Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Belgische editie No. 3, 2016

6 Augustus-september 2016 Dental Tribune Belgische editie laterale condensatie (afb. 5). Tot aan de definitieve reconstructie werd de kroon gevuld met tijdelijk cement (afb. 6). In een tweede zitting en na het wegblij- ven van klinische symptomen vond de coronale reconstructie plaats. Voor de stompopbouw werd Rebilda Post Sys- tem (VOCO) (afb. 7) gekozen en werd een glasvezelstift met de coronale dia- meter van 1,2 mm in de mesiale wortel geplaatst (afb. 8). Na reiniging van de caviteit en iso- latie (afb. 9) werd het vulmateriaal van het mesiolinguale kanaal verwijderd om de stift te plaatsen (afb. 10). Daar- na werd gecontroleerd of de stift goed in de intraradiculaire preparatie paste (afb. 11), werd een circulaire matrijs AutoMatrix (Dentsply DeTrey) aange- bracht en de stift op de juiste hoogte ingekort en gecementeerd (afb. 12). Voor het cementeren van de stift werd deze met Ceramic Bond (VOCO) be- vochtigd, om een betere hechting mo- gelijk te maken. Als stiftbevestigings- en stom- popbouwmateriaal werd Rebilda DC dentine (VOCO) in combinatie met het duaalhardende Self-Etch-adhesief Futurabond DC SingleDose (VOCO) Bespreking Vroegtijdige herkenning is de beste therapeutische maatregel van de arts19 . Daarvoor kunnen zowel intraorale dentale röntgenfoto's met verschillen- de projecties als scanners worden ge- bruikt. De laatstgenoemde leveren be- tere diagnosegegevens20-22 , met name in de beginfase. Om door kaakortho- pedische behandelingen veroorzaakte apicale wortelresorpties te vermijden, stellen enkele auteurs voor om elke drie of zes maanden na begin van de behandeling röntgenonderzoeken uit te voeren. Ook het toedienen van ont- stekingsremmende medicijnen zou de resorptie kunnen verhinderen23 . In deze klinische casus was de re- sorptie zeer vergevorderd. Het stellen van de diagnose gebeurde radiologisch. Bij gevallen waar het resorptieproces is gestopt en het verwijderen van het necrotische weefsel kan worden uitge- voerd, kunnen verschillende materia- len en technieken worden gebruikt24 . Af en toe zijn endodontische ingrepen noodzakelijk25 . Bij een aanzienlijk aantal gevallen leidt dit tot klinisch succes. Bij het kiezen van de conser- vatieve behandeling is het belangrijk de parodontale toestand en de recon- structiemogelijkheden van het element te beoordelen26 . In dit geval kozen wij vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt voor een restauratieve be- handeling. De gekozen therapie was vooral ook daarom raadzaam, omdat het hier om een apicale externe resorp- tie met aanhechting van botweefsel ging en er dus geen verhoogde tand- beweeglijkheid ontstond. Verder was hier voldoende supragingivale harde tandsubstantie aanwezig. Dit garan- deerde een geschikte basis voor de pro- thetische verzorging. Conclusie De diagnose van wortelresorptie wordt in vele gevallen gesteld door röntgenologische bevindingen of door de aanwezigheid van ziektebeelden met extreem gevorderde pathologie die tot verlies van het element leiden. Met het oog op deze pathologie, een gevolg van de meest uiteenlopende redenen, is het zinvol de mogelijkheden voor het stoppen van het proces en het restaure- ren van het element als eerste optie in overweging te nemen. gebruikt. Laag voor laag werd voor de stompopbouw Rebilda DC dentine aangebracht, telkens met licht uitge- hard en de polymerisatie in de moei- lijk toegankelijke bereiken dankzij de chemische uitharding van Rebilda DC gewaarborgd. De matrijs werd verwij- derd (afb. 13) en de opbouw werd op- nieuw met licht uitgehard. Vervolgens werd de isolatie verwijderd en de stomp ingekort en gepolijst (afb. 14). Op de peri-apicale röntgenfoto kan worden gecontroleerd of de stift en de recon- structieranden correct zitten (afb. 15). In een volgende zitting werd de stomp geprepareerd (afb. 16) en werd een afdruk gemaakt met de silicone Fit Test C & B (VOCO) voor het vervaar- digen van een volledige kroon. Deze werd later aangebracht en met Bifix SE (VOCO), een duaalhardend zelfadhe- sief bevestigingssysteem op compo- sietbasis, gecementeerd en zo werd de volledige functie van element 36 weer tot stand gebracht (afb. 17). De patiënt stelde na de behandeling geen sympto- men vast. Drie maanden (afb. 18) en een jaar (afb. 19) na voltooiing van de behandeling werden röntgencontroles uitgevoerd, die geen tekenen van een periradiculaire ontsteking lieten zien. Na de röntgenologische bevinding van de wortelresorptie bij element 36 werden klinische vragen gesteld. De patiënt gaf aan dat bij dit element meer dan twintig jaar geleden een wortelbe- handeling en een reconstructie werden uitgevoerd. Later brak het element steeds meer, zonder dat dit tot pijn of ontstekingen leidde. Met het oog op deze klinische situatie (vanwege de medische toestand van de patiënt was een sanering met tandimplantaten niet aan te raden) en het belang, omdat het om de laatste molaren van het derde kwadrant ging, kozen wij voor een her- nieuwde endodontische ingreep, een dentale reconstructie met glasvezelstift en prothetische afdekking. De peri-apicale röntgendiagnostiek (afb. 2) liet een overvulling van de mesiale kanalen en een sterke bescha- diging van de distale wortel zien. Er werden noch cement- noch guttaper- charesten buiten de kanalen vastge- steld. Het klinische beeld (afb. 3 en 4) liet de geruïneerde tandkroon met naar de mondholte openliggende wortelka- nalen zien. De hernieuwde behandeling vond in één zitting plaats met behulp van de combinatie van manuele techniek en rotatietechniek met K3-vijlen (Sy- bronEndo). De motor TCM Endo III (Nouvag AG) met een rotatiesnelheid van 300 omw/min en een draaimo- ment van 30 Nmm werd gebruikt. De klinische behandeling begon met het verwijderen van het vulmateriaal uit de kanalen met Gates-Glidden-boren en het bepalen van de werklengte met K-vijlen (nr. 20). Voor het spoelen werd NaOCl 2,5% gebruikt. De mechani- sche instrumentatie vond corono-api- caal (Crown-Down) plaats met behulp van vijlen met coniciteit .06 en .04 en ISO 40, 35, 30 en 25. Dit werd zo vaak herhaald tot de correcte werklengte werd bereikt. In de mesiale kanalen werd een mastervijl ISO 30 gebruikt, in de distale ISO 40. De kanalen werden permanent ge- spoeld met natriumhypochloriet 2,5%. Na de laatste spoeling werden de ka- nalen gedroogd en volgde een vulling met de sealer AH plus (Dentsply De- Trey) en guttapercha-tips evenals een p1» 1 9 5 12 16 4 8 15 19 7 14 18 3 11 2 10 6 13 17 1. Oraal orthopantomogram voor de studie. 2. Diagnostische röntgenfoto. 3. Occlusaal aanzicht van element 36. 4. Vestibulair aanzicht van element 36. 5. Directe röntgencontrole. 6. Tijdelijke vulling van element 36. 7. Opbouwsysteem Rebilda Post System. 8. Gebruikte boren voor het plaatsen van de glasvezelstift. 9. Reiniging van de caviteit en isolatie van element 36. 10. Voorbereiding van het mesiolinguale kanaal. 11. Controle of glasvezelstift goed past. 12. Inkorten en cementeren van de glasvezelstift. 13. Vulling van de caviteit. 14. Verwijderen van de isolatie. 15. Peri-apicale röntgenfoto van de stiftcementering en de randsluiting. 16. Vestibulair aanzicht van de geprepareerde tandstomp. 17. Aanzicht van hoe de prothetische kroon zit. 18. Röntgencontrole na drie maanden. 19. Röntgencontrole na een jaar. Over de auteurs Dr. Sebastiana Arroyo Boté is associate professor aan de faculteit voor tandheel- kunde aan de universiteit van Barce- lona, Spanje. Zij is een veelgevraagd spreker tijdens cursussen en congressen over conserverende tandheelkunde. Ook publiceert zij regelmatig in wetenschap- pelijke tijdschriften. Dr. Javier Martínez Osorio is eveneens associate professor aan de faculteit voor tandheelkunde aan de universiteit van Barcelona, Spanje. Tevens heeft hij een privépraktijk in Barcelona met als zwaartepunt chirurgie en implantologie. Hij spreekt en publiceert geregeld over peri-apicale chirurgie en implantologie. Conservatieve behandeling van een apicale externe resorptie bij een risicopatiënt p7»

Pages Overview