Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.8, 2016

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION OKTOBER 2016 6 Interview TEKST: MARIEKE EPPING / FOTO’S: MEREL WAAGMEESTER Het klinkt als een probleem voor bij de kno-arts: slaapapneu, oftewel korte adempauzes tijdens de slaap. Toch staat deze aandoening, vaak veroorzaakt door een obstructie in de bovenste luchtwegen, meer en meer in de belangstelling binnen de tandheelkunde. MKA-chirurg ­ Aarnoud Hoekema schreef het recent verschenen AccreDidact- nascholingsprogramma over slaapapneu, speciaal voor tandartsen. Dental ­ Tribune sprak met Hoekema over de grote verscheidenheid aan oorzaken van slaapapneu, de multidisciplinaire aanpak die dit vraagt en de belangrijke rol die daarin is weggelegd voor de tandarts. “De bovenste luchtwegen zijn feitelijk het gebied waar de tandarts de hele dag in kijkt.” Hoe bent u als MKA-chirurg betrokken geraakt bij het ­onderwerp slaapapneu? Mijn eerste kennismaking met slaapapneu was voor mijn afstu- deerscriptie tandheelkunde. Toen- malig hoogleraar De Bont in Gro- ningen was een van de eersten in de tandheelkunde die zich be- zighielden met deze aandoening, dus toen ik hem om een scriptie- onderwerp vroeg, kreeg ik slaap- apneu aangedragen. Ik heb toen de morfologie van het aangezicht van slaapapneupatiënten vergele- ken met gezonde controles, om te zien of de bouw van het aangezicht van invloed was op de aandoening. Dat onderzoek leidde tot een pu- blicatie. Vervolgens ben ik verder gegaan met dit onderzoek in een promotietraject. Wat mij zo boeit aan het onder- werp, is dat het breder is dan de mond en het gebit. Er zit ook een grote geneeskundige achtergrond aan. Daarnaast is het een multi- disciplinaire uitdaging: bij de diag­ nostiek en behandeling werk je sa- men met de kno-arts, de longarts en de neuroloog. Daardoor vind ik Hoe ontstaat die obstructie waardoor een patiënt apneu krijgt? Die obstructie kan op allerlei plek- ken en door allerlei oorzaken ont- staan. Zo kan de neuspassage vernauwd zijn door vergrote neus- schelpen, of iemand kan een zeer grote huig of tong hebben. Maar ook vergrote tonsillen, een onder- kaak die erg ver naar achter ligt of flink overgewicht kunnen bijdra- gen aan obstructie tijdens de slaap. De precieze locatie van obstructie kan worden vastgesteld door een onderzoek in de bovenste lucht­ wegen, vaak in een nagebootste slaap (onder een roesje, red.). Met een via de neus ingebrachte endo- scoop wordt in beeld gebracht wat er in die bovenste luchtwegen pre- cies gebeurt bij een apneu. Dit on- derzoek wordt ook wel een slaap- endoscopie genoemd. Daarnaast moet een polysomnografie worden uitgevoerd om vast te stellen wat er precies tijdens de slaap gebeurt. Bij dit onderzoek wordt onder an- dere gekeken naar de slaapdiepte en het optreden van ademstops. Pas na dit onderzoek kan de diag- nose OSAS officieel gesteld worden en de behandeling worden gestart. Dit vindt altijd plaats in een ge- specialiseerd slaapcentrum, waar een multidisciplinair team van longarts, KNO-arts, neuroloog en een MKA-chirurg of tandarts de ­patiënt onderzoeken. Waaruit bestaat de behande- ling van slaapapneu? Aangezien er verschillende oor­ zaken zijn, zijn er ook verschillende behandelopties. Vaak is de oorzaak multifactorieel, wat de behande- ling complexer maakt. Op basis van de multidisciplinaire richtlijn uit 2009 wordt een behandeling geko- zen. Daarbij kunnen we drie ‘tech- nieken’ toepassen: een operatie aan de anatomie die de obstructie veroorzaakt (bijvoorbeeld de huig of tonsillen verwijderen), het aan- meten van een mandibulair repo- sitieapparaat (MRA), of CPAP (conti- nuous positive airway pressure), waarbij de patiënt slaapt met een masker met overdruk. Eigenlijk zijn dat drie verschillende manieren om de keel weer te openen: ‘openblazen’ met CPAP, ‘opentrekken’ met een MRA door de onderkaak naar voren te plaatsen of ‘opensnijden’ door de obstructie weg te nemen. Dan zijn er nog uitzonderlijke mogelijkheden, zoals zenuwsti- mulatie in de tong met een soort geïmplanteerde pacemaker. Ook kan de MKA-chirurg een osteoto- mie uitvoeren om de kaak fors te verplaatsen, of wordt in zeer zeld- zame gevallen een tracheotomie uitgevoerd. Het leeuwendeel van de patiënten krijgt echter CPAP of een MRA. het nog steeds interessant om me erin te verdiepen, inmiddels naast het praktische werk als MKA-­ chirurg ook als onderzoeker en universitair hoofddocent bij ACTA. U schreef het AccreDidact- nascholingsprogramma Slaapapneu, dat in september verscheen. Wat is slaapapneu precies? Het is een slaapafhankelijke adem- halingsstoornis: een ziektebeeld waarbij tijdens de slaap een pro- bleem met de ademhaling op- treedt. In dit geval betekent het dat tijdens de slaap een adempauze of apneu optreedt door een obstructie van de bovenste luchtwegen; de aandoening wordt ook wel obstruc- tieveslaapapneusyndroom (OSAS) ge- noemd. De keel wordt afgesloten: het zijn eigenlijk korte momenten waarop de patiënt stikt tijdens de slaap. Van zo’n stikmoment wordt de patiënt heel kort wakker, dat noemen we een arousal. Als je veel van die arousals per nacht hebt, dan komt dat je slaap uiteraard niet ten goede. Patiënten zijn dus vaak slaperig overdag en vertonen de symptomen van mensen met slaapproblemen. Daarnaast weten we sinds een aantal jaar dat slaapapneu ook een ontzettende belasting voor het hart is. je krijgt op zo’n moment te ­ weinig zuurstof en er ontstaat een paniekreactie in je lijf. Als je eenmaal weer lucht krijgt, gaat het hart weer snelle kloppen: dit alles is een zware aanslag op hart en bloedvaten. Patiënten met slaap- apneu lopen hierdoor een ver- hoogd risico op een hartinfarct of beroerte. De aandoening heeft dus een breed scala aan gevolgen. Toch klinkt dit meer als iets voor de kno-arts dan voor de tandarts… De obstructie die de apneus veroor- zaakt, bevindt zich inderdaad in de keel, wat het logischerwijs tot een kno-probleem maakt. Lange tijd was het ook niet voor de hand lig- gend dat de tandarts of kaakchi- rurg zich met deze problematiek bemoeide. Toch is dit vreemd. Het probleem doet zich voor in de bo- venste luchtwegen, waar de tand- arts dagelijks in werkt en kijkt. Weliswaar in een net iets ander deel, namelijk het gebit, maar de aangrenzende weke delen spelen een belangrijke rol. Het mond- kaakstelsel is deels van invloed op de beschikbare ruimte in de keel. Heeft de patiënt een vrij grote tong of een terugwijkende onderkaak, dan is dat iets wat de tandarts op- merkt en zeker van invloed kan zijn op het optreden van slaap­ apneu. Mede door dat inzicht is de rol van de tandarts, kaakchirurg en ortho- dontist de afgelopen jaren gegroeid. Lees verder op pagina 8 “Tandarts heeft absoluut rol in behandeling slaapapneu” Interview met dr. Aarnoud Hoekema, MKA-chirurg en onderzoeker, gespecialiseerd in slaapapneu “Het probleem doet zich voor in de bovenste luchtwegen, waar de tandarts dagelijks in werkt en kijkt”

Pages Overview