Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

16 Reportage dental tribune - netherlands edition maart 2015 “Anesthesie door assistent past goed in hedendaagse praktijk” TEKST: MARIEKE EPPING In de mondzorg is een duide- lijke trend zichtbaar waarin assistentes meer taken van de tandarts overnemen. Ze fungeren niet alleen als extra paar handen, maar meer als verlengde arm van de tand- arts. In lijn met deze ontwik- keling biedt ACTA Dental Education de cursus ‘Lokale anesthesie voor assistenten’ aan. In één dag krijgen erva- ren tandartsassistenten, sa- men met mondhygiënisten en preventieassistenten, de basisprincipes van lokale ver- doving uitgelegd en aange- leerd. Wordt de lokale anes- thesie gaandeweg het domein van de assistente? De vraag om een cursus lokale anesthesie kwam in eerste in- stantie uit de hoek van de mond- hygiënisten. Anesthesie zit nog niet heel lang in het curriculum van de opleiding tot mondhygi- enist. Voor wie enige tijd gele- den is opgeleid, is een bijscholing daarom geen overbodige luxe. Gezien de trend naar delegeren was een logische vervolgstap om deze cursus ook open te stellen voor ervaren assistenten. Cursusleider Jacques Baart is al sinds zijn studietijd geïnteres- seerd in anesthesie. De MKA-chi- rurg en cursusdocent verzorgt nu al vele jaren het anesthesieonder- wijs aan ACTA, zowel aan stu- denten tandheelkunde als binnen de bij- en nascholingscursussen. Sinds drie jaar geeft hij dat on- derwijs ook aan tandartsassis- tenten. Voorbehouden handeling Toch ging die beslissing niet over één nacht ijs. “We waren wel be- ducht op de kritiek die we op dit plan konden krijgen. Het zet- ten van een verdoving is toch een voorbehouden handeling,” vertelt Baart aan Dental Tribune. Daarom werd eerst gekeken naar het juri- disch kader. Wanneer een tand- arts zijn assistent de opdracht geeft om een verdoving toe te die- nen, is sprake van een ‘verlengde arm’-constructie. De assistente mag deze voor- behouden handeling uitvoeren als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste moet de opdracht komen van de tand- arts en mag niet worden afgewe- ken van die opdracht: de assis- tent mag om explicatie vragen om de opdracht geheel helder te krijgen, maar mag niet naar ei- gen inzicht anders te werk gaan. Daarnaast moet de tandarts toezicht houden op de uitvoe- ring. Daarbij hoeft hij zijn as- sistent niet letterlijk op de vin- gers te kijken, maar moet hij wel in de buurt zijn. Uiteraard moet de patiënt ermee instemmen dat de handeling wordt uitgevoerd door de assistent in plaats van de tandarts. De vierde en belang- rijkste voorwaarde is dat de as- sistent bekwaam is in de han- deling en dit ook kan bewijzen, bijvoorbeeld door een cursus te hebben gevolgd. Dat laatste be- vestigt het bestaansrecht van een anesthesiecursus voor assiste- renden in de mondzorg. Basis in één dag Het uitgangspunt van de cursus is dat de assistent in één dag zo- wel de theoretische basis van de lokale anesthesie als de prakti- sche vaardigheden rond de meest gebruikte verdovingstechnieken leert. “Maar,” haast Baart zich te zeggen, “je kunt alle subtilitei- ten natuurlijk niet in een dag in de vingers krijgen. Eenmaal terug in de praktijk gaat het leerproces verder door de stof zo veel moge- lijk toe te passen.” Een tandarts die zijn assistent(en) naar de cur- sus stuurt, moet volgens Baart dan ook bereid zijn hen daarna verder te scholen en begeleiden. Nadat de deelnemers zich thuis hebben ingelezen, wordt in de ochtend de theorie op interac- tieve wijze behandeld. Hierbij is ook aandacht voor hoe bepaalde zaken bij de cursisten in de prak- tijk gebeuren. Baart: “Daarmee bereid ik hen erop voor dat hun tandarts wellicht anders te werk gaat dan hoe zij het op de cur- sus aanleren.” Na de lunch oefe- nen de cursisten op een fantoom- hoofd en vervolgens op elkaar. Het praktijkgedeelte is klein- schalig opgezet, waarbij de cur- sisten begeleiding krijgen van MKA-chirurgen. “Veel assisten- ten vinden het prikken op elkaar toch wel spannend. Maar juist dat het op elkaar geoefend wordt, is heel belangrijk,” zegt Baart. “Dan ervaren ze namelijk zelf hoe het is om geprikt te worden. Een nuttige ervaring om de pati- ent gerust te kunnen stellen en te kunnen uitleggen wat er gaat gebeuren. Ga maar eens uitleg- gen hoe een verdoving voelt, als je die zelf nooit hebt ondergaan. Dat werkt niet.” De dag wordt afgesloten met een examen, waarin wordt terug- grepen op de geleerde theorie en praktische vaardigheden. “Dat examen is nog niet zo simpel, ik denk dat ook menig tandarts er goed voor moet gaan zitten,” aldus Baart. Of dat inderdaad het geval is, kunt u uittesten met de drie vragen uit het examen die op de volgende pagina zijn afge- drukt. Begeleiding blijft nodig Na de cursus is het een kwestie van toepassen en ervaring op- doen. Baart raadt zijn cursisten aan om alle patiënten bij wie een verdoving wordt uitgevoerd, vast te leggen: goed voor het leer- proces en om een portfolio op te bouwen waarmee de assistente haar bekwaamheid kan bewijzen. Volgens Baart zijn de assistenten na de cursus voldoende toegerust om lokale anesthesie toe te pas- sen, maar blijft begeleiding van de tandarts nodig. “Als een assis- tent na de cursus aan zijn/haar lot wordt overgelaten, dan gaat het mis. Maar wanneer de tand- Een cursist aan het woord Ingrid Minnaard werkt al 24 jaar als tandartsassistent, waarvan nu 16 jaar bij Praktijk Molenwater in Middelburg. Sinds enige tijd staat daar de jonge tandarts Claire Pel- legrino aan het roer die de praktijk wegens pensioen heeft overgeno- men. Pellegrino wil de praktijk op den duur uitbreiden van één naar twee stoelen. Dat maakt het aan- trekkelijk om assistenten meer handelingen te laten verrichten, zodat de tandarts haar handen vrij heeft om haar aandacht tus- sen twee stoelen te verdelen. Met dit doel voor ogen vroeg Pellegrino haar twee meest erva- ren assistenten – Ingrid Minnaard en haar collega – in november vo- rig jaar of zij geïnteresseerd wa- ren in de cursus lokale anesthe- sie voor assistenten. Minnaard hoefde daar niet lang over na te denken en heeft met veel plezier de cursus gevolgd. “Het is ontzet- tend leuk om wat ik geleerd heb nu in de praktijk toe te passen.” Minnaard is erg te spreken over mix van theorie en praktijk in de cursus. “Het was niet altijd even makkelijk, maar gelukkig is Jac- ques Baart een goede docent die openstaat voor vragen en veel wil uitleggen. Er was veel aandacht voor het omgaan met ‘de patiënt’, maar daar was ik door mijn erva- ring niet onzeker over. Wel vond ik het toedienen van anesthesie op mijn collega spannend. Het daad- werkelijk prikken is toch nieuw. Prikken in een mens, dat vond ik wel een grote stap om te zetten.” Inmiddels passen Minnaard en haar collega de geleerde kennis dagelijks toe, tot grote tevreden- heid van tandarts Pellegrino. De assistente heeft het gevoel dat ze door de cursus goed is toegerust op het toedienen van lokale anes- thesie. “Een mandibulaire verdo- ving vind ik soms nog moeilijk of eng – die naald moet er toch voor tweederde in! Maar met hulp van Claire (Pellegrino, red.) gaat ook dat goed.” Ook leert Minnaard nog bij van het overleg met de tandarts. “Soms merk ik verschil- len op tussen wat wij hebben ge- leerd en hoe zij werkt. Dan vraag ik daarnaar en gaan we erover in gesprek.” “Ik denk dat het wenselijk is als een assistent flink wat werkerva- ring heeft voordat zij de cursus volgt. De instrumenten en het werken met een patiënt waren voor ons al bekend terrein. Dan kun je al je aandacht besteden aan het leren over lokale anes- thesie.” Al met al vindt Minnaard de cursus zeker een aanrader om assistenten op te leiden in het toedienen van lokale anesthesie. “Die handeling kan zeker door as- sistenten worden uitgevoerd. Pa- tiënten vinden deze taakverdeling wel prettig. Ze kennen mij ten- slotte vaak ook al jaren, en ik heb voldoende tijd om de anesthesie toe te dienen en vervolgens een kletspraatje te maken tot deze werkt. De tandarts kan in de tus- sentijd een andere patiënt zien.” Ook patiënten vinden deze taakverdeling prettig Assistenten zouden vaker verdovingen moeten toedienen Jacques Baart, docent bij de cursus ‘Lokale anesthesie voor assistenten’. (foto: Kees Wollenstein) arts juist te weinig vrijheid geeft, gaat het ook niet goed. Nadat je een handeling vier, vijf, zes keer hebt gezien, leer je er niet veel meer van. Dan is het tijd om het zelf te gaan doen. Tandarts en assistent zullen de juiste balans daarin moeten vinden.” Potentieel lastig is dat de tand- arts een heel andere methode kan hanteren dan de assistent heeft aangeleerd. Dat kan op twee ma- nieren uitpakken. “Soms krijg ik van tandartsen te horen dat hun assistenten terugkwamen met kennis die de tandarts zelf niet Wordt de verdoving het domein van de tandartsassistente?

Pages Overview