6 INTERVIEW DENTAL TRIBUNE VLAAMSE EDITIE DECEMBER 2021 Ingrid van Essen over gedrag, communicatie en professionele relaties “Goede vertrouwensrelatie is het fundament voor preventie” TEKST: REINIER VAN DE VRIE Eerst stilstaan om later te versnellen. Investeren in een vertrouwensrelatie betaalt zich later uit. Daarvan is Ingrid van Essen overtuigd, vanuit haar ervaring als gedrags en communicatiedeskundige en haar persoonlijke ervaringen bij de tandarts. Op het congres Kindertandheelkunde2022 in februari houdt zij de eerste presentatie. Dental Tribune sprak met haar over hoe zorgverleners de verbinding kunnen aangaan met hun patiënten. Hoe bent u betrokken geraakt bij de tandheelkunde? Een paar jaar geleden werd ik voor een tandheelkundecongres ge- vraagd om te spreken over hoe je pubers motiveert om hun tanden te poetsen. Dat sloeg enorm aan. Dat verhaal heb ik vervolgens in een regiotour op nog vier plekken gehouden. Zo ben ik nu door orga- nisator Paul Kalker gevraagd om te spreken op het congres Kindertand- heelkunde2022. Wat wordt de kern van uw lezing op dat congres? De kern van mijn boodschap is dat een goede vertrouwensrelatie het fundament is voor preventie, en dus de basis voor een gezond gebit. Het is belangrijk om in te zetten op die relatie. Vanuit een systemische blik geef ik aan hoe je dat doet in een mondzorgpraktijk waar jonge kin- deren met hun ouders bij de tand- arts of mondhygiënist komen. Een goed contact met zowel het kind als de ouders is dan essentieel voor een goed resultaat. Dan heb je te maken met drie verschillende partijen en belangen ... Dat klopt. Het kind en de ouder zijn onderdeel van een familiesysteem, de zorgverlener is onderdeel van zijn werksysteem. Die verschillen- de systemen hebben verschillende normen, waarden en achtergron- den. Met een systemische bril kijk je naar het gedrag dat iemand (nog) niet laat zien. Je stelt dan vragen om te zien wie de ander is. Iemand is namelijk niet alleen zijn gedrag. Dat moet je altijd in een context plaatsen. Het is heel belangrijk om echt je patiënt centraal te zet- ten en zijn persoonlijke verhaal te kennen. Wees oprecht nieuwsgie- rig en investeer in de relatie, zodat je gedrag beter begrijpt en daarop kan reageren. Je wil immers dat een ouder met een klein kind blijft terugkomen. Die ouder moet zich daarom prettig en veilig voelen. Een warme band tussen patiënt en tandarts is belangrijk. Wat vaak ver- geten wordt, is dat sommige ouders het heel spannend vinden om met hun kind naar de tandarts te gaan. Wat vinden ze dan spannend? Ik neem mezelf als voorbeeld. Als kind heb ik een trauma opgelopen voor de tandarts. Mijn vader had een heel slecht gebit. Op een dag kwam hij thuis met de mededeling dat hij al zijn tanden moest laten trekken, want hij kreeg een kunst- gebit. Als zesjarig meisje zie ik hem nog thuiskomen. Ik zag alleen maar pijn en bloed. Uit schaamte werd er thuis verder niet over gepraat. Mijn moeder waarschuwde mij – met alle goede bedoelingen en inten- ties – dat als ik niet goed poetste dit me dus te wachten stond. Zo ging ik dus doodsbang naar de tandarts. Stel dat ik een gaatje had ... Er is nooit aan me gevraagd hoe ik het vond om bij de tandarts te zijn. Ook niet toen ik volwassen was. Bang zijn hoorde erbij. Dat liet ik niet merken, maar het heeft erin ge- resulteerd dat ik een hele tijd niet naar de tandarts ben gegaan. Totdat ik zelf kinderen kreeg en met hen naar de tandarts moest. Zij voelden feilloos mijn angst aan. De tandarts zag dat ook en was de allereerste die vroeg waarom ik zo bang was. Toen heb ik mijn verhaal in een apart gesprek zonder kinderen verteld. Hij neemt dat uitermate serieus en houdt er altijd rekening mee. Ik ben nog steeds geen fan van de tand- arts, maar ik ga. Mijn tandarts keek dus echt met een systemische blik en zag de dynamiek dat mijn kin- deren bang waren voor de tandarts, omdat ze die angst van mij hadden overgenomen. Wat raadt u mondzorgver- leners aan om te doen met bange ouders? Mijn tandarts adviseerde om de vader van mijn kinderen mee te laten komen. Dat werkte goed, want die is niet bang. Sommige tandart- sen laten bange ouders in de wacht- kamer. Dat begrijp ik wel, want lastig of paniekerig gedrag van ouders slaat over op de kinderen, maar het zou een signaal moeten zijn om met die ouders in gesprek te gaan over hun ervaringen. Dan ben je niet direct met inhoud bezig, maar investeer je wel in de relatie. Vaak wordt onderschat dat mensen tandartsbezoek lastig vinden. Bijna niemand gaat ontspannen naar de tandarts. Als praktijk wil je toch een veilige situatie creëren? Ik wil in- zicht geven in hoe je dat kunt doen en wat de do’s-and-don’ts zijn in de communicatie. Als zorgverlener moet je je heel erg bewust zijn van je eigen gedrag, want daarin laat je ook emoties zien. En het gaat niet alleen om rust in de behandel- kamer, maar ook eromheen. Het hele team moet je een veilig gevoel geven en moet laten merken dat het Ingrid van Essen. oké is om bang te zijn of het span- nend te vinden. Een kind voelt dat onbewust en direct aan. Hoe pak je het aan als ouders goed poetsgedrag en goede mondhygiëne bij kinderen en jongeren niet voor elkaar krijgen? Probeer dan eerst te achterhalen waarom ouders het niet voor elkaar krijgen. Daarbij is loyaliteit heel belangrijk ‒ val een ouder nooit af. Vraag waarom het niet lukt. Geen opgeheven vingertje maar een echt open gesprek. Vraag ook het kind waarom het niet wil poetsen. Ga na hoe het tandenpoetsritueel er- uitziet. Probeer er begrip voor op te brengen dat tandenpoetsen mis- schien wel saai is en lang duurt. Probeer te achterhalen waarom een kind zich slecht gedraagt. Ik han- teer altijd het motto dat iemand iets slecht verdraagt als hij zich slecht gedraagt. Vraag naar het verdragen. Misschien vindt het kind de tand- arts niet aardig of poetst moeder te hardhandig. Stel open en neu- traal veel onbevooroordeelde vra- gen. Geef ruimte en neem ouder en Congres Kindertandheelkunde2022 Op vrijdag 4 februari vindt het door Bureau Kalker georganiseerde con- gres Kindertandheelkunde2022 plaats, in het RAI Congrescentrum in Amsterdam. Ingrid van Essen is de eerste spreker op het congres. Verder spreken Lina Jasulaityte, dr. Clarissa Bonifácio, dr. Ir. Manon van Eijs- den, ir. Michelle van Roost, dr. Dien Gambon en Arie Riem. Meer informatie: www.kindertandheelkunde2022.nl kind serieus. Het werkt niet contact bevorderend als je alleen maar aan- geeft dat tandenpoetsen nou een- maal moet gebeuren. Gelooft u erin dat een ritueel kan veranderen door gesprek- ken te voeren? Daarvoor baseer ik me op de basis- behoeften van mensen uit de psy- chologie. Mensen willen zich ver- bonden voelen en ergens graag bij horen, ze willen autonomie in zelf keuzes kunnen maken, en ze willen zich competent voelen. Daar moet je je als zorgverlener bewust van zijn in gesprekken. Zit ik nog op de relatie, geef ik anderen – ook kin- deren – de regie? Als je bijvoorbeeld erkent dat een kind tandenpoetsen niet leuk vindt, voelt het zich ge- zien, gehoord en serieus genomen. Vervolgens staat een kind echt wel open voor de boodschap dat het wel belangrijk is om te poetsen. Leef je in in de belevingswereld van het kind thuis. Laat het zien hoe het thuis poetst. Door het stellen van vragen dwing je de ander om actief na te denken over andere mogelijk- heden en is er veel meer ruimte om het anders te gaan doen. Hoe zou poetsen bijvoorbeeld leuker kunnen worden? Dan bedenken ze bijvoor- beeld zelf dat ze een lievelingsliedje van twee minuten willen horen tij- dens het poetsen. Alleen zeggen dat iets moet, werkt niet. ‘Ik moet hele- maal niks ...’ Dat geeft weerstand en frustreert de eigen autonomie. Als je mensen ruimte geeft, zijn ze echt Biografie Ingrid van Essen Ingrid van Essen is gedrags en communicatiedeskundige. Ze is afgestudeerd als histori- cus. De eerste jaren van haar beroepscarrière gaf ze geschie- denis op het Haarlemmermeer Lyceum in Hoofddorp. Vanaf 2006 is ze zich gaan specialise- ren in onder meer Transactio- nele Analyse, Systemisch wer- ken, NLP en Lichaamswerk. Ze werkt nu als coach en trainer op het gebied van persoonlijk leiderschap, communicatie en teamontwikkeling in met name het onderwijs en de zorg. Ze schreef meerdere boeken over gedrag, relatie en commu- nicatie en is een veelgevraagd spreker op congressen. Zie ver- der: www.ingridvanessen.nl. wel bereid om te bewegen. Neem een neutrale en rustige houding aan. Maar dat vraagt wel iets van je. Dat kost toch wel behoorlijk wat tijd die gesprekken ... Absoluut, maar in het begin is dat zo ontzettende belangrijk, want het gaat om een goede vertrouwens- relatie met je patiënten, zoals ge- zegd het fundament. In het begin zal je wellicht wat meer tijd kwijt zijn om de achtergrond van een pa- tiënt in kaart te brengen, maar daar kun je wel steeds op terugkomen. Het is eerst even stilstaan om uit- eindelijk die versnelling te kunnen maken. Ik vind het nog steeds heel eng om naar mijn tandarts te gaan, maar omdat hij zo aardig en empa- thisch is en geen oordeel heeft, en ik weet dat mijn angsten niet reëel zijn, ga ik toch iedere keer weer en laat ik alles doen wat er moet ge- beuren. Voor mij is ook belangrijk dat hij uitlegt wat hij doet en waar- om. Dat kun je ook bij kinderen doen. Je kunt ze ook instrumenten laten zien en vastpakken. Dat kost wat tijd, maar op de lange termijn heb je daar absoluut profijt van. Werkt dat bij pubers ongeveer hetzelfde of moet je die op een heel andere manier motiveren? Dreigen met tandproblemen over tien jaar werkt bij pubers niet. Zij leven heel erg in het nu en die moet je echt op het moment pakken. Heel simpel: als je niet twee keer per dag je tanden poetst of als je schadelijke frisdrank drinkt, krijg je een slechte adem en dat zoent niet lekker. Daar zijn ze wel gevoelig voor. Een slech- te adem is echt het haakje bij een puber. Daarnaast doet een puber zijn best voor een goede mondhygi- ene als hij de tandarts aardig vindt. Wat heel belangrijk voor hen is, is dat ze echt worden gezien, niet als patiënt maar als mens. Mijn doch- ter ging op zestienjarige leeftijd naar de tandarts en vond het zo knap dat hij van haar vorig bezoek nog precies wist hoe het met haar Engels ging. Dat is investeren in re- laties, iemand echt zien en je ver- plaatsen in het verhaal van de an- der. Pubers vinden dat heel fijn. Wat heel erg helpt is om open vragen te stellen, opties aan te bieden of pla- tjes te laten zien als ze dat willen. Niet zomaar een advies geven, maar vragen of het goed is om een advies