Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition No.3, 2017

DENTAL TRIBUNE NETHERLANDS EDITION APRIL 2017 EXCERPT 11 • • Afbeelding 13. Een patiënt die via elektroden verbonden is met het myofeedbackapparaat. Met het apparaat is klemgedrag af te leren. Intraorale massage • Plaats uw duim aan de binnenkant van uw wang en bijt de kiezen op elkaar. U voelt nu uw kauwspier aanspannen. Dit is het gebied waar u moet masseren. Ontspan uw onderkaak, waardoor er geen contact meer is tussen de tanden en kiezen van de onderkaak en die van de bovenkaak. Glijd met uw duim van boven naar beneden over de kauwspier. U duwt daarbij uw duim zachtjes naar buiten. Met de vingers van dezelfde hand begeleidt u de beweging aan de buitenkant van de wang. Doe dit gedurende ongeveer één minuut. Aan het begin van de oefening kunt u een milde pijn ervaren, die na maximaal een halve minuut hoort te verminderen. Is dit niet het geval, voer de oefening dan met wat minder kracht uit. SOBP wordt ook het kaakgewricht in mechanisch opzicht gunstiger belast, waardoor herstel wordt be- vorderd en de aanwezige artralgie afneemt. Een andere optie is het slaapbruxisme-reducerende eff ect van een SOBP.19 Dit remmende ef- fect treedt echter niet bij iedereen op. Bij welke patiënten dit wel het geval zal zijn, is nog onvoorspel- baar. Bovendien is het eff ect veelal tijdelijk van aard. Het is goed om op te merken dat zelfs in gevallen dat een SOBP niet werkt of zelfs leidt tot een toename van slaapbruxis- me, de bruxist mag verwachten dat de gebitsslijtage wordt beperkt door het dragen van de opbeet- plaat. Ook kan het zijn dat door een SOBP het klemmen overdag wordt ontmoedigd, waarbij een SOBP in feite als een passief biofeedback- apparaat werkt. Tevens kan een SOBP verkeerde gewoonten ver- hinderen. Hierbij gaat het vooral om gewoonten die overdag bewust of hal(cid:6) ewust worden uitgevoerd, zoals nagelbijten of kauwgom kau- Afbeelding 14. De patiënt wordt geïnstrueerd hoe ze de musculus masseter kan masseren. Afbeelding 15. De patiënt masseert zelf de musculus masseter. wen. Naast de eerdergenoemde werkingsmechanismen, moeten we er rekening mee houden dat de werking van een SOBP ook op het placebo-eff ect kan berusten. 5.3.2 Het plaatsen van een SOBP Een SOBP moet vóór het plaatsen worden geïnspecteerd. Het is be- langrijk dat de vormgeving van de plaat voldoet aan de in paragraaf 5.3 genoemde eisen. De opbeetplaat mag geen scherpe randen hebben. Vervolgens moet de patiënt wor- den geïnstrueerd hoe hij de plaat moet in- en uitnemen en hoe de plaat gereinigd en bewaard moet worden. En last but not least: hoe lang de plaat gedragen moet wor- den. Het is raadzaam de patiënt vooraf te vertellen dat de opbeet- plaat enige gewenning zal vergen. Het verstoorde uiterlijk, het moei- lijker praten en het volle gevoel zijn veelgenoemde aanloopproblemen. Het dragen van een SOBP kan ge- durende de eerste paar weken ook gepaard gaan met een toename van de TMD-pijnklachten. Door een te strakke plaat kunnen de ge- bitselementen gevoelig of pijnlijk worden. De patiënt moet hiervan op de hoogte zijn, omdat de SOBP anders niet meer zal worden ge- dragen. Desgewenst kan de patiënt in het begin een pijnstiller nemen. Gedurende de eerste maanden kan er ook sprake zijn van een veran- derde speekselvloed. Deze kan toe- of afnemen. 5.3.3 Evaluatie Na het plaatsen van de SOBP is het nodig de patiënt terug te zien om de behandeling te kunnen evalu- eren. Het is gebruikelijk de eerste controle binnen één tot twee we- ken te laten plaatsvinden. Er is dan nog niet veel eff ect te verwachten, maar het geeft de patiënt de gele- genheid zijn eerste ervaringen met de behandelaar te delen, terwijl de behandelaar de SOBP nogmaals kan controleren en de patiënt kan motiveren de opbeetplaat te blij- ven dragen. Na deze eerste controle worden er evaluaties uitgevoerd op geleide van de klachten, maar in ieder geval zes weken, drie maan- den en zes maanden na het plaat- sen. Zodra de klachten gedurende zes weken stabiel zijn gebleven op een laag, voor de patiënt accepta- bel niveau, of als de klachten ge- durende zes weken zelfs zijn weg- gebleven, kan er met a(cid:6) ouwen worden begonnen. Dat gebeurt door het aantal momenten dat de SOBP wordt gedragen geleidelijk te verminderen, steeds weer indivi- dueel bepaald. Een patiënt kan als ‘a(cid:6) ehandeld’ worden beschouwd, indien: • de pijnklachten over zijn; • de behandeling is vastgelopen. De patiënt kan dan het best worden verwezen naar een op dit gebied gediff erentieerde tandarts (tandarts-gnatholoog); • de klachten signifi cant zijn af- genomen en de patiënt als het ware zijn eigen behandelaar is geworden. Dit houdt in dat hij in staat is bij toenemende klachten de opbeetplaatbehan- deling zelf weer op te pakken en binnen een aantal weken weer af te bouwen, zonder dat de behandelaar daarbij wordt be- trokken. Wel moet de SOBP bij elk tandartsbezoek ter controle worden meegenomen, ook als er geen klachten zijn. 5.4 Fysiotherapie In de voorafgaande paragrafen zijn therapievormen beschreven die gedeeltelijk of geheel door de tandarts-algemeen practicus kun- nen worden geïndiceerd en uit- gevoerd. In deze paragraaf komen therapievormen aan bod die in principe tot het werkterrein van de fysiotherapeut behoren, maar die deels ook door de tandarts- alge- meen practicus of gediff erentieerd tandarts moeten kunnen worden uitgevoerd. Er is een onderscheid tussen oefentherapie en myofeed- backtherapie. Oefentherapie kan door de tandarts worden gestart bij een myalgie. Er zijn twee oefe- ningen die we de patiënt kunnen leren, waarna hij ze zelf kan uit- voeren: intraorale massage van de musculus masseter en ontspan- ningsoefeningen (zie kader). Als de myalgie (mede) het gevolg is van Ontspanningsoefeningen • Richt uw aandacht eerst op uw schouders en ontspan deze. Vaak zakken de schouders dan een eindje omlaag. Verplaats uw aandacht vervolgens naar de nek, het gezicht, de onderkaak, de lippen en de tong, en ontspan al deze gebieden. Wanneer de onderkaak ontspannen is, is er geen contact tussen de tanden en kiezen van de onderkaak en die van de bovenkaak. Ook ligt de tong ontspannen in de mond. De tong mag de tanden en het gehemelte wel raken, maar er niet met kracht tegenaan duwen. Als u goed ontspannen bent, pakt u uw kin vast en probeert u de onderkaak voorzichtig in een redelijk tempo open en dicht te bewegen. Doe dit gedurende ongeveer twintig seconden. Het is verstandig deze oefening uit te voeren op momenten dat u rustig de tijd hebt, bijvoorbeeld voor het slapengaan. Als deze oefening goed lukt, probeer dan het ontspannen gevoel in de onderkaak zo veel mogelijk tijdens activiteiten in uw dagelijks leven op te roepen. Let er vooral op tijdens activiteiten waarvan u weet dat u het lastig vindt om te ontspannen, bijvoorbeeld tijdens het sporten, wanneer u stress ervaart, of wanneer u aan een computer werkt. • • klemmen gedurende de dag, dan kan de orofaciaal fysiotherapeut de patiënt helpen met het afl eren van het klemgedrag door middel van myofeedback. Daarbij leert de patiënt door visuele terugkoppe- ling van het elektromyografi sche signaal van de kauwspieren het verschil te herkennen tussen aan- spannen en ontspannen. TMD-pijn Diagnostiek en behandeling van auteurs: Peter Wetselaar, Corine Visscher, Michail Koutris, Frank Lobbezoo www.accredidact.nl v o o r K R T e n M o n d z o r g - r e g i s t e r

Pages Overview