Dental Tribune Belgische editie No. 3, 2016

2 Augustus-september 2016 Dental Tribune Belgische editie de onderste frontale elementen met de bovenste incisieven, zodat het mogelijk was deze te verlengen. Omdat het om een jonge patiënt ging, was een minimaal invasieve tech- niek de aangewezen methode, en dus kozen we voor een methode waarbij het prepareren van de elementen overbodig was. Onze keuze viel op een indirecte techniek, waarbij de restauraties wer- den vervaardigd met Admira Fusion (VOCO). Dit materiaal bezit niet de klassieke monomeren op metacrylaat- basis, maar een keramische matrix die het materiaal in hoge mate biocompa- tibel maakt. De toepassing van door de tandarts vervaardigde indirecte veneers vormt een alternatief voor geprefabri- ceerde veneers. Het zelf vervaardigen van veneers heeft voordelen, zoals lage kosten, de mogelijkheid om de vorm van de hoekelementen van de bovenste frontale elementen loopt, geen harmo- nieuze curvatuur vertoonde. Voor het realiseren van een aantrekkelijke lach was het daarom noodzakelijk de vorm van de vier bovenste incisieven zodanig te veranderen dat een positieve lachlijn zou ontstaan (afb. 3). Bij de laterale bewegingen was er geen contact van Minimaal invasieve veneerrestauratie met keramisch gebaseerd vulmateriaal van het element individueel aan te pas- sen, de geringere dikte van de cement- laag en een betere randaansluiting. Voor een even eenvoudige als snelle vervaardiging van indirecte restaura- ties is de toepassing van een mock-up geschikt, waarvan de basis hier met modelsiliconen (VOCO) is vervaar- digd (afb. 4). Al tijdens de eerste be- handeling kozen we ook de juiste kleur van het restauratiemateriaal uit. Hier- voor werd telkens een kleine hoeveel- heid van de in aanmerking komende kleuren op het vestibulaire vlak van een van de te restaureren elementen aangebracht en gepolymeriseerd. Aan de hand van deze kleurenvergelijking viel de keuze op de kleur A1 (afb. 5). Voor het vervaardigen van de eigenlij- ke mock-up en daarmee voor de veneer werd het vulmateriaal met een metalen spatel op het siliconenmodel aange- bracht (afb. 6). In deze fase moest door de behandelaar worden geprobeerd zich 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 Afb. 1. Een 20-jarige patiënt onderging om esthetische redenen wegens een diasteem tussen de bovenste centrale incisieven een tandheelkundige behandeling. • Afb. 2. Op de intraorale foto zijn bijzonderheden te zien in de stand van de frontale elementen en de morfologie. • Afb. 3. Wij stelden vast dat voor een bevredigend resultaat de vier bovenste incisieven moesten worden behandeld. • Afb. 4. In dit geval werd als behandelmethode de vervaardiging van indirecte restauraties op een siliconenmodel gekozen. Dit heeft voordelen boven de toepassing van geprefabriceerde facetten, omdat we ons eigen product kunnen aanpassen aan de patiënt en een betere randaansluiting kunnen realiseren. • Afb. 5. Al tijdens de eerste behandeling kozen we de toe te passen kleur uit door een kleine hoeveelheid van het materiaal op het element aan te brengen, het oppervlak met een grote metalen spatel glad te maken en het vervolgens te polymeriseren. In het onderhavige geval viel de keuze op de kleur A1. • Afb. 6. Het vulmateriaal (Admira Fusion, VOCO) werd direct op het vervaardigde siliconenmodel aangebracht. Met spatels werden de elementen overeenkomstig de morfologie van de betreffende elementgroep gemodelleerd. In dit geval diende door het vervaardigen van de veneers de lijn, die de punten van de hoekelementen en de incisieve kanten verbindt, om het juiste gebogen verloop te krijgen. • Afb. 7. Na de polymerisatie namen we de veneers van het model af, werkten deze uit en polijstten ze met rubberslijpapparaten resp. rubberpolijstapparaten voor keramische restauraties. • Afb. 8. Door een foto van de voltooide veneers over een foto van de patiënt te leggen, konden we voorzien of de ordening en grootte van de restauraties na afsluiting van de behandeling correct waren. • Afb. 9. Met zwart-witfoto's, zoals hier, kon de simulatie nog beter worden beoordeeld. • Afb. 10-13. Aanbrengen van de veneer op element 21. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de schuifrichting. Om de volgorde bij het aanbrengen van de restauraties vast te leggen, moet de schuifrichting exact worden aangehouden omdat er geen preparaties zijn uitgevoerd. • Afb. 14. Wij gebruikten voor het weghouden van de gingivarand 000-retractiedraad voor alle bovenste incisieven. • Afb. 15. Aanbrengen van 37% orthofosforzuur en inwerking gedurende 15 seconden bij elk element. Het aangrenzende element wordt beschermd met een polyester-separeerstrip. • Afb. 16. De elementen 11 en 21 na het etsen met fosforzuur en het drogen. • Afb. 17. De veneer voor element 21. Om het binnenvlak te reinigen, werd deze met aluminiumoxide gezandstraald. • Afb. 18. Na de applicatie en het wegblazen van het adhesief werd het vloeibare composiet GrandioSO Flow (VOCO) in de kleur A1 toegepast. • Afb. 19. Aanzicht na het aanbrengen van de restauratie. Nog voor het polymeriseren verwijderden we het overtollige materiaal met een sonde nr. 5. • Afb. 20-24. Verschillende aanzichten van de veneerrestauraties na de voltooiing ervan. • Afb. 25. Contacten van de frontale elementen tijdens de protrusiebewe- ging. • Afb. 26-27. Na het inslijpen van de veneers bestonden er geen contacten van de frontale elementen tijdens de laterale bewegingen. • Afb. 28-29. Foto's van de veneers onder een indirecte belichting. De details zijn goed zichtbaar. • Afb. 30-31. Blik op het frontale gedeelte met een harmonische boog van de elementen, gezien vanuit vestibulair en palatinaal oogpunt. • Afb. 32-33. Bij een vergelijking van de pre- en postoperatieve aanzichten is een duidelijke verbetering van de esthetiek van de elementen zichtbaar. • Afb. 34-36. Vergelijking van de lach voor en na de behandeling. p1»

Dental Tribune Belgische editie No. 3, 2016

Pages Overview