Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition oktober 2015 TEKST: GERRIT JAN LOGT FOTO’S: CHARLES DUMAS Prof. dr. B.G. (Bruno) Loos is hoog- leraar parodontologie aan ACTA en richt zich in zijn onderzoek onder an- dere op de link tussen systemische aandoeningen en parodontale ge- zondheid. Dental Tribune sprak met Loos over ontwikkelingen in de pa- rodontologie, het belang van preven- tie en de toekomst van de tandheel- kunde. Daarbij zoomden we in op een klinische uitdaging die de tandarts- parodontoloog tot zijn arsenaal mag rekenen, maar waarbij ook de alge- meen practicus een rol kan spelen: de chirurgische kroonverlenging. Deze maand verschijnt een geaccrediteerd programma over dit thema bij na- scholingsinstituut AccreDidact. Hoe bent u in de parodon­ tologie terechtgekomen? In mijn vijfde jaar als student tandheelkunde aan de VU werd ik student-assistent bij Parodon- tologie. Ik vond het een heel in- teressant vak vanwege het bio- logische aspect. Destijds was de parodontologie erg in opkomst, er kwamen nieuwe inzichten naar voren en er zat ook nog eens een chirurgische kant aan. Uit- eindelijk ben ik naar Scandina- vië en vervolgens de VS getrok- ken, waar ik geïnspireerd raakte door mijn opleider Jan Egelberg om nog meer in het klinisch on- derzoek te gaan. Daarna heb ik in de VS mijn promotie in orale bio- logie gedaan, onder leiding van Robert Genco. Welke onderdelen van de parodontologie hebben uw grootste interesse? Dat zijn de immunologie, de ge- netica en microbiologie. Ik com- bineer de biologische kant met de kliniek, wil graag een brug slaan tussen fundamenteel onderzoek en klinische toepassingen. Ik ben geen fundamenteel onderzoeker pur sang. Onderzoek doe ik in principe bij patiënten; patiënten- samples kunnen wij vervolgens in het lab verder analyseren. Over chirurgische kroon­ verlenging, het thema van het nieuwste nascholings­ programma van AccreDidact, wordt niet veel gepubliceerd. Is deze ingreep een belangrijk onderdeel van de parodontologie? Dat is het zeker. We doen het samen met de tandartsen, onze verwijzers, met wie we graag sa- menwerken. Ik ben blij dat mijn collega Spiros Paraskevas dit onderwerp nu heeft uitgewerkt in een nascholingsprogramma, want in het kader van preventie en het vermijden van gingiva- ontstekingen is het goed dat je probeert om de restauratieran- den zo veel mogelijk supragingi- vaal te plaatsen en subgingivale plaque-accumulatie te voorko- men. Met een kroonverlenging probeer je – en daar hebben we veel meer inzicht in tegenwoor- dig – om de biologische breed- te te respecteren en rekening te houden met het dentogingiva- le complex. Als het niet anders kan, kunnen wij als tandarts- parodontologen helpen om door middel van kroonverlengings- procedures een nieuwe, fysiolo- gisch gezonde situatie te verkrij- gen. Als u in een paar zinnen aan een algemeen practicus moet uitleggen wat chirurgische kroonverlenging is, wat vertelt u dan? Met een kroonverlenging pro- beer je de biologische breedte en het dentogingivale complex te- rug te brengen in de normale fy- siologie, het normale biologi- sche uitgangspunt, compatibel met gezondheid. Dat doe je door middel van een opklapje van het tandvlees; het onderliggend bot modelleer je zodanig dat je een uitgangspositie krijgt waarin de gingiva in een gezonde positie ten opzichte van de kroonrand of de restauratierand komt te lig- gen. Het bot bepaalt hoe de gin- giva ligt. De parodontologische procedures kunnen de tandarts dus ondersteunen bij het behou- den van elementen. In welke situaties is een chirurgische kroonverlenging geïndiceerd? Bij sommige gevallen van diepe cariës, als sprake is van afgebro- ken elementen of diepe restau- raties, soms uit het oogpunt van esthetiek (bijvoorbeeld om een gummy smile aan te pakken) en ook bij elementen die een wor- telkanaalbehandeling hebben ­gehad. Wat zijn voor- en nadelen van de kroonverlenging? Belangrijke voordelen zijn dat je een gezonde nieuwe uitgangssi- tuatie krijgt, je soms een betere esthetiek krijgt en je de bereik- baarheid voor preventie – voor ra- gertjes of flos – kunt verbeteren. Een nadeel is dat de tandarts niet direct zijn restauratie kan ma- ken en evenals de patiënt moet wachten tot de procedure is uit- gevoerd. Het kost dus tijd. Een ander nadeel kan kortdurende napijn zijn. Maar echt medische nadelen aan de kroonverlenging zijn er naar mijn mening niet. In sommige gevallen is een chirur- gische ingreep trouwens niet no- dig en kun je met orthodontie de kroon verlengen. Wat is de rol van de tandarts- algemeen practicus bij chirurgische kroonverlenging? In de eerste plaats speelt hij een belangrijke rol in de signalering, dus bij de diagnostiek en het ma- ken van de behandelplanning. Daarvoor moet hij natuurlijk wel goed weten wat de mogelijkhe- den van een kroonverlenging zijn. Vervolgens kan hij de ope- ratie zelf uitvoeren of doorver- wijzen naar een tandarts-paro- dontoloog. Uiteraard moet de tandarts wel goed op de hoogte zijn, en daarvoor is het nascho- lingsprogramma van AccreDi- dact bijzonder geschikt. Een gingivectomie zal de tandarts zonder veel problemen zelf kun- nen uitvoeren. Bij een flapopera- tie is dat misschien wat lastiger, omdat je dan op botniveau gaat werken en je wel voldoende ken- nis moet hebben van de incisies, het aanbrengen van hechtingen etc. Maar ook daar is het met de juiste scholing en oefening ze- ker mogelijk. Vervolgens, na de operatie, speelt de tandarts-al- gemeen practicus uiteraard een centrale rol in de nazorg, de na- behandeling én uiteindelijk de restauratie. Kroonverlenging draagt bij aan een gezonde biologische situatie > lees verder op pagina 8 “De tandarts wordt poortwachter voor ­gezondheid” Interview met prof. dr. Bruno Loos, tandarts-parodontoloog

Pages Overview