16 KLINISCH DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION SEPTEMBER 2020 Mondzorg bij jeugdigen: ruimte voor early adopters In april 2010 heeft de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) de discussienota Zorg voor je gezondheid! uitgebracht. De nota pleit voor een omslag van zorg en ziekte (zz) naar gedrag en gezondheid (gg). In politiek Den Haag hoor je bijna iedere dag dat preventie de redding is voor de gezondheidszorg. De tandheelkunde voor jeugdigen, als (bijna) enige deel uitmakend van de vergoede zorg, zou hier een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Immers, de kennis hoe het gebit gezond te houden is er, preventieve behandelin- gen zijn er en de recente pa- radigmaverschuiving van het restaureren naar het managen van cariës wordt meer en meer wetenschappelijk onderbouwd en wint aan populariteit. Het managen van cariës heeft veel voordelen: patiënten leren eigen verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen mondge- zondheid (en die van hun kin- deren) en behandelingen wor- den veel minder ingrijpend. Dit laatste vindt zijn oorsprong in onderzoek waaruit blijkt dat niet de microorganismen in het carieu- ze weefsel, maar de tandplaque op het carieuze weefsel de drij- vende kracht is in het cariëspro- ces. Plaque verwijderen van de cariëslaesie is voldoende om het cariësproces te stoppen. Alle an- dere behandelingen maskeren de cariësactiviteit en zullen het ca- riësrisico niet verminderen. Het is dan ook een legitieme vraag wat de bedoeling is van de (kin- der)tandheelkunde: cariësactieve kinderen afleveren met veel vul- lingen en extracties of cariës-in- actieve kinderen afleveren die goed voor hun gebit zorgen? Zoals bij elke paradigmaver- schuiving heb je early adopters, de kwartiermakers, late en zeer late adopters die vertrouwen op de onjuiste zekerheden geleerd tijdens de studie. De early adop- ters kunnen een weg inslaan die aanvankelijk niet het gewens- te resultaat levert, maar leren hiervan, sturen bij en geven niet op tot hun doel is bereikt. In deze serie willen we early adop- ters die in het managen van ca- riës een hoger doel zien dan in het routinematig restaureren aan het woord laten. Ze zullen vertellen over hun aanpak in de praktijk. We wensen u veel leesplezier, maar ook veel stof om over na te denken, te assi- mileren en te adopteren. Bent u early adopter, spreekt dit initiatief u aan en wilt u een ca- sus delen met collega’s? Meldt u zich dan bij de initiatiefnemers en/of de redactie van Dental Tri bune via redactie@dental-tribu- ne.nl. De gevraagde bijdrage be- treft vooral casuïstiek (600-700 woorden) en ondersteunend beeldmateriaal. Cor van Loveren James Huddleston Slater sr. Jo Frencken René Gruythuysen “Praatjes vullen geen gaatjes, maar voorkomen gaatjes” TEKST: J.W. PRAKKEN, TANDARTS Inleiding De benaming ‘mondzorgprofessio- nal’ doet aannemen dat het gaat om iemand met een professionele bena- dering met betrekking tot de mond- zorg. Wat is ‘zorg’? Ik vond op www. encyclo.nl de volgende beschrijving: ‘moeite die je doet om iets of ie- mand in goede conditie te houden of te brengen’. Dezelfde website zegt over ’curatieve zorg’ : ‘zorg die zich richt op de genezing en behandeling van acute en chronische lichamelij- ke aandoeningen’. De definitie van zorg lijkt meer primair te zijn, ge- richt op het behoud van goede con- ditie. Curatieve zorg meer secundair, gericht op behandeling, waarbij de curatieve zorg nodig is om vervol- gens weer met primaire zorg verder te kunnen. Bij ‘preventieve zorg’ spreekt encyclo.nl over ’zorg gericht op het voorkomen of beperken van schade aan de gezondheid’. Dit lijkt dus meer bij de daadwerkelijke be- Restauratieve behandeling van de 65 stopte het cariësproces niet. Daarom is in goed overleg met de ouder overgegaan op niet-restauratieve behandeling. tekenis en doelstelling van ‘zorg’ te komen. Iets wat gezond is, gezond houden en wat niet meer gezond is, etiologisch behandelen tot het weer gezond is en het evenwicht hersteld is – het ware genezen. Een restaura- tie maakt nooit gezond. Voorkomen van curatieve zorg De mondzorg verschilt in Neder- land in een belangrijk opzicht van andere eerstelijnszorg, namelijk dat de mondzorgprofessional de pati- ent voor een reguliere gebitscontro- le ziet zonder dat daarvoor klachten de aanleiding hoeven te zijn. Menig andere eerstelijnsprofessional, denk aan de huisarts, ziet de patiënt bij klachten en behandelt de patiënt, waardoor de patiënt geneest via de weg van curatieve zorg voor zijn acute of chronische lichame- ADVERTENTIE SRP plus insert voor parodontaal gebruik 2,5 mg De betrouwbare oplossing voor de behandeling van parodontitis › Effectief – elimineert tot 99% van de bacteriën › Snel – binnen een minuut geplaatst › Duurzaam – houdt bacteriën tot 11 weken weg › Bestendig – essentieel onderdeel in het behandelings- programma van parodontitis Kom ons bezoeken! DENTAL EXPO 2020 29-31 oktober Evenementenhal Gorinchem Bestel nu op www.periochip.nl of via FreeCall 0800-022 73 21 (Nederland) PerioChip®, insert voor parodontaal gebruik 2,5 mg Werkz.stof: chloorhexidine digluconaat (CHX) Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling.: elke insert bevat 2,5 mg chloorhexidine digluconaat Hulpst.: gehyd. gelatine, glycerol, gezuiverd water Indic.: samen met tandsteen verwijd. en tandwortel schoonmk., geïndic. voor een aanvulld., antimicrob. behand. van matig ernstige tot ernstige chron. parodont. ziekten bij volw. met pocket-vorming. PerioChip kan gebruikt worden als onderdl. v. e. parodont. behandelprogramma. Contra-indic.: overgevoelighd. voor chloorhexidine digluconaat of één v.d. hulpst. Bijwk.: ca. één derde v. d. patiënten ondervndt. bijwk., meestl. voorbijg., tijds. de eerste paar dagen na inbr. v. d. chip. Dit kan ook een gevlg. zijn v. d. mechan. plaatsing v. h. parodont. insert in de pocket of een gevlg. v. h. verwijd. van tandst. De meest frequ. gerapportrd. bijwk. zijn aandoen. v. h. gastro-intestinaal stelsel (a. d. plaats v. d. toepas.). Zeer vaak: tandpijn, vaak: zwelling, pijn en/of bloeding. v. h. tandvl. Zelden: infect. v. d. bovenst. luchtwgn., zwelling van de lymfeklieren, duizelighd., pijn, uitzetten, krimpgev. en jeuken van het tandvl., mondzweren, gevoeligheid v. d. tanden, neuralgie (irritatiepijn v. d. zenuwen), griepacht. verschijns., alg. vermoeidhd., and. ontstekingn. zoals keelontstek., koorts. Niet bekend: overgevoelighd. (inclusief anaf. shock), allerg. reacties zoals dermatitis (ontsteking v. d. huid), jeuk, roodheid van de huid, netelroos, huidirrit. en blaren. Verdere infor.: z. samenvatt. v. d. productkenmerk. en gebruiksinformatie. UR-geneesmiddel. Stand: 06/2020. Vergunningshouder: Dexcel® Pharma GmbH, Carl-Zeiss-Str. 2, 63755 Alzenau, Duitsland tel.: +49/6023/9480-0, fax: +49/6023/9480-50. 7 2 0 - - L N V D A Dexcel® Pharma GmbH • Carl-Zeiss-Straße 2 • D-63755 Alzenau lijke aandoening. Van begeleiding en preventie is minder sprake. De mondzorgprofessional krijgt daar- entegen dus alle kans om daadwer- kelijk preventieve zorg te bieden. In de mondzorg wordt zorg echter nog te vaak geassocieerd met cu- ratieve zorg. In tegenstelling tot wat de encyclopedie beschrijft, is de tandheelkundige curatieve zorg veelal gericht op reparatie van de gevolgen en niet op de genezing en/of behandeling van lichamelij- ke aandoeningen. Goede vullingen, mooie implantologie, keurige endo- dontische behandelingen etcetera worden onterecht vaak geassoci- eerd met ‘zorg’. Daarin missen we de kracht van echte zorg. Immers, de beste vulling is geen vulling en het beste implantaat is de eigen kies – om van de endodontische be- handeling maar te zwijgen. Als we met goede mondzorg ‘kwalitatief hoogstaande curatieve zorg’ bedoe- len, is dat een secundair doel en te beschouwen als de samenvoeging van alle curatieve (=reparerende) ingrepen, hetzij door de algemeen practicus, hetzij door de gedifferen- tieerde tandarts, mondhygiënist of tandprotheticus. Ingrepen geba- seerd op schadeherstel of reparatie. Het primaire doel van goede mond- zorg dient het voorkomen van cura- tieve zorg te zijn. Nu er steeds meer bekend is over de etiologie van gebitsproblemen zou de professional bij elke indi- catiestelling voor een curatieve ingreep allereerst kritisch moeten nagaan wat de etiologie is van het gesignaleerde probleem. Op inter- net kom ik de volgende beschrij- ving van ‘etiologie’ tegen: ‘leer der oorzaken’ of de vraag ‘hoe komt het dat....?’. Bij elk gesignaleerd probleem zou de mondzorgpro- fessional allereerst de tijd moeten nemen om bij de etiologie stil te staan en inzicht te krijgen in het risico(profiel) dat iemand heeft. Van daaruit moet de begeleidings- strategie moeten worden bepaald en tijdig worden geëvalueerd om daadwerkelijke zorg te bieden. Zorg ervoor de oorzaak weg te nemen. Daarbij zou herstel van de schade op de tweede plaats moeten komen en daarmee minder als ’behandeling’ beschouwd moeten worden dan als het opsporen en wegnemen van de oorzaak. Zorg was immers: ‘zorg die zich richt op de genezing en be- handeling van acute en chronische lichamelijke aandoeningen’. Het maken van een vulling hoort hier niet bij. Dit is immers geen behan- deling van cariës en neemt niet de oorzaak weg, maar is enkel en al- leen het herstellen van de schade. Kennisoverdracht en empathie De tandarts zou, als regisseur, de zorg rondom de patiënt moeten vormgeven, gebaseerd op een juiste klinische blik met oog voor boven- staande en vooral dus voor de etiolo- gische factoren. Hij zal de rol van re- gisseur op zich moeten nemen met referentiekaders van maatschappe- lijke verantwoordelijkheid, ethiek en afgelegde eed of belofte. Oog voor die bedreigingen, die het doel, namelijk levenslang een gezonde mond, in gevaar brengen. Dit kan de tandarts doen door deze aanpak te delen met de andere mondzorgprofessionals die in het team de patiënt omge- ven waarbij de mondhygiënist een grote rol speelt. Ook die zal dezelfde klinische blik en hetzelfde oog voor