Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

4 Interview dental tribune - netherlands edition december 2014 “Orthodontie risicofactor voor ontstaan gingivarecessie” Interview met Guido Rhemrev, tandarts-parodontoloog en gespecialiseerd in plastische parodontale chirurgie Tekst: Marieke Epping Foto’s: Charles Dumas Guido Rhemrev is als een van de weinigen in Nederland gespecia- liseerd in de behandeling van gin- givarecessies. Met microchirurgie helpt de Amsterdamse tandarts- parodontoloog zijn patiënten vaak enorm vooruit. Door zijn werk al- tijd te documenteren en te reflec- teren op zijn eigen behandelingen, kunnen ook vakgenoten van zijn ervaringen profiteren. Tijdens het congres paro2015 op 6 februari 2015 zal Rhemrev uitgebreid op de gingivarecessie ingaan. Dental Tri- bune sprak met Rhemrev over zijn interessante aandachtsgebied. Plastische parodontale (micro)chirurgie is niet het meest bekende tandheelkundige specialisme. Hoe bent u in dit deelgebied terechtgekomen? Het was zeker niet wat ik aan het begin van mijn carrière in mijn hoofd had. In eerste instan- tie wilde ik geneeskunde stude- ren en arts worden. Nadat ik was uitgeloot, ben ik voor Tandheel- kunde gegaan. Wat me hierin aansprak was de zelfstandigheid in het uitoefenen van het vak: je hoeft toch minder, of althans op een andere manier, verantwoor- ding af te leggen dan wanneer je in het ziekenhuis werkt. Tijdens mijn studie vond ik het al interessant hoe weefsel rea- geert op een behandeling en hoe het geneest. Natuurlijk leerde ik ook over restauraties en ex- tracties, maar ik vond vooral het grote geheel daarachter boeiend, hoe alles biologisch met elkaar verweven is. Ik had daarom mijn zinnen gezet op een specialisatie tot kaakchirurg, maar net op dat moment werd ingevoerd dat je daarvoor ook de gehele studie ge- neeskunde moest doorlopen. Dat vond ik te lang gaan duren. Nadat ik later ook de vervolgopleiding tot tandarts-parodontoloog had afgerond, kwam de microchirur- gie in beeld. Toen kwamen uw beide interessegebieden dus samen: de parodontologie en de (kaak)chirurgie. Hoe heeft u zich dit zeldzame vak eigen gemaakt? Ik zag mijn collega Frank Ab- bas al het een en ander aan mi- crochirurgie doen – kroonver- lengingen, gingivectomieën, ook al wat recessiebedekkingen – en bewonderde de verfijning van operatietechnieken. Met wat ik van hem leerde, uit boeken haal- de en op cursussen opstak heb ik me het vak eigen gemaakt. Daarbij heb ik alles wat ik deed secuur gedocumenteerd, zodat ik kon reflecteren op goede en minder goede uitkomsten. Door mezelf steeds te verbeteren en bij te leren, heb ik mij het spe- cialistische deelgebied van de plastische parodontale (micro) chirurgie eigen gemaakt. Die naam wekt de suggestie dat uw interesse vooral cosmetisch is… De behandeling is zeker niet ge- richt op esthetiek: bijna al deze ingrepen hebben als doel het tandvlees in de oorspronkelijke vorm te herstellen en een aan- doening te verhelpen. Dat het eindresultaat een ‘mooier’ beeld oplevert is meegenomen, maar absoluut niet het einddoel. Met welke aandoening komen patiënten het meeste bij u? Het grootste deel van mijn pati- ënten wordt doorverwezen van- wege gingivarecessies. Zij hebben een of meerdere blootliggende wortels en hebben daar vaak veel last van: de wortels en elemen- ten zijn gevoelig en pijnlijk, het tandvlees eromheen is ontsto- ken en bloedt vaak. Bovendien is het gebit hierdoor lastig schoon te maken. Met een chirurgische ingreep bedekken we de blootlig- gende wortels. Wat zijn de oorzaken van een gingivarecessie? Bij een gingivarecessie is het kaakbot tussen tandvlees en ele- ment verdwenen. Dit kaakbot is van belang voor de architectuur van het tandvlees: de dikte ervan, en verticaal gezien de verhouding gingiva/mucosa. Zonder kaak- bot wordt het tandvlees heel dun en daardoor kwetsbaar. Er zijn minder bloedvaten, dus bij een beschadiging van het tandvlees kan het nauwelijks meer her- stellen. Ook een infectie kan dan een probleem zijn: er zijn weinig bloedvaten om de cellen van je immuunsysteem bij de plaats van infectie te krijgen. Verder is er geen ruimte om een ontsteking te laten ontstaan, voor alle afweer- stoffen als cytokines, voor zwel- lingen, enzovoort. Als je lichaam merkt dat het een infectie niet kan aanpakken, kan het weefsel op die plek worden afgestoten om het overige weefsel te bescher- men. Dat resulteert in een ‘terug- getrokken’ gingiva en een bloot- liggende wortel. Een botdehiscentie, een te- rugtrekking van het kaakbot, kan verschillende oorzaken heb- ben. Er kan een onderliggende aandoening achter zitten, of er kan sprake zijn van parodontitis waardoor het bot wordt aange- tast. Ook een orthodontische be- handeling in het verleden kan de boosdoener zijn: de meeste pati- ënten die naar mij zijn verwezen voor de behandeling van een gin- givarecessie, hebben in het verle- den orthodontie gehad. Ook uit de literatuur weten we inmiddels dat orthodontie een verhoogd ri- sico geeft op het later ontwikke- len van een gingivarecessie. Hoe kan orthodontie een botdehiscentie veroorzaken? Elk mens heeft een bepaalde gene- tische blauwdruk: in je genen ligt al vast hoe je schedel er ongeveer uitziet en je kaak gevormd wordt. Dat geldt ook voor hoe de tanden in die kaak geplaatst zijn. Bij een orthodontische behandeling ver- ander je de skeletale en de den- tale verhoudingen. Dat kan, maar er zitten grenzen aan hoeveel je kunt veranderen ten opzichte van die genetische blauwdruk. Die be- grenzingen noemen we de ‘gene- tisch bepaalde envelop’. Bij orthodontie worden ele- menten altijd naar buiten ver- plaatst. Naar binnen toe is im- mers geen ruimte over. Daarbij verplaatst ook het kaakbot waar het element in staat. Verplaats je de elementen te ver, buiten de genetisch bepaalde envelop, dan gaat het kaakbot niet meer mee. Op de plek waar die genetische grens wordt overschreden, ont- staat dan een botdehiscentie. We zien dan een U-vormige terug- trekking van het bot, waarvan de punt bij de apex ligt en het breed- ste punt bij de tandhals. Die bot- dehiscentie ligt aan de basis van een mogelijke gingivarecessie. Het is dus achterhaald om poetstrauma’s als veroorzakers van gingiva­ recessies aan te wijzen? Absoluut. Enkel een poetstrau- ma kan geen gingivarecessie ver- oorzaken. Het kan wel het proces versnellen, wanneer het tandvlees al verzwakt is door een gebrek aan onderliggend kaakbot. Maar de voorwaarde voor een gingi- varecessie is dat er geen kaakbot onder het tandvlees zit. Anders kan die wortel niet bloot komen te liggen. In een gezonde mond zal een poetstrauma natuurlijk het tandvlees beschadigen en theo- retisch gesproken zou je zo hard kunnen poetsen dat je het tand- vlees geheel wegpoetst, maar dan kom je alsnog uit op het kaakbot, niet op de tandwortel. Hoe kan een gingivarecessie worden behandeld? Een recessiebedekking is in fei- te het ‘opdikken’ van het lokaal te dunne tandvlees, zodat het kan herstellen na een infectie of trauma. Dit doe je door een stuk bindweefsel van dezelfde patiënt te transplanteren, bijvoorbeeld uit het verhemelte. Dat vergt een nauwgezette chirurgische in- greep: het ontvangende weefsel wordt losgemaakt en vastgehecht aan het transplantaat. De bloed- Poetstrauma’s veroorzaken geen gingivarecessies > lees verder op pagina 6 PRAKTIJKBEGELEIDING INTERIM MANAGEMENT TRAINING Onze ervaring is úw succes De Tandarts aan de Leiding Communicatietrainingen voor assistenten Teamtrainingen op maat: communicatie samenwerken omgaan met lastig gedrag www.roovos.nl info@roovos.nl 020- 330 61 84 www.roovos.nl info@roovos.nl 020- 3306184

Pages Overview