Dental Tribune Netherlands Edition No.2, 2017

16 FORuM Betalings- structuur dient te veranderen ‘Het is hoog tijd voor een revolutie in de tandheelkunde’, kopte uw krant vorige maand. Toen ikzelf dertig jaar geleden dacht dat de (r)evolutie was begonnen, werd ik genadeloos af- gestraft. Niet door de patiënt, maar door de overheid! Hoewel er steeds vaker gespro- ken wordt over stijgende zorgkosten, lijkt de regering nog steeds niet klaar voor een betere constructie. Met de gedachte dat preventie het sleutel- woord is, ben ik het daarom slechts ten dele eens. Eerst dient de huidige betalingsstructuur, waarin de relatie tussen kosten en baten is zoekge- raakt, drastisch te veranderen. Im- mers: als geen enkele patiënt meer mondproblemen heeft, droogt een tandartspraktijk economisch op, aan- gezien de overheid ons als ‘stukloon- slaven’ beschouwt. Wat zou een betere structuur zijn, die ervoor zorgt dat alle partijen te- vreden zijn en blijven? Al jaren pro- beer ik een alternatief van de grond te krijgen, genaamd Kies Slim Service. De essentie van deze service, bedoeld voor Nederlanders van 18 jaar en ouder, is dat de patiënt een vast be- drag per jaar betaalt voor volledige tandheelkundige zorg, dus ook voor het plaatsen van bijvoorbeeld kro- nen, bruggen en prothesen. Wij zien in de praktijk dat sommige mensen hun tandarts niet (vaak genoeg) be- zoeken, of ervoor kiezen om bepaalde behandelingen niet te ondergaan om kosten te vermijden. Terwijl je juist zoveel ellende kunt voorkomen als je je gebit wél regelmatig laat controle- ren en adequaat laat behandelen. Wij vinden het vanzelfsprekend dat het geld dat door de patiënten wordt ingelegd ook daadwerkelijk wordt gebruikt om hen te verzorgen. Het is de eerlijkste manier van zorg verlenen, en zo krijgt de tandarts een eerzame beloning voor ‘goed werk’: bij vermindering van zorgverlening stijgt het inkomen! En dat is altijd beter dan dat het geld, dus de verzekeraars, de zorg bepalen. Emile van Leeuwen, tandarts, Eindhoven Het beste van de IDS... en meer. Bij ons komt alles samen. B e z o e k b a u e r I D S 2 0 1 7 . S t a n d A 0 0 8 . d e n t a l o p d e H a l 1 1 . 3 . www.dentalbauer.nl DB-IDS-ADVERT_020217/1/1.indd 2 03-02-17 10:12 Vergeet de NZa niet Met het interview in het februari- nummer van Dental Tribune geeft collega James Huddleston Slater sr., met zijn vurige pleidooi vóór meer preventie en minder curatie, een goed inzicht in de wondere wereld van het denken over de tandheelkunde door alle betrokkenen. Als ik terugkijk naar de afgelopen veertig jaar zie ik een studie bij de UvA met enorme nadruk op preventie en eenzelfde nadruk op preventie in mijn praktijk. Ook door de opkomst van mondhygiënisten is er een grote toename geweest van preventie- maatregelen. Toch heeft dit alles niet het resultaat opgeleverd waarop werd gehoopt. Het blijkt dat vele mensen om uiteenlopende redenen niet zo- maar hun gedrag veranderen, zoals al bekend was in de gedragsweten- schappen. De fluoride heeft wel een enorm effect gehad, maar is wat op de achtergrond geraakt. Het is goed om over preventie te brainstormen, maar als het over de beloning gaat, mis ik in het betoog van Huddleston Slater de schade- lijke en schandelijke rol van de NZa. Berichtgeving hierover wordt in alle media gemeden en is binnen de be- roepsgroep taboe, of wordt gecensu- reerd uit angst voor de zorgautoriteit zelf. Vele processen verder zit ikzelf nog steeds met de weigering van de NZa om opening van zaken te geven over het overleg tussen de NZa en Deloitte. Chris Kappers, tandarts, Amstelveen Volzirkoonkronen worden Attritie bij monolithisch zirkoonoxide Bij monolitische volzirkoonkronen moet attritie kritisch geëvalueerd worden, omdat zirkoonoxide geen aanpassing in de vorm van slijtage toelaat, zoals dat het geval is met composiet, glazuur, porselein en me- taal. Een regelmatige follow-up van patiënten die voorzien zijn van vol- zirkoonkronen is raadzaam, zolang er voor deze prothetische verzorging nog geen langjarige klinische studies be- schikbaar zijn om eventueel te kun- nen ‘corrigeren’. spe- cifiek voor toepassing bij bruxisten aanbevolen. Echter, de verzorging van bruxisten of patiënten met sterke parafunctie moet zeer kritisch wor- den beoordeeld, omdat adaptatie door het materiaal niet plaatsvindt en de optredende verticale en schuif- krachten op het kaakgewricht en communicerende weefsels en spier- groepen niet afgevoerd worden. Deze vaststelling geldt nog meer voor im- plantaatgedragen tandvervanging, vooral als ook in de antagonisten implantaten en geen natuurlijke re- ceptoren aanwezig zijn. Hier kunnen in de toekomst wellicht eerder 3D- geprinte hoogwaardige polymeren of gefreesde nano-composietmaterialen voor de CAD/CAM-technologie uit- komst bieden. Prof. dr. ir. Jef van der Zel, oud bijzonder hoogleraar Computeron- dersteunde Tandheelkunde (ACTA), Zwaag DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION MAART 2017

Dental Tribune Netherlands Edition No.2, 2017

Pages Overview