niet op met praten. Toen zij was uitgeraasd, mengde haar man zich in het gesprek met een ware scheldkanonnade over de zes slecht zittende en dure kunst- gebitten die zij in de vijf jaren daarna had gekregen. Geen tand- arts of tandtechnicus had haar goed kunnen helpen. Zijn vrouw was veranderd in een wrak. De eerste tandarts had haar van haar schoonheid beroofd en nu zat hij met de brokken. Hij wilde zijn vrouw, die altijd zo mooi was geweest, terug. De man leek niet te kalmeren en zijn vrouw ging harder huilen. Ik leek in een tra- gische klucht verzeild te zijn ge- raakt, waarbij de acteurs buiten zinnen acteerden. Al hun ellende werd over mij en de assistente uitgestort. Het uur was snel voorbij. Wij waren onder de woordenstroom murw gebeukt, maar het echt- paar leek opgelucht en de frus- tratie enigszins kwijt te zijn. Er werd een afspraak gemaakt voor een volgend consult. Daarbij twijfelde ik of iemand met zo’n voorgeschiedenis van mislukte kunstgebitten en misverstanden en bovendien de hooggespannen verwachtingen van haar man dat de vrouw haar vroegere uiterlijk zou terugkrijgen, überhaupt wel kon worden geholpen. Tanden en misverstanden Bizarre verhalen uit een tandartskamer Auteur: Michiel A.J. Eijkman Omvang: 125 pagina’s Prijs: € 19,95 Zeker voor Michiel A.J. Eijkman, die in zijn praktijk vooral angstige en complexe patiënten behandelde, was elke patiënt anders. De vroegere hoogleraar besloot de meest bijzondere herinneringen aan zijn lange loopbaan als tandarts op te schrijven. Het resultaat is een onderhoudende serie verhalen die vaak op de lachspieren werkt, maar net zo vaak ontroert of aan het denken zet. Een uniek inkijkje in de tandartskamer van gisteren. Bestel deze en andere tandheelkundige titels op www.geneeskundeboek.nl

Pages Overview