Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.7, 2016

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION SEPTEMBER 20166 Interview Interview met Hans de Soet (microbioloog, ACTA) en Teun Rietmeijer (gepensioneerd tandarts) “Nederlandse tandarts vaak onbewust bekwaam in infectiepreventie” TEKST: MARIEKE EPPING / FOTO’S: MEREL WAAGMEESTER Het zal geen tandarts zijn ontgaan: de herziening van de richtlijn infectiepreventie – ook wel WIP-richtlijn genoemd – is begin dit jaar gepresenteerd. De grote media-aandacht en de honderd extra pagina’s vergeleken met de vorige richtlijn doen vermoeden dat de herziening de dagelijkse praktijk flink zal veranderen. Dental Tribune ging langs bij twee leden van de Werkgroep Infectiepreventie Tandheelkunde, voorzitter Teun Rietmeijer en werkgroeplid dr. Hans de Soet, die meewerkten aan de herziening. Er ontstond een even opgewekt als geëngageerd gesprek. Verdient infectiepreventie wederom een plek boven aan de agenda van de tandarts? U heeft het voor elkaar: opnieuw heeft elke tandarts het over infectiepreventie… Teun Rietmeijer (TR): Op zich is het logisch dat bij het verschij- nen van een nieuwe richtlijn, deze ­boven aan de agenda komt te staan. De tamtam komt op gang: mensen hebben erover gelezen, gaan allerhande dingen roepen en dan ontstaat er onrust. Dat voedt die aandacht verder, zeker als mensen vrezen dat de verandering geld gaat kosten. Dat is niet uniek voor infectiepreventie, dat zien we bij elke nieuwe richtlijn die de ­dagelijkse praktijk aangaat. Maar in feite vallen de veranderingen ontzettend mee. Wat zijn de grootste veranderingen ten opzichte van de richtlijn van 2007? TR: Er zijn twee opvallende ver- anderingen, waarbij ‘het gevaar van buiten komt’. Daarmee be- doel ik dat die veranderingen niet vanuit de tandheelkunde komen, maar een gevolg zijn van alge- mene wetgeving. Allereerst is er het recap-verbod: in 2012 is op ­Europees niveau vastgesteld dat recappen van naalden en andere scherpe voorwerpen niet langer is toegestaan voor werknemers in de tandartspraktijk. Deze Europese ARBO-regel is nu in de richtlijn verwerkt. Ten tweede is de richt- lijn uitgebreid op het gebied van waterkwaliteit, zodat conform de Drink­waterwet gewerkt wordt. Hans de Soet (HS): Ik begrijp dat tandartsen denken dat er al- lerlei nieuwe regels zijn omdat de richtlijn is herzien, maar feitelijk lagen deze regels er al. Recappen was al verboden volgens de ARBO- wetgeving, en de Drinkwaterwet is al in 2011 ingegaan. Het lijkt alle- maal strenger omdat we het in de richtlijn hebben verankerd, maar ons doel is juist dat de wetgeving makkelijker na te leven is voor de tandarts. We hebben geprobeerd het in de richtlijn op een praktisch toepasbare manier op te schrijven. TR: In een notendop geldt: tandartsen die de richtlijn uit 2007 goed hebben geïmplementeerd in hun praktijk, hoeven alleen op het gebied van waterkwaliteit enkele extra stappen te zetten. Zoals het unitwater regel­ matig testen op Legionella? TR: Dat staat er absoluut niet in! Er zijn veel bedrijven die nu met die boodschap de markt benade- ren, maar het klopt niet helemaal. Je moet controleren dat het aantal aerobe bacteriën in het unitwater onder een bepaalde waarde blijft. Als die grens niet wordt overschre- den, hoef je niet te controleren op legionella. HS: In de Drinkwaterwet staat wél de verplichting om te controle- ren op legionella. Voor de tandarts hebben we een getrapte controle uitgewerkt waarbij eerst in een simpele test alleen aerobe water- bacteriën in het unitwater geme- ten worden. Blijft dat aantal on- der de gestelde grens van honderd ­kolonievormende eenheden, dan is de kans dat er legionellabacteriën tussen zitten én de patiënt daar een infectie mee oploopt, dusdanig klein dat aparte controle op legio- nella niet nodig is. Bovendien heeft enkel op legionella testen niet veel zin: er zijn ook veel Pseudomonas- soorten die graag in het water van tandheelkundige units vertoeven. Bij de meeste Nederlanders die aan een bacteriële longontsteking overlijden, is dit niet veroorzaakt door legionella. Zorg dat het unit- water van drinkwaterkwaliteit is, dan kun je eenvoudig op bacteriën testen en heb je geen dure legio- nella-testbedrijven nodig. Toch vrezen veel tandartsen de extra kosten die ze moeten maken om aan de richtlijn te voldoen. HS: Er staan wel een aantal zaken explicieter in de richtlijn, waardoor tandartsen wellicht denken dat zij veel geld moeten uitgeven. Zo staat erin dat je lichte werkkleding moet dragen. Tandartsen die in hun praktijk bijvoorbeeld donkerrode of blauwe polo’s hebben, kunnen daardoor denken dat ze nieuwe kleding moeten aanschaffen. Dat moet zeker, maar er is wel een overgangstermijn vastgesteld. In de praktijk wordt de kleding na een dag dragen gewassen op 60 graden, waardoor deze na anderhalf jaar toch aan vervanging toe is. Op dat moment koop je lichte kleding. Het gaat dus niet om ‘extra’ kosten. “Infectiepreventie is onderdeel van je dagelijkse werk” Lees verder op pagina 8

Pages Overview