Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition december 2014 Besloten community voor artsen, tandartsen en apothekers ✔ Deel vakinformatie met collega’s ✔ Toon uw presentaties, artikelen en voordrachten ✔ Consulteer een collega of een expert ✔ Vorm besloten groepen voor communicatie en het delen van vakinformatie ✔ Blijf in contact met studiegenoten en (oud-)collega’s Meld u gratis aan op www.qlinix.nl en ontvang tevens gratis toegang tot klinischediagnostiek.nl Qlinix is een besloten online gemeenschap, exclusief toegankelijk voor BIG-geregistreerde artsen, tandartsen en apothekers. Op Qlinix kunt u vakinformatie met collega’s delen, uw artikelen en voordrachten publiceren of het laatste nieuws binnen uw specialisme ontvangen. U kunt contact leggen met vakgenoten, groepen beginnen en oud-collega’s of studiegenoten terugvinden. Maar het meest unieke van Qlinix is de mogelijkheid collega-artsen in consult te vragen. Leg een casus voor aan een individuele collega, of een groep collega’s met een specifieke expertise. De beslotenheid van het platform maakt dat een casus veilig en enkel met medische professionals kan worden besproken. Qlinix - Het online kennisnetwerk voor medische professionals Qlinix is een initiatief van: Qlinix-Advertentie-13-11-2014-V2.indd 1 18-11-14 10:19 vaten van het transplantaat wor- den aan de bloedvaten van het re- ceptorgebied vastgehecht, zodat het transplantaat doorbloed en gevoed wordt. Door lokale groei- factoren groeit het getransplan- teerde bindweefsel uit tot gingi- vaweefsel. Uiteindelijk verdwijnt zo’n 60 tot 70% van het trans- plantaat, omdat het integreert in de gingiva (zie ook de casus op pagina 7). Het gebruik van transplanta- tieweefsel is essentieel in de be- handeling. Zonder weefsel om de gingiva weer te ‘verlijmen’, kun je het aangedane weefsel niet opdikken. Als het tandvlees dun blijft, is er geen mogelijkheid tot herstel. In de bovenkaak kan een gingivarecessie soms zon- der transplantaat worden behan- deld, want daar is het weefsel vaak minder uitgedund en is er dus wel ruimte om te opereren. Hoe belastend is deze ingreep voor de patiënt? Patiënten hebben van deze in- greep evenveel last als van een conventionele flap-operatie. Ze voelen de anesthesie aan het be- gin en vervolgens is het een pijn- loze ingreep. De behandelduur varieert van één tot drie uur. Over het algemeen hebben patiënten nauwelijks postoperatieve pijn, maar uiteraard krijgen ze stevige pijnstilling mee. Wel kan er zwel- ling optreden na de ingreep. Na twee weken mogen de hech- tingen eruit en na zes weken kunnen we zeggen dat het gebied goed is geheeld. We spreken dan van een gematureerd wondge- bied: bijna maximale genezing. Na drie maanden kunnen we be- oordelen of de behandeling suc- cesvol is geweest. Het behandel- de weefsel blijft niet langer een zwakke plek, doordat we bij de ingreep met het transplantaat hebben gezorgd dat het weefsel weer een gezonde dikte heeft ge- kregen. Welke ontwikkelingen hebben een belangrijke rol gespeeld in de vooruitgang van dit vakgebied? Door het beschikbaar komen van nieuwe technieken en een verfij- ning van de chirurgie is gezocht naar andere toepassingsmoge- lijkheden ervan. Zo kwam men uit bij gingivarecessies: waar je eerst niet de mogelijkheden had het teruggetrokken tandvlees te herstellen, werd door die nieuwe techniek het mogelijk microchi- rurgisch te transplanteren en de recessie weer te bedekken. Daar- om is documentatie zo belang- rijk: als je kunt terugkijken waar je eerder vastliep, kun je start- punten voor nieuwe technieken vinden. Zo kun je zomaar een aandoening die onbehandelbaar lijkt, zoals gingivarecessie jaren bekend stond, toch van een be- handeling voorzien. Weet de algemeen practicus voldoende van de behande­ ling van gingiva­recessies? Lange tijd was de gedachte dat er niets te doen was aan een gin- givarecessie. Nadat ik enige tijd bezig was met het uitvoeren van deze behandeling en het docu- menteren daarvan, ben ik infor- matiefolders gaan maken en ver- spreiden om bekend te maken dat deze aandoening inmiddels wel degelijk te behandelen was. Ook ben ik informatieavonden gaan verzorgen, bij mij op de praktijk. Daar vertelde ik over de behan- delmogelijkheden en liet ik zien dat ik de techniek van een reces- siebedekking beheerste. Ik denk dat inmiddels een derde van de tandartsen weet dat een gingiva- recessie te behandelen is. Dat is nog niet genoeg, maar als je be- denkt dat dat toen ik begon mis- schien één van de twintig lag, is het toch flinke winst. Wat kan de algemeen practicus zelf doen? Een tandarts die niet geschoold is in de parodontale plastische chirurgie raad ik ten zeerste af zelf een gingivarecessie te behan- delen. Een goede tandarts heeft voldoende kennis om zijn pati- ënt goed te behandelen en infor- meren, maar weet ook wanneer hij moet doorverwijzen. Zonder de juiste techniek kan ingrijpen de recessie alleen maar erger ma- ken. Het belangrijkste is dat hij goed in te gaten houdt of hij een gingivarecessie ziet ontstaan, of zijn patiënt een risico hierop loopt. Waar moet een algemeen practicus op letten om vroegtijdig een gingivarecessie te ontdekken? Parodontitis, of gingivitis die zich kan ontwikkelen tot een pa- rodontitis, is natuurlijk iets om in de gaten te houden. Hierdoor kan een onderliggend botdefect ont- staan en het tandvlees kwetsbaar worden. Daarnaast moet de tand- arts onderkennen dat een in het verleden ondergane orthodonti- sche behandeling een grote risi- cofactor is voor het ontwikkelen van gingivarecessies. Aangezien elk jaar meer kinderen een ortho- dontische behandeling krijgen, loopt een almaar groeiende groep een verhoogd risico. Tandartsen moeten bij deze patiënten vooral het onderfront in de gaten houden. Daar is de gingiva dunner dan in de zijde- lingse delen of het bovenfront. Dat dunne weefsel in combina- tie met de draadspalk die vaak achter de onderfrontelemen- ten is geplaatst, kan ervoor zor- gen dat die elementen rond de draadspalk gaan draaien. ‘He- likopterstand’ noem ik dat. Die verplaatsing is een extra trigger voor een gingivarecessie. Samen met orthodontisten Charlotte Prahl en Brigitte Bokhout – het team waarmee ik samenwerk op het gebied van recessiebedek- kingen – heb ik een advies uit- gebracht aan tandartsen om de draadspalk te verwijderen wan- neer de patiënt dertig jaar is. Dat is de leeftijd dat de groei en ver- plaatsing van de tanden voltooid is; je ziet de groeicurve van het lichaam rond die leeftijd ook af- vlakken. De draadspalk langer laten zitten doet meer kwaad dan dat de patiënt er nog profijt van heeft. Welke rol kan de mond­ hygiënist spelen bij het voorkomen of ontdekken van gingivarecessies? Mondhygiënisten kunnen dit probleem goed signaleren, om- dat zij veel met de gehele mond en het tandvlees bezig zijn. Gin- givarecessies zijn bekend terrein voor mondhygiënisten, doordat zij weten dat na het behandelen van parodontitis vaak een gingi- varecessie optreedt. Dat is inhe- rent aan de behandeling. Transplantatieweefsel is essentieel voor het succes van een recessiebedekking > vervolg van pagina 4 Qlinix-Advertentie-13-11-2014-V2.indd 118-11-1410:19

Pages Overview