Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

10 Excerpt dental tribune - netherlands edition september 2015 voldoende stevigheid te berei- ken wordt ter hoogte van de breuklijn vervolgens een groef geprepareerd (dubbele chamfer) die wordt afgewerkt met com- posiet (Andreasen et al., 2007). – Behandeling van de pulpa-expo- sitie (in dit geval een endodonti- sche behandeling) (figuur 8.6). – Strikte mondhygiëne wordt ge- adviseerd, ondersteund door een chloorhexidine mondspoe- ling driemaal daags (0,05% CHX op niet-alcoholische ba- sis). – Ook wordt zachte voeding aan- geraden. Alternatief – Voorlopige endodontische be- handeling uitvoeren en uitstellen van de definitieve behandeling. – Composietopbouw. 2. Definitieve of semidefinitieve behandeling van het mobiele subgingivale breukstuk. – De gingivectomie werd uit- gevoerd met behulp van de KTP-laser en het subgingivale breukstuk werd verwijderd (fi- guur 8.7, 8.8 en 8.9). Om de lo- catie van de breuk ten opzichte van het alveolaire bot te kun- nen evalueren is gingivecto- mie met de laser een dankbaar hulpmiddel. De KTP-laser heeft de eigenschap om tijdens het snijden in de zachte weefsels ook onmiddellijk te coaguleren wat het zicht op het te behande- len gebied ten goede komt. Het palatinale vlak kan daardoor onmiddellijk met glasiono- meercement en met composiet gerestaureerd worden (figuur 8.10, 8.11 en 8.12). Alternatieven 1. Conventionele gingivectomie. 2. De definitieve of semidefinitie- ve behandeling heeft verschil- lende behandelingsbenaderin- gen die afhangen van het type van de breuk, de complexiteit van de behandeling en de kos- ten. Elk van de behandelings- modaliteiten heeft zijn voor- en nadelen. De behandelingsbe- naderingen zijn: – fragment verwijderen (voor oppervlakkige breuken); – fragment verwijderen en gin- givectomie; – orthodontische extrusie; – chirurgische extrusie; – re-implantatie met rotatie van 180°; – vital tooth submergence; – extractie. Onderbouwing De behandeling van een kroon- wortelbreuk is een grote uitda- ging voor de practicus. Volledige isolatie van de getroffen elemen- ten is niet altijd mogelijk. Ook bij deze casus is gingivectomie de aangewezen behandeling, vooral omdat deze palatinaal werd uit- gevoerd zodat het esthetische resultaat ervan niet zo belang- rijk was. Er was ook geen behoef- te om element 11 te extruderen, daar het subgingivale deel alleen palatinaal gelegen was en geëx- poseerd kon worden via een gin- givectomie. Was de breuk uitge- breid tot meer dan een derde van de wortel dan zou extractie of root banking een mogelijke optie zijn. In het geval dat de breuklijn onder de buccale gingiva loopt, is extrusie, orthodontisch of chirur- gisch, een optie (gingivectomie zou het esthetisch resultaat com- promitteren). Een wortelkanaal- behandeling heeft de voorkeur boven een directe pulpaover- kapping of pulpa-amputatie, omdat in de toekomst een ge- goten kroon geïndiceerd is. Bo- vendien is de wortel afgevormd. Gebruik van KTP-laser voor zacht-weefselchirurgie heeft een aantal voordelen: een goede coa- gulatie, goede genezing, minder of geen behoefte aan lokale anes- thesie en minder kans op posto- peratieve pijn vanwege het ont- smettende en pijnstillende effect (Fornaini et al., 2007; Olivi et al., 2009). Follow-up en evaluatie Klinisch De controles werden gepland na drie maanden, zes maanden, één jaar, achttien maanden en dan verder jaarlijks. De patiënt had tot twee jaar na de initiële behan- deling geen klachten. Voor een geconstateerde cariës op element 16 werd de patiënt verwezen naar de huistandarts. Sensibiliteitstesten (warme guttapercha, ethylchloride, elek- trische pulpatest) waren positief voor elementen 12, 21 en 22. Na één jaar toonde de tand lichte doorschemering van de breuklijn, maar patiënt heeft daar Vuistregel Indien terugplaatsen van het coronale breukstuk niet moge- lijk is ten gevolge van moeilijke isolatie, dan wordt een tijdelijke restauratie uitgevoerd. Terug- plaatsen van het breukstuk kan worden uitgesteld zolang het fragment vochtig wordt bewaard. Uitdroging van het fragment zou de hechtsterkte doen afnemen (Farik et al., 1999). Figuur 8.4 Reattachment van het coronale breukstuk met behulp van een vloeibaar composiet. Figuur 8.5 Palatinaal beeld van reattachment van het subgingivale breukstuk met vloeibaar composiet. Figuur 8.6 Periapicale röntgenfoto onmiddellijk na endodontische behandeling van element 11. Figuur 8.7 Palatinale gingivectomie met de KTP-laser. Figuur 8.8 Palatinaal beeld na gingivectomie. Figuur 8.9 Het verwijderde subgingivale breukstuk. Figuur 8.10 Palatinaal beeld van de voorlopige restauratie met glasionomeercement. Figuur 8.11 Palatinaal beeld één week na gingivectomie (voorlopige restauratie is verwijderd). Figuur 8.12 Eindresultaat na de definitieve restauratie. Figuur 8.13 Nikolas één jaar na de behandeling. Vuistregel Er zijn verschillende factoren die de keuze bepalen voor terug- plaatsen van het breukstuk of met composiet opbouwen van een gebroken tand: de omvang van de breuk, de omvang van pulpaexpositie, behoud van de tand, de pasvorm van het frag- ment aan de resterende tand, de occlusie, esthetiek, kostprijs en ten slotte de prognose (Georgia et al., 2008). Vuistregel Genezing van de gingivale kroon- wortelbreuk mag vanwege de moeilijke isolatie niet worden verwacht (Andreasen et al., 2007). geen last van omdat de breuklijn boven de glimlachlijn ligt (figuur 8.13). Er werd geen pathologische parodontale pocket gezien palati- naal van 11. Radiologisch Periapicale opnamen na achttien maanden vertoonden geen patho- logie ter hoogte van 11 (resorptie, ankylose enz.), noch ter hoogte van 12, 21 en 22 (figuur 8.14). Prognose Uit de literatuur kunnen we aflei- den dat proliferatie van de gingi- Onder redactie van: Evert van Amerongen, Maddelon de Jong-Lenters, Luc Marks en Jaap Veerkamp Casuïstiek in de kindertand­heelkunde - deel 3 Prijs: € 69,50

Pages Overview