Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.9, 2016

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION NOVEMBER 2016 14 Interview Actueel assortiment medische vakinformatie Dansen met de dokter Samenwerken in de spreekkamer Hoe komt het toch dat patiënten en artsen vaak ontevreden zijn over elkaar? Patiënten die klagen dat de arts hen niet serieus neemt, of niet genoeg uitleg geeft. Dokters die hun patiënten juist als veeleisend of claimend ervaren. Bijzonder, want artsen willen hun patiënten graag helpen en mensen gaan naar de dokter omdat ze deskundig advies over hun gezondheid willen. En toch gaan ze regelmatig op elkaars tenen staan. In Dansen met de dokter analyseert kinderarts Paul Brand dit probleem. De meeste mensen die naar de dokter gaan, willen een duidelijk en zwart-wit antwoord over hun gezondheidsvragen en hun zorgen. Artsen kunnen die hooggespannen verwachtingen vaak niet waarmaken omdat de geneeskunde een vak van onzekerheden en grijstinten is. En de opleiding van artsen is vooral gericht op het begrijpen en analyseren van ziekte, en minder op het serieus nemen van zorgen van zieke mensen. Paul Brand geeft dansles Dansen met de dokter stelt zowel artsen als patiënten in staat meer uit een consult te halen. Als artsen en patiënten elkaars basispassen beter kennen, dan kunnen ze samenwerken in de spreekkamer. Een goedlopend consult is als een dans waarbij de danspartners elkaar aanvoelen en aanvullen en samen tot een bevredigend resultaat komen. Daarvoor moeten er zaken veranderen in de opleiding van artsen. Maar patiënten kunnen zelf al een begin maken door zich goed voor te bereiden op elk consult. Paul Brand • 232 p. • Paperback Pa Onze prijs € 24,50 Interview met prof. dr. Tomas Albrektsson, emeritus hoogleraar aan het Department of Biomaterials aan de Gothenburg Universiteit, Zweden “ Peri-implantitis is door de mens veroorzaakt” TEKST: ANNE FAULMANN (DTI) In 1967 begon prof. dr. Tomas Albrektsson samen te werken met ­ Per-Ingvar Brånemark om de osseointegratie van orale, craniofaciale en orthopedische implantaten verder te ontwikkelen. Sindsdien heeft Albrektsson verschillende papers over osseointegratie gepubliceerd en een significante bijdrage geleverd aan het begrip van de onderliggende biologische mechanismen en aan de ontwikkeling van implantologie in de tandheelkunde. Op het recente congres van de European Association for Osseointegration (EAO) in Parijs heeft Albrektsson de meest recente inzichten over succesvolle osseointegratie en peri-implantair marginaal botverlies gepresenteerd. Dental Tribune Online had de kans om deze onderwerpen met hem te bespreken. Meer dan vijftig jaar geleden ontdekte Per-Ingvar Bråne­ mark het proces van osseo­ integratie, wat de basis zou vormen voor tandheelkundige implantologie. Sindsdien is het concept geaccepteerd en is veel onderzoek gedaan naar osseo­ integratie en het onderlig­ gende mechanisme. Wat zijn de laatste inzichten op dit gebied? Gedurende de eerste decennia werd osseointegratie gezien als een natuurlijke weefselreactie op im- plantaten van commercieel puur titanium. De opname van deze im- plantaten in het bot werd geïnter- preteerd als een simpel fenomeen van wondgenezing. Deze verkla- ring is echter door verder onder- zoek weerlegd. Tegenwoordig zien we osseointegratie als een vreemd- lichaamsreactie om het lichaam te beschermen tegen iets wat poten- tieel schadelijk is, zoals titanium of keramische implantaten. U benadrukt in uw onderzoek dat het begrijpen van de bio­ logische basis van osseointe­ gratie en de rol die botbiologie en immunologische aspecten spelen, belangrijk is om de ­ uitkomst van de implantaat­ behandeling te verbeteren. Hoe ver is het onderzoek op dit gebied gevorderd, en wat valt er nog te leren? Er is absoluut meer onderzoek ­ nodig. Dat neemt niet weg dat veel wetenschappelijke papers die de inductie van een vreemd- lichaamsreactie in de vorm van peri-implantair geplaatste liga- turen hebben onderzocht, gege- vens hebben gepresenteerd over de kwaadaardige combinatie van twee vreemde lichamen – het im- plantaat en de ligatuur. In klini- sche studies werd een andere der- gelijke combinatie van vreemde lichamen waargenomen, namelijk wanneer cementdeeltjes per on- geluk in aanraking komen met het zachte weefsel rondom het im- plantaat. Je zou kunnen zeggen dat een succesvol geplaatst implantaat in een delicate toestand van even- wicht verkeert, beschreven als een vreemdlichaamsevenwicht. Als een ander vreemd lichaam of bepaalde kenmerken van de patiënt, zoals roken, genen of medicijngebruik (zoals antidepressiva) aanwezig zijn, kan het evenwicht verstoord worden en botresorptie ontstaan. Bovendien kunnen factoren zoals slijtage, buitensporige kracht of gebroken componenten de situatie verergeren en leiden tot osteoly- tische reacties als gevolg van de ­ activatie van het immuunsysteem. Nog steeds is het onderwerp van discussie of peri-implan­ titis moet worden aangemerkt als een ziekte of als een complicatie van het plaatsen van een vreemd lichaam in de mondholte. Hoe kijkt u hier tegenaan? Naar mijn mening is peri-implan- titis een kunstmatige ziekte, ge- baseerd op een onterecht aange- nomen gelijkenis tussen tanden en implantaten. Bot rondom im- plantaten kan verloren gaan door een aseptische reactie; macrofagen zullen het delicate evenwicht tus- sen de botvormende osteoblasten en de botresorberende osteoclas- ten beïnvloeden, ten gunste van laatstgenoemde. Osteoblasten en osteoclasten zijn botcellen, als- ook cellen die behoren tot het immuun­systeem. Er bestaan ook problematische implantaten die interfaciaal bot verliezen – hoewel in veel kleinere aantallen dan in het verleden werd aangenomen. Op voorwaarde dat de behandelend artsen goed zijn opgeleid en gebruik maken van de juiste gedocumenteerde implan- taatsystemen, kan de werkelijke ­ incidentie van peri-implantair marginaal botverlies in de buurt liggen van 1-2 procent van alle ge- plaatste implantaten wanneer ze voor tien jaar of langer opgevolgd worden. Daarom is het niet ver- wonderlijk dat meer dan 95 procent van de vermeende geïnfecteerde implantaten in een recent onder- zoek gemiddeld negen jaar over- leefden en dat meer dan 90 procent van de vermeende geïnfecteerde implantaten geen verder margi- naal botverlies lieten zien, maar in een stabiele toestand ­ bleven ten aanzien van verdere botresorptie. Hoe kunnen de nieuwste ontwikkelingen in botbiologie en osseointegratie implanto­ logen helpen in hun klinische praktijk, in het bijzonder bij de behandeling van peri- implantair botverlies? Op dit moment hebben we geen effectief middel om alle gevallen van peri-implantair marginaal botverlies te behandelen. Zelfs als immunologische problemen, in combinatie met verschillende on- gunstige factoren, verantwoorde- lijk zijn voor marginaal botverlies, kunnen bacteriën de situatie later alsnog verergeren. Daarom moe- ten antibiotica worden gebruikt. We weten niet welke rol bacteriën spelen in deze context. Vertegen- woordigen ze slechts een secun- daire opportunistische kolonisatie? ­ Activeren ze botresorberende cel- len, vergelijkbaar met degenen die eerder actief waren tijdens asepti- sche loslating? Zorgen ze, samen met biofilms, voor verdere inductie van een vreemdlichaamsreactie, resulterend in verder botverlies? Tandartsen moeten proactief op zoek naar antwoorden op de vraag waarom bot verloren gaat. Zouden cementdeeltjes het pro- bleem hebben veroorzaakt? Zijn implantaatcomponenten gebro- ken? In veel gevallen hebben eer- dere onjuiste rapporten geleid tot overbehandeling. Soms kan het al voldoende zijn om de implantaten vooral voorzichtig op te volgen met frequente controleafspraken om te bepalen of de aandoening daad- werkelijk zal verergeren of dat er een nieuwe stabiele toestand ont- staat, zonder verder botverlies. Prof. dr. Tomas Albrektsson pre- senteerde zijn paper, getiteld ‘What is ­ osseointegration in 2016 and why are we losing bone around dental implants?’, op 30 september tijdens het congres van de ­ European Association for Osseointe­ gration (EAO) in Parijs.  “Tandartsen moeten proactief op zoek naar antwoorden op de vraag waarom bot verloren gaat” FOTO: CLAUDIA DUSCHEK, DTI

Pages Overview