Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

10 Excerpt dental tribune - netherlands edition februari 2015 23.8 Prothetisch behandeltraject Dit is een fragment uit de volledig herziene editie van het standaardwerk Kronen en bruggen (Prelum, 2015), dat volgende maand verschijnt. De redactie van dit boek is in handen van prof. dr. N.H.J. Creugers, dr. D.J. Witter en prof. dr. C. de Baat. De prothetische behandeling is niet los te zien van de chirurgi- sche behandeling. In die zin is de chirurgische behandeling te ver- gelijken met het prepareren van gebitselementen voor kronen en bruggen. 23.8.1 Behandelplanning Als een botniveau-implantaat is geplaatst volgens een eenfase- behandeling wordt door de keu- ze van de implantaatopbouw – inclusief eventuele bewerking daarvan – of door de vormgeving van een tijdelijke kroon al reke- ning gehouden met de gewenste contour en van de beoogde pro- thetische constructie tot en met de marginale gingiva (het ‘emer- gence profile’ van de prothetische constructie). De gingiva wordt daarom ook in de periode van ge- bruikelijk twee tot vier maanden tussen de implantatie en de start van de prothetische behandeling voldoende ondersteund. Dit om de vorming van natuurgetrouwe gingivapapillen te stimuleren en adequate reiniging mogelijk te maken (figuur 23.3). Bij de behandelplanning is het moment van functioneel belasten (‘functional loading’) van het im- plantaat relevant. Dit kan via: • onmiddellijke belasting (‘im- mediate loading’), waarbij het implantaat binnen één week na plaatsen wordt belast; • vroege belasting (‘early loa- ding’), waarbij het implantaat na één week tot twee maanden na plaatsen wordt belast; • uitgestelde belasting (‘conven- tional loading’), waarbij het implantaat ten minste twee maanden niet wordt belast. In de literatuur zijn geen aanwij- zingen voorhanden die duiden op een verschil in prognose van im- plantaten die zijn voorzien van solitaire kronen die onmiddellijk, vroeg of uitgesteld worden be- last (Esposito et al., 2013; Benic et al., 2014; Engelhardt et al., 2014; Schrott et al., 2014). Zoals te ver- wachten, zijn patiënten het meest tevreden bij onmiddellijke belas- ting (Dolz et al., 2014). Een com- promis is om ten behoeve van de tevredenheid wel onmiddellijk een tijdelijke prothetische con- structie te plaatsen, maar deze niet te belasten in occlusie en ar- ticulatie. 23.8.2 Afdruk Meer nog dan bij kronen en brug- gen op gebitselementen is het nemen van een afdruk bij im- plantaten niet alleen gericht op een juiste weergave van de pij- lers, maar ook op die van de om- gevende zachte weefsels. Bij im- plantaten wordt afgedrukt op implantaat- of op implantaatop- bouwniveau. In de esthetische zone heeft afdrukken op implan- taatniveau de voorkeur omdat dit de tandtechnicus de moge- lijkheid biedt zowel de implan- taatopbouw als de kroon indivi- dueel te ontwerpen. Hiermee is maximale flexibiliteit gecreëerd voor de vormgeving. Het nemen van een afdruk op implantaatop- bouwniveau is vergelijkbaar met het nemen van een afdruk van Figuur 23.3 ‘Emergence profile’ (a) van een implantaatgedragen kroon ter vervanging van gebitselement 11; klinische opname (b) en röntgenopname (c). Figuur 23.4 Afdrukstiften op implantaten ter vervanging van gebitselementen 11 en 12. Figuur 23.5 Geïntegreerde keramiekkroon en implantaatopbouw met titaniumverbindingsstuk. configuraties van geprepareerde gebitselementen. Afdrukken op implantaatopbouwniveau maakt alleen het ontwerpen van de kroon mogelijk. Bij het nemen van een afdruk op implantaatniveau wordt een afdrukstift verankerd in het im- plantaat (hoofdstuk 12). De af- druk is gericht op het weerge- ven van de afdrukstift in relatie tot de omgevende zachte weef- sels en gebitselementen. Hiertoe wordt meestal een zogenoemde open afdruklepel gebruikt waar- van de opening ruimte biedt aan de afdrukstift en na harden van het afdrukmateriaal gelegenheid biedt om de fixatieschroef van de afdrukstift los te schroeven van het implantaat (figuur 23.4). Alvorens de afdruk uit te gieten plaatst de tandtechnicus een im- plantaat-analoog op de afdruk- stift. Hiermee ligt de positie van de implantaat-analoog in het ge- bitsmodel vast. Voor het bepalen en registreren van de maxillomandibulaire re- latie wordt verwezen naar hoofd- stuk 13. Implantaten zijn be- trouwbare steunpunt en voor een stabiele occlusie, vandaar dat zij vaak worden betrokken bij de re- gistratie van de maxillomandibu- laire relatie. Als gebitselementen onvoldoende steun en stabiliteit geven om een betrouwbare re- gistratie te verkrijgen, wordt ge- bruikgemaakt van een op het ver- kregen gebitsmodel vervaardigd slot dat wordt geschroefd op de implantaten of implantaatop- bouw en om zodoende steun te geven aan het registratiemedium (hoofdstuk 13). 23.8.3 Mesostructuur en kroon of brug Alvorens een kroon te ontwerpen, selecteert de tandtechnicus een bij het implantaatsysteem pas- sende standaard implantaatop- bouw of hij vervaardigt er zelf een volgens een individueel ontwerp A B C HET FLEXIBELE, OPEN EN BETAALBARE ALTERNATIEF! DITARE IS EEN INITIATIEF VAN MARDENT B.V., MOLSTRAAT 36,4826 KA, BREDA,0765876969 DITARE is een nieuw chairside behandelconcept, Het stelt u in staat om in www.Ditare.info Bereken zelf uw rendement op www.ditare.info (intermezzo 23.4). Implantaatop- bouwen worden, uitzonderingen daargelaten, geschroefd op de implantaten. De kroon wordt ver- volgens op de implantaatopbouw geschroefd of gecementeerd. Daarnaast kan worden geko- zen voor een implantaatopbouw waarop direct een keramiekkroon is vervaardigd. Implantaatop- bouw en kroon vormen dan één geheel dat wordt vastgeschroefd op het implantaat (figuur 23.5). Over het algemeen wordt voor de prothetische constructie voor- keur gegeven aan schroefbeves- tiging (‘screw-retained’) boven cementbevestiging (‘cementre- tained’). Schroefbevestigde kro- nen en bruggen zijn voor onder- houd of reparatie eenvoudig te verwijderen. Als nadeel wordt

Pages Overview