Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Belgium Edition (Flemish) No. 3, 2017

Mei 2017 Dental Tribune Belgische editie 5 5a 5b 6a 6b 6c Afb. 5A-5B : Volumetrische CT scan met Cone Beam (CBCT) 5A. Sagittaal aanzicht, onmiddellijk na het plaatsen van MTA HP. 5B. Sagittaal aanzicht, tijdens de controle-consultatie na 9 maanden. De vorming van de corticale plaat is zichtbaar, evenals een gedeeltelijke apicale sluiting. | Afb. 6A-6C : Angelus MTA REPAIR HP. 6A. Capsule met poeder. 6B. Vloeistof. 6C. Het materiaal na een correcte voorbereiding. rige afdichtingsmateriaal volledig was verwijderd, en om de irrigatietechniek te maximaliseren. Op het einde van de instrumentatiefase werd het kanaal gespoeld met 5 ml 17% EDTA (Fór- mula e Ação, São Paulo, deelstaat São Paulo, Brazilië) gedurende 3 minuten, gevolgd door een laatste irrigatie met 5 ml fysiologisch serum. Een pasta op basis van calciumhydroxide werd in het kanaal geplaatst als afsluiting tussen de consultaties, en de tand werd tijdelijk gerestaureerd (afb. 2). Na 10 dagen kwam de patiënt naar het ziekenhuis om de behandeling te voltooien. De tand was asympto- matisch en er was geen oedeem meer aanwezig. Na het verwijderen van de tijdelijke afdichting werd de pasta van calciumhydroxide verwijderd met be- hulp van een 2,5% oplossing van na- triumhypochloriet en een PUI zoals hierboven beschreven. Een manuele vijl #80 werd opnieuw gebruikt op de werklengte. Het kanaal werd vervol- gens gespoeld met 5 ml 17% EDTA (Fórmula e Ação, São Paulo, deelstaat São Paulo, Brazilië) gedurende 3 minu- ten om de smeerlaag te verwijderen en 5 ml fysiologisch serum werd gebruikt voor een laatste irrigatie. Het kanaal werd gedroogd met papieren kegels en MTA HP (Angelus, Londrina, Brazi- lië) werd voorbereid volgens de instruc- ties van de fabrikant en geplaatst met behulp van verticale condensatoren (B&L Biotech Inc., Fairfax, Virginia ) in de laatste 3 mm van het wortel- kanaal, waardoor een apicale buff er werd gevormd. Na 10 minuten was het materiaal uitgehard en werd de tand afgedicht met BC Sealer™ (Brasseler USA®, Savannah, Georgia) en met guttaperchastiften, volgens de techniek van laterale condensatie (afb. 3). De pulpkamer werd schoongemaakt met een spons gedrenkt in 70% alco- hol, en de toegangscaviteit werd geres- taureerd met composiethars (afb. 4). Onmiddellijk na de behandeling werd aan de patiënt een röntgenfoto in hoge resolutie gevraagd, die kon worden ge- bruikt in het kader van een latere be- geleiding. Na een maand kwam de patiënt op consultatie voor een evaluatie, waarbij geen symptomen meer werden vast- gesteld. Postoperatieve radiografi sche en klinische evaluaties werden uitge- voerd na 3, 6 en 9 maanden. De tand was asymptomatisch, en in de volledige zone was er geen enkel spoor van ont- steking. Na 9 maanden werd een nieuw tomografi sch onderzoek uitgevoerd. De beelden werden vergeleken, en bo- therstel en de sluiting van de open apex werden vastgesteld (afb. 4-5). Discussie Vroegere klinische studies op men- sen hebben aangetoond dat een api- cale barrière in MTA met succes kan worden gebruikt in het kader van deze techniek van apexifi catie van tan- den met open apex. El Meligy, et al. (2006), publiceerde een klinische stu- die waarin het gebruik werd vergele- ken van calciumhydroxide en MTA op 30 tanden van 15 patiënten die de pul- paire vitaliteit hadden verloren als ge- volg van cariës of trauma. De conven- tionele techniek voor apexifi catie met calciumhydroxide werd uitgevoerd op een tand, terwijl de barrière-techniek met MTA werd uitgevoerd op de an- dere tand van dezelfde patiënt. De tanden werden daarna gecontroleerd op 3, 6 en 12 maanden, waarbij werd vastgesteld dat de behandeling van twee tanden die waren afgedicht met calciumhydroxide niet was geslaagd, terwijl geen enkele van de tanden die waren afgedicht met MTA, tekenen vertoonde van klinische of radiografi - sche pathologie. Simon, et al. (2007) voerde een klinische test uit op 57 tanden van 50 patiënten met open apex, die waren behandeld met een MTA-buff er en een defi nitieve af- dichting van het kanaal, waarbij werd vastgesteld dat de behandeling in 81% van de gevallen succesvol was. Dit klinisch rapport toonde aan dat het gebruik van gemodifi ceerd MTA (re- paratiecement met hoge plasticiteit op basis van biokeramisch MTA) uitste- kende klinische resultaten opleverde, rekening houdend met de korte peri- ode van begeleiding. Een vergelijking van tomografi sche beelden, genomen onmiddellijk na het plaatsen van de MTA-barrière en na een periode van 9 maanden, wees op de vorming van botweefsel en op een apicale sluiting met hard weefsel. Opgemerkt moet worden dat op dat moment een radi- otransparante zone zichtbaar is. Een dergelijk niveau van genezing zou als onvolledig kunnen worden geclassifi - ceerd volgens Molven, et al. (1996). Vanuit klinisch oogpunt was het voorbereiden en plaatsen van MTA REPAIR HP eenvoudiger dan con- ventioneel MTA. Volgens de fabri- kant ligt het verschil in het vervangen van gedestilleerd water (conventioneel MTA Angelus) door een vloeistof die water en een organische weekmaker bevat, waardoor een nieuw product met een hoge plasticiteit ontstaat (afb. 6). De andere eigenschap die door de fabrikant wordt vermeld, namelijk het niet verkleuren van de tand, kon in deze studie niet worden geëvalueerd, omdat het materiaal in het apicale ge- deelte van het kanaal werd geplaatst. Het belang van klinische rappor- ten bestaat erin, aan te tonen wat kan worden bereikt bij onze patiënten, met behulp van klinische behandelingspro- tocollen op wetenschappelijke basis. Rapporten van klinische professionals hebben een belangrijke rol gespeeld in de tandheelkunde, maar ze moe- ten worden gevalideerd aan de hand van aangepaste studies van klinisch en laboratoriumonderzoek. Kortom, het klinisch protocol met gebruik van het nieuwe MTA REPAIR HP, dat in dit klinisch rapport wordt beschreven, maakt een geslaagde apexifi catie van een centrale snijtand bij een jonge pati- ent mogelijk. Referenties 1. Trope M. Treatment of immature teeth with non-vital pulps and apical periodontitis. Endod Topics. 2006;14:51–59. 2. Rafter M. Apexifi cation: a review. Dent Traumatol. 2005;21(1):1–8. 3. Granath LE. Some notes on the treatment of traumatized incisors in children. Odont Rev. 1959;10:272. 4. Morfi s AS, Siskos G. Apexifi cation with the use of calcium hydroxide: a clinical study. J Clin Pediatr Dent. 1991;16(1):13–19. 5. Kleier DJ, Barr ES. A study of endodontically apexifi ed teeth. Endod Dent Traumatol. 1991;7(3):112–117. 6. Walia T, Chawla HS, Gauba K. Management of wide open apices in non-vital permanent teeth with Ca(OH)2 paste. J Clin Pediatr Dent. 2000;25(1):51–56. 7. Dominguez Reyes A, Munoz Munoz L, Aznar Martin T. Study of calcium hydroxide apexifi cation in 26 young permanent incisors. Dent Traumatol. 2005;21(3):141–145. 8. Sübay RK, Kayataş M. Dens inva- ginatus in an immature maxillary lateral incisor: a case report of complex endodontic treatment. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod. 2006;102(2):e37–41. 9. El-Meligy OA, Avery DR. Comparison of apexifi cation with mineral trioxide aggregate and calcium hydroxide. Pediatr Dent. 2006;28(3):248–253. 10. Andreasen JO, Farik B, Munksgaard EC. Long-term calcium hydroxide as a root canal dressing may increase risk of root fracture. Dent Traumatol. 2002;18(3):134–137. 11. Andreasen JO, Munksgaard EC, Bakland LK. Comparison of frac- ture resistance in root canals of imma- ture sheep teeth after fi lling with calcium hydroxide or MTA. Dent Traumatol. 2006;22(3):154–156. 12. Heling I, Lustmann J, Hover R, Bichacho N. Complications of apexifi - cation resulting from poor patient compliance: report of case. ASDC J Dent Child. 1999;66(6):415–418. foramina: a retrospective analysis of treatment outcome. J Endod. 2009;35(10):1354–1358. 13. Torabinejad M, Chivian N. Clinical 20. Nayar S, Bishop K, Alani A. A report applications of mineral trioxide aggregate. J Endod. 1999;25(3):197– 205. 14. Torabinejad M, Hong CU, McDo- nald F, Pitt Ford TR. Physical and chemical properties of a new root-end fi lling material. J Endod. 1995;21(7):349–353. 15. Shabahang S, Torabinejad M, Boyne PP, Abedi H, McMillan P. A comparative study of root-end induction using osteogenic protein-1, calcium hydroxide, and mineral trioxide aggregate in dogs. J Endod. 1999;25(1):1–5. 16. Simon S, Rilliard F, Berdal A, Machtou P. Th e use of mineral trioxide aggregate in one-visit apexi- fi cation treatment: a prospec- tive study. Int Endod J. 2007;40(3):186– 197. 17. Steinig TH, Regan JD, Gutmann JL. Th e use and predictable placement of mineral trioxide aggregate in one- visit apexifi cation cases. Aust Endod J. 2003;29(1):34–42. 18. Witherspoon DE, Small JC, Regan JD, Nunn M. Retrospective analysis of open apex teeth obturated with mineral trioxide aggregate. J Endod. 2008;34(10):1171–1176. 19. Mente J, Hage N, Pfeff erle T, Koch MJ, Dreyhaupt J, Staehle HJ, Fried- man S. Mineral trioxide aggregate apical plugs in teeth with open apical on the clinical and radio- graphic outcomes of 38 cases of apexifi cation with mineral trioxide aggregate. Eur J Prosthodont Restor Dent. 2009;17(4):150–156. 21. Holden DT, Schwartz SA, Kirkpa- trick TC, Schindler WG. Clinical outcomes of artifi cial root-end bar- riers with mineral trioxide aggregate in teeth with immature apices. J Endod. 2008;34(7):812–817. 22. Seltzer S, Sinai I, August D. Perio- dontal eff ects of root perforations before and during endodontic proce- dures. J Dent Res. 1970;49(2):332– 339. 23. de Chevigny , Dao TT, Basrani BR, Marquis V, Farzaneh M, Abitbol S, Friedman S. Treatment outcome in endodontics: the Toronto study — phases 3 and 4: orthograde retreat- ment. J Endod. 2008;34(2):131–137. 24. Angelus. MTA REPAIR HP. http:// angelus.ind.br/MTA-REPAIR- HP-292.html. Accessed April 4, 2016. 25. Molven O, Halse A, Grung B. Incomplete healing (scar tissue) after periapical surgery— radiographic fi ndings 8 to 12 years after trea- tment. J Endod. 1996;2(5):264–268. Reproductie toegestaan door Endodontic Practice US, Vol. 9, nr. 2 Over de auteurs Mario Luis Zuolo, DDS, MSc Werkzaam als specialist in tandheelkunde in São Paulo, Brazilië. Hij behaalde een Master in Moleculaire Biologie aan de Universiteit UNI- FESP - Paulista School of Medicine, São Paulo, Brazilië, en is professor in het kader van de tweede en derde cyclus van de afdeling Tandheelkunde, hoogleraar van het Tandheelkundig Programma van EAP-APCD in São Paulo, Brazilië. Dr. Zuolo geeft wereldwijd lezingen over tandheelkunde. Auteur van verschillende publicaties sinds 1998, recent coauteur van het boek Reintervenção em Endodontia (Re-interventie in tandheelkunde), uitgegeven bij Quintessence in 2014. Arthur de Siqueira Zuolo, DDS, MSc In 2010 afgestudeerd aan de Universiteit van São Paulo (USP), Faculteit Tandheelkunde van Ribeirão Preto, Brazilië. Hij behaalde een graduaat in Tandheelkunde aan de New York University en een Master, waardoor hij gekwalifi ceerd specialist in Tandheelkunde is, aan de Faculteit Tandheel- kunde van São Leopoldo Mandic, Campinas, Bra- zilië. Dr. Zuolo is tevens universitair hoofddocent voor de specialiteit Tandheelkunde aan APCD in São Paulo, Brazilië. Hij heeft een tandartspraktijk in São Paulo, Brazilië, en is coauteur van het boek Reintervenção em Endodontia (Re-interventie in tandheelkunde), uitgegeven door Editions Quin- tessence in 2014.

Pages Overview