Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.10, 2017

10 OUDEREN DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION DECEMBER 2017 “ Mondhygiënist moet een leidende rol in verpleeghuis nemen” TEKST: TESSA VOGELAAR De mondhygiënist is de uitgelezen persoon om een leidende rol te pakken in de verbetering van mondzorg bij ouderen. Niet alleen bij zorg aan stoel of bed, maar ook bij het opstellen van mondzorgplannen. Dat vindt Vanessa Hollaar, mondhygiënist, onderzoeker en hoofddocent Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, die onlangs promoveerde op het gebruik van chloorhexidine en het verminderen van longontstekingen bij verpleeghuisbewoners. “Problemen in de mond oplossen en verplegend personeel trainen, is niet voldoende als mondhygiënist. Je moet voorkomen dat er problemen ontstaan.” Wat zou in de organisatie van mondzorg in verpleeghuizen moeten veranderen? Ten eerste moet er meer beschik- baarheid zijn van mondzorgprofes- sionals, zoals een mondhygiënist of tandarts. Je hebt tegenwoordig wel dental cars die eens in de zoveel tijd ter plaatse komen behandelen bij een verpleeghuis. Nuttig werk, maar er zijn onvoldoende mond- zorgprofessionals daadwerkelijk in dienst van het verpleeghuis. Als je de zorg op de werkvloer van een verpleeghuis wilt veranderen, moet je niet alleen de verpleeg- kundigen en de verzorgenden goed scholen, maar op die plek ook iemand neerzetten die gespecia- liseerd is in mondzorg. De mond- zorg bij verpleeghuisbewoners is inmiddels zo complex dat een ver- zorgende of verpleegkundige dit niet meer alleen kan doen. Wat is zo complex aan de zorg voor intramurale ouderen? De dagelijkse mondverzorging kan een verzorgende of verplegende in principe prima uitvoeren, mits ze daarin goed opgeleid zijn. Het mo- nitoren van de mondgezondheid, de interactie tussen medicatie en mondgezondheid, de interac- tie met slikken en voeding en de toenemende zorgafh ankelijkheid: stuk voor stuk zaken waarvoor een specialist nodig is. Daar zijn hbo- v’ers niet in getraind. Makkelijk toegankelijke of dagelijks oproep- bare mondzorgprofessionals die deze taken op zich nemen, zijn er simpelweg nog niet voldoende in verpleeghuizen. Aan welke mondzorgprofes- sional is vooral behoefte in de mondzorg aan ouderen? De tandarts of de mondhygiënist? In eerste instantie is de mondhy- giënist hiervoor de aangewezen persoon. Niet alleen om de gebits- reiniging te doen, maar ook om verzorgend en verplegend perso- neel te trainen in de dagelijkse mondverzorging en de benodigde mondzorg te indiceren. Als de mondzorg te complex wordt, dient de mondhygiënist een tandarts in te schakelen, bijvoorbeeld voor een extractie of een aanpassing aan een prothese. Tussen de mond- Betrouwbaar en praktijkgericht Topklinische nascholing van prominente sprekers uit wetenschap en praktijk 20 KRM-punten per jaar Bekijk het nieuwe programma op www.qualitypractice.nl Word nu lid of abonnee en/of bezoek een van onze themadagen! hygiënist en de tandarts moet een samenspel zijn, maar de mond- hygiënist zou daarin de leidende rol moeten vervullen. U stelt een ‘manager mond- zorg’ in zorginstellingen voor in uw proefschrift. Wat houdt die functie exact in? Het is een wat ongelukkige term, omdat het woord manager sug- gereert dat zo iemand vanachter zijn bureau de lijnen uitzet. Het gaat echter om iemand die actief en zichtbaar aanwezig is op de werkvloer. Tandsteen verwijde- ren en problemen oplossen in de stoel voldoet niet op die plek. Er moet worden voorkomen dat er problemen in de mond ontstaan. Dat doe je door een mondzorgpro- fessional neer te zetten die oude- ren goed monitort en kennis heeft Een ‘manager mondzorg’ moet problemen in de mond voorkomen van het complexe samenspel van mond gezondheid, mondverzor- ging en de algehele gezondheid bij verpleeghuisbewoners en hierin samen werkt met alle zorgdiscipli- nes in het verpleeghuis. Is dit een haalbare oplossing in tijden van bezuiniging in de zorg? Dat is een goede vraag. We zouden misschien naar een ander vergoe- dingssysteem toe moeten. Als een mondhygiënist of tandarts nu in een verpleeghuis een handeling uitvoert, wordt dat per patiënt ge- declareerd. De bijscholing of mo- nitoring die een mondhygiënist of een tandarts geeft of het aanslui- ten bij een multidisciplinair zorg- overleg, kan hij niet declareren. Het zou beter zijn om niet slechts op patiëntniveau tarieven te be- palen, maar een mondzorgbudget per verpleeghuisbewoner in te stellen dat ook gebruikt kan wor- den voor trainingen van personeel. U pleit in uw proefschrift voor interprofessionele bijscholing. Wat houdt dat praktisch in? Dat niet alleen de mondhygiënist of tandarts wordt geschoold in mondzorg bij ouderen, maar dat ze ook leren samenwerken met andere disciplines in een zorg- team, zoals een logopedist, diëtist of fysiotherapeut. Diëtisten heb- ben bijvoorbeeld invloed op het voedingspatroon van ouderen, wat Vanessa Hollaar. FOTO: SUZANNE BLANCHARD weer invloed heeft op het slikge- drag van ouderen. We werken al- lemaal in hetzelfde lichamelijke gebied, maar als je daarvan wilt profi teren, moet je weten wat je voor elkaar kunt betekenen. Dat gebeurt nog te weinig, ook omdat er relatief weinig mondhygiënis- ten werkzaam zijn in multidisci- plinaire teams in zorginstellingen. Daarnaast hebben andere (para) medici, waaronder specialisten ouderengeneeskunde, vaak wei- nig kennis over de interactie tus- sen de mondgezondheid en de algehele gezondheid en weten ze onvoldoende hoe problemen in de mondgezondheid behandeld moe- ten worden. Er zitten ‘verse’ bewindslie- den op VWS. Wat zou u hen adviseren bij de mondzorg voor ouderen? Als we niks doen, blijven we ach- ter de feiten aanlopen. De oplei- dingen mondzorgkunde en tand- heelkunde zouden mondzorg bij ouderen als een belangrijk onder- deel moeten opnemen in hun cur- riculum. Mogelijk kan dat zelfs een gezamenlijk curriculum worden. Verder zou ik de minister advi- seren eens na te denken over een andere fi nanciering van de mond- zorg, die minder op curatie is ge- richt en waarbij beter is nagedacht over bijvoorbeeld het fi nancieren van bijscholing van personeel en het opnemen van een mondzorg- professional in het zorgteam. Veel mondzorgprofessio- nals krijgen te maken met thuiswonende ouderen. Wat kunnen zij doen om de mond- zorg voor deze doelgroep te verbeteren? Tandartsen en mondhygiënisten moeten goed blijven monitoren of ouderen boven de 65 jaar wel blij- ven komen naar een praktijk. Uit onderzoek weten we dat ouderen, naarmate hun leeftijd vordert, steeds meer drempels ervaren om naar de tandarts te gaan. Ze moeten soms al zo veel: geregelde bezoekjes aan de fysiotherapeut of het ziekenhuis. Daarnaast ver- schuift hun prioriteit en wordt de mondzorg minder belangrijk. Ook kan iemand niet alleen lichamelijk kwetsbaar worden, maar ook soci- aal of psychisch. Als bijvoorbeeld een partner wegvalt, kan iemand minder mobiel worden en minder vaak bij de mondzorgprofessional komen, als de partner degene was die altijd autoreed. Als algemeen practicus dien je in de gaten te houden welke patiënten je al lang niet hebt gezien. Bel ze eens op om na te vragen hoe het gaat. Tot slot dienen ook huisarts en thuiszorg te worden ingezet, om te voorko- men dat er verslechtering van de mondgezondheid optreedt. Het proefschrift Chlorhexidine solu- tion and pneumonia in care-dependent elderly people van Vanessa Hollaar is online te lezen via https://goo.gl/ UC33xa.

Pages Overview