Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherland Edition

11Excerptdental tribune - netherlands editionjuni 2015 Cariëslaesies Diagnose en behandeling De zesde, geheel herziene druk van Cariëslaesies is volledig aangepast aan de nieuwste inzichten in dit complexe, maar boeiende kennisgebied. Het boek is rijk geïllustreerd met klinische afbeeldingen en röntgenfoto’s, illustratieve tekeningen en verklarende grafieken en tabellen. Redactie: A.J.P. van Strijp, J.P. van Amerongen, H.J. de Kloet, C. van Loveren, Ch. Penning, F.J.M. Roeters, A. Verhoef ISBN: 9789085621300 Prijs: € 87,50 CariëslaesiesDiagnoseenbehandeling Cariëslaesies Diagnose en behandeling Cariëslaesies Diagnose en behandeling De behandeling van cariës was gedurende een groot gedeelte van de vorige eeuw vooral gebaseerd op een symptomatische aanpak, die simpel gesteld, neerkwam op boren en vullen. De daarbij gehanteerde methoden leidden veelal tot uitgebreide preparaties en restauraties met dikwijls iatrogene effecten als gevolg. Sinds enkele decennia wordt cariës meer en meer causaal benaderd. Dit leidt tot een verschui- ving in de benadering van het cariësproces. De diagnostiek van cariës krijgt een zwaarder accent en de behandeling is enerzijds meer gericht op een preventieve aanpak en anderzijds op een terughoudender invasief beleid. Het succes van een tandheelkundige behandeling wordt in belangrijke mate bepaald door de kennis van gedragskundige, biologische, fysische en chemische processen die zich voor, tijdens en na een behandeling afspelen. In dit boek, Cariëslaesies, gaat het vooral om het verschaffen van inzicht in genoemde processen en minder om technische specificaties. Het zal daarbij duidelijk worden dat sommige behandelmethoden (nog) niet op wetenschappelijke grondslagen berusten, maar dat wil nog niet zeggen dat ze daarom ondeugdelijk zijn. De zesde, geheel herziene druk van Cariëslaesies is volledig aangepast aan de nieuwste inzichten in dit complexe, maar boeiende kennisgebied. Het boek is rijk geïllustreerd met klinische afbeeldingen en röntgenfoto’s, illustratieve tekeningen en verklarende grafieken en tabellen. De multidisciplinaire benadering leidt de lezer langs diverse thema’s: • Tandcariës • Detectie en diagnose • Indicatie en behandeling • Prepareren voor composiet • Beschermen van geëxponeerd dentine • Hechting aan tandweefsel en restauratiematerialen • Composietrestauraties • Verfraaien van frontelementen met composiet • Fissuurlakbehandeling • Glasionomeercement en compomeer • Amalgaam • Behandelen in een vochtvrije omgeving Cariëslaesies is bedoeld voor tandartsen algemeen practici en mondzorgkundigen. A.J.P. van Strijp J.P. van Amerongen H.J. de Kloet C. van Loveren Ch. Penning F.J.M. Roeters A. Verhoef Zesde, geheel herziene druk Genezen Bedwongen Laesie Caviteit C M Y CM MY CY CMY K DEF_corr_H_Omslag CARIESLAESIES_2014_X1a.pdf 1 23/12/14 23:18 quevrij houden van het gebied. Caviteiten in deze oppervlakken kunnen, als zij tweemaal daags met een fluoridetandpasta wor­ den gereinigd, tot stilstand wor­ den gebracht en omgezet in een leerachtige of harde laesie (Ny­ vad en Fejerskov, 1986 en 1997; afb. 3.12). Wanneer de activiteit van zwaar geïnfecteerde cari­ ëslaesies is afgenomen en uitein­ delijk tot stilstand is gebracht, bevatten de carieuze lagen nog maar weinig kweekbare bacte­ riën (Nyvad en Fejerskov, 1990; Schüpbach e.a., 1992). Hoewel occlusale en approxi­ male cariëslaesies meestal dus niet uitsluitend met preventie­ ve maatregelen kunnen worden aangepakt, kan deze methode bij melkmolaren soms succes heb­ ben. Als daar ondermijnde gla­ zuurranden worden geëlimineerd, kan de plaque gemakkelijk wor­ den verwijderd en ontstaan welis­ waar vaak sterk verkleurde, maar gezonde, gladde en glimmende occlusale vlakken (afb. 3.13). Deze behandeling van cavitei­ ten, waarbij overhangend tand­ weefsel wordt weggenomen met behulp van een boor of glazuur­ messen maar waarna geen res­ tauratie wordt aangebracht, vormt als het ware een verleng­ stuk van NOCTP en wordt tegen­ woordig aangeduid als niet-res­ tauratieve caviteitsbehandeling (NRC; Gruythuysen e.a., 2011). ■ Afb. 3.8 Schematische weergave van cariësprogressie (Thystrup e.a., 1994). In elementen waar plaque ongestoord kan accumuleren treedt cariësprogressie op (oranje lijnen). Als de plaque eenmaal per week wordt verwijderd of verstoord is geen progressie waarneembaar (blauwe lijnen). Afb. 3.10 Percentage 18-jarigen met DMFS = 0 in Denemarken en Nexø 1990-2006 (Deense Nationale Gezondheidsraad). Afb. 3.11 Gemiddelde DMFS van 18-jarigen in Denemarken en Nexø 1990-2006 (Deense Nationale Gezondheidsraad). Afb. 3.12 a. Cervicale (actieve) cariëslaesies met plaque. b. Dezelfde caviteiten 14 dagen later, nadat het overhangende glazuur werd verwijderd met een diamantboor en de patiënt uitleg over de aanwezige cariës en een poetsinstructie had gekregen. De tanden werden tweemaal per dag gepoetst met een fluoridetandpasta. Vanuit cariologisch perspectief zijn deze laesies nu stabiel (niet-actief), maar om het aanzicht te verbeteren kunnen ze vervolgens gerestaureerd worden met composiet. c. Er is meer verkleurd, gedemineraliseerd (ontkalkt) dentine verwijderd en er is een matrijs (Contourstrip) aangebracht tussen de tand en de gingiva om op die manier een goede vulling te kunnen maken. c. De afgewerkte restauraties direct na het aanbrengen. Een klein kleurverschil is veroorzaakt door het uitdrogen van het glazuur tijdens de behandeling en zal na enkele uren verdwijnen nadat de elementen weer door speeksel bevochtigd zijn. Afb. 3.13 Bedwongen (niet-actieve) cariëslaesies in het melkgebit. De laesies in de molaren zijn voor reiniging toegankelijk gemaakt door de glazuurranden te beslijpen. A C B D onderzoek van het Deense tand­ artsenechtpaar Christiansen en hun mentor Thylstrup (Nexodent, 2014). Zij leverden steekhoudend bewijs dat een niet-restauratie­ ve behandelingsstrategie buiten­ gewoon effectief is via het door hen geïntroduceerde program­ ma dat inmiddels bekend staat als de Nexø-methode. Sinds 1987 wordt die methode succesvol uit­ gevoerd in de gemeente Nexø, op het Deense eiland Bornholm. Het doel van het programma is om kinderen een gezond gebit te la­ ten houden tegen zo laag mogelij­ ke kosten. Het programma is ge­ baseerd op drie principes: 1. Educatie aan ouders en kinde­ ren om hen meer inzicht te ver­ schaffen in het cariësproces en het belang daarin van mecha­ nische reiniging, plaqueversto­ ring en het gebruik van fluori­ detandpasta; 2. Intensieve training in het on­ derhouden van een goede ond­ hygiëne, waarbij duidelijk ge­ steld wordt dat de kwaliteit van de plaqueverwijdering duidelijk prevaleert boven de frequen­ tie waarmee dat gebeurt. Extra aandacht wordt besteed aan de reiniging van de zogenoemde plaquestagnatiegebieden (oc­ clusale vlakken van erupteren­ de blijvende molaren); 3. Vroegtijdig professionele niet- restauratieve interventie. Kin­ deren (en hun ouders) worden met 8 maanden voor het eerst gezien, daarna volgen con­ troles volgens een individueel bepaald herhaalschema. Pa­ rameters voor de termijnstel­ ling zijn: coöperatie van ou­ ders en kind, cariësprogressie, de mate van doorbraak van de eerste molaar en de aanwezig­ heid van occlusale cariës in een erupterende molaar. Fluoride wordt alleen lokaal geappli­ ceerd wanneer er sprake is van cariësactiviteit. Initiële laesies in het occlusale vlak worden voorzien van een fissuurlak. Pas als er duidelijk sprake is van een dentinelaesie wordt tot operatief ingrijpen besloten. Het succes van het Nexø-project mag met recht groot worden ge­ noemd. Na drie jaar hadden de kinderen in de experimentele groep een betere mondgezond­ heid in vergelijking met controles die het reguliere preventiepakket ontvingen, terwijl de behandeltijd korter was en de tandheelkundige kosten lager waren (Ekstrand en Christiansen, 2005). Illustratief zijn de jaarlijks gepubliceerde sta­ tistieken van de Deense Nationa­ le Gezondheidsraad, waarin het steeds toenemende aantal cari­ ësvrije kinderen in Nexø in verge­ lijking met de rest van Denemar­ ken spectaculair is (afb. 3.10). De verschillen worden zo mogelijk nog duidelijker wanneer de DMFS in de loop der jaren wordt verge­ leken tussen Nexø en de rest van Denemarken (Nexodent, 2014; afb. 3.11). Inmiddels is de metho­ de in bijna heel Denemarken in­ gevoerd. In Nederland wordt de Nexømethode meer en meer toe­ gepast. In ’s Hertogenbosch is een experiment uitgevoerd waarbij de principes van het systeem werden geïmplementeerd. De cariësver­ mindering bij de experimentele Nexø-groep bleek aanmerkelijk groter dan die bij de controle­ groep (Vermaire, 2013). Caviteiten Wanneer in een occlusaal vlak een caviteit zichtbaar is, blijkt het ca­ riësproces zich altijd te hebben uitgebreid tot in het dentine (Van Amerongen e.a., 1992; Ekstrand e.a., 1995). Deze meestal op rönt­ genfoto’s waarneembare laesies bevatten veel micro-organismen en worden daarom als actief be­ schouwd (Espelid e.a., 1994; Ang­ mar-Månsson e.a., 1996; Ekstrand e.a., 1998a; Ekstrand, 2004). Men kan zich voorstellen dat maatregelen die gericht zijn op een grondige verwijdering van de plaque, niet effectief zijn op het occlusale oppervlak, omdat de haren van de tandenborstel niet in de ondermijnde caviteit kun­ nen reiken. Approximale cavitei­ ten zijn ook moeilijk te bereiken. Hulpmiddelen voor interdentale reiniging zullen het oppervlak raken maar geen toegang tot de caviteit zelf hebben. De situatie is echter anders als cavitatie is opgetreden in vrije, gladde vlak­ ken. Deze gebieden kunnen ge­ makkelijk met de tandenborstel worden bereikt, maar zijn moei­ lijk te reinigen als het glazuur ondermijnd is. Het verwijderen van de overhangende glazuur­ randen moet worden beschouwd als een hulpmiddel bij het pla­ DEF_corr_H_Omslag CARIESLAESIES_2014_X1a.pdf 123/12/1423:18

Pages Overview