Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

10 Excerpt dental tribune - netherlands edition oktober 2014 one file endo Endo Easy Efficient® Buikgevoel of een weloverwogen besluit?... het kan beide! vraag de resultaten op van de wetenschappelijke studies over het prepareren én herbehandeling met RECIPROC® en nog veel meer. VDW Product Support Center 0165 - 30 86 87 • info@vdw-dental.eu • www.vdw-dental.com Apexificatie met mineraal trioxide­ aggregaat (MTA): een casus TEKST: DR. ABU-HUSSEIN MUHAMAD, DR. ABDULGHANI AZZALDEEN, DRS. ABU- SHILABAYEH HANALI Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in het internationale tijdschrift Roots, editie 2014-01 (uitgever: Oemus Media AG). Samenvatting Mineraal trioxideaggregaat (MTA) is in de tandheelkunde geïntroduceerd als een materiaal voor het herstellen van wortelper- foraties en pulpaoverkappingen en als een retrograde wortelvul- ling, vanwege de superieure bio- compatitibiliteit en het vermogen om het wortelkanaal af te sluiten. Traditiegetrouw is calciumhy- droxide (Ca(OH)2 ) het meest geko- zen materiaal voor de apexifica- tie van onvolgroeide permanente elementen. MTA blijkt echter een veelbelovend alternatief voor meervoudige behandelingen met calciumhydroxide. Dit artikel be- spreekt het gebruik van calcium- hydroxide als traditioneel materi- aal voor apexificatie en geeft een overzicht van de samenstelling, eigenschappen en toepassingen van MTA, met de nadruk op het gebruik van MTA voor apexifica- tie van onvolgroeide permanente elementen. Met een casus wordt dit gebruik geïllustreerd. Inleiding Tandletsel veroorzaakt het stop- pen van de ontwikkeling van de tandwortel en verzwakking van de kwetsbare wortelkanalen, wat het creëren van een artifici- ële barrière of induceren van het afsluiten van de apicale forami- na met gecalcificeerd weefsel be- moeilijkt.1 MTA werd in 1993 voor het eerst beschreven in tandheel- kundige wetenschappelijke lite- ratuur, en werd in 1998 door de Amerikaanse Food and Drug Ad- ministration goedgekeurd voor endodontisch gebruik.2 Tot 2002 was slechts één type MTA-ma- teriaal beschikbaar, bestaande uit een grijs poeder, maar in dat jaar werd ook MTA met een witte kleur geïntroduceerd. Beide typen bestaan uit 75% Portlandcement, 20% bismutoxide en 5% gips. Het doel van apexificatie is de productie van gemineraliseerd apicaal weefsel en het vermin- deren van bacteriële infectie van de onvolgroeide voortanden. Calciumhydroxide is echter on- toereikend voor dit doel, omdat het slechts een tijdelijke afslui- ting geeft, wat leidt tot meerde- re zittingen voor het verversen en aanvullen van het materiaal. Dit leidde ertoe dat MTA, dat een barrière vormt en microlek- kage voorkomt, in beeld kwam als geschikt materiaal.3,4 Het is biocompatibel en faciliteert de vorming van dentinebruggen en cementum, en zorgt voor rege- neratie van het parodontale li- gament.5 Daarnaast stimuleert MTA de afgifte van cytokines door botcellen, wat erop wijst dat het materiaal actief bijdraagt aan de vorming van hard weefsel.6 Casus Een 14-jarige vrouwelijke patiënt met pijnklachten aan de maxil- laire middelste incisieven kwam voor onderzoek en behandeling bij de afdeling Kindertandheel- kunde en Orthodontie van de Al- Quds Universiteit in Jeruzalem. Uit onderzoek kwam tandletsel van vier jaar geleden naar voren, waarbij sprake was van een gla- zuur-dentinebreuk die toentertijd niet is behandeld. Ongeveer twee jaar later trad een snel ontwik- kelende zwelling op in de apica- le regio van het element, die ge- voelig is voor percussie. Drainage van de zwelling was mogelijk via linguale toegang tot de pulpahol- te. De behandeling werd zonder aanwijsbare reden voor twee jaar gestaakt door de patiënt. Daarna werden meerdere pogingen tot apexificatie met calciumhydroxi- de uitgevoerd gedurende een half jaar, maar zonder resultaat op één van beide tanden. Toen de patiënt naar onze afde- ling verwezen werd, bleek uit ex- tra- en intraoraal onderzoek dat de linker en rechter maxillaire centrale incisieven in hun nor- male positie stonden en er spra- ke was van een glazuur-dentine- breuk. De wortelkanalen waren wijd, de wortels incompleet ge- vormd met open apices en er was sprake van apicale laesies (fig. 1). Reinigen en in vorm brengen van de wortelkanalen was mogelijk met rubberdam-isolatie. Als irri- gatievloeistof werd een oplossing van 2,5% natriumhypochloriet gebruikt. Met een apexlocator en bevestigende radiologie werd de kanaallengte vastgesteld. De ka- nalen werden gevuld met calci- umhydroxidepasta, dat een week bleef zitten voor desinfectie. Bij de tweede zitting werd de calci- umhydroxide mechanisch ver- wijderd. Vervolgens werden de kanalen gespoeld met steriel wa- ter en gedroogd met steriele pa- pierpunten. Vlak voor gebruik werd het MTA gereed gemaakt, met een MTA-drager in de kana- len geplaatst en aangedrukt met een handplugger. Hiermee werd een apicale plug van 3 tot 4 mm gecreëerd, in overeenstemming met de instructies van de fabri- kant. Met een röntgenfoto werd gecontroleerd of zich geen apicale extrusie had voorgedaan. De apicale plug mislukte bij deze eerste poging bij de rechter incisief (fig.2). De MTA werd weg- gespoeld met steriel water en de procedure werd herhaald (fig. 3). Vochtige papierpunten werden in de kanalen geplaatst en de over- schietende ruimte werd gevuld met een tijdelijk restauratief ma- teriaal, IRM (Dentsply). Twee dagen later werd het coro- nale en middelste tweederde van de kanalen gevuld met guttaper- cha middels een verticale warme compactie-techniek. Met de defi- nitieve restauratie werden tevens de overgebleven ruimtes gevuld (fig. 4). Periradiculaire genezing werd zowel klinisch als radiogra- fisch gecontroleerd op zes, acht en twaalf maanden na behande- ling (fig. 5 en 6). Het gebruik van MTA gevolgd door een conventi- onele endodontologische behan- deling resulteerde in de vorming van apices in beide voorste inci- sieven (fig. 6). Discussie Het traditionele gebruik van api- cale barrières van calciumhy- droxide wordt geassocieerd met onvoorspelbare apexafsluiting, een tijdrovender barrièrevorming en een lage compliantie van de patiënt. Daarnaast is er een groot risico op (her)infectie doordat het niet eenvoudig is een langdurige afsluiting te creëren met provisi- onele restauraties en er een grote gevoeligheid bestaat voor wortel- breuken door dunne wortels of de langdurige blootstelling van dentine in de wortel aan calcium- hydroxide.7 Dit samengenomen maakt dat de ‘apexificatie in één zitting’-techniek aan populari- teit wint. Deze techniek is gede- finieerd als een niet-chirurgische condensatie van een biocompati- bel materiaal aan de apicale zijde van een wortelkanaal. De ratio- nale is het realiseren van een api- cale stop die ervoor zorgt dat het wortelkanaal direct gevuld kan worden. Torneck et al. beschre- ven dat bij een klinische apicale sluiting met calciumhydroxide er histologisch incomplete over- brugging zichtbaar is.8 Periapica- le ontsteking persisteert bij vele elementen, omdat er necrotisch weefsel aanwezig is in de hoeken en spleten van de overbrugging. Een belangrijk onderzoeksge- bied in het biomedisch veld is het herstel van verloren bot. Met dit doel werd een calciumfosfaatke- ramiek ontwikkeld. Koenigs, Bril- jant en Driskell vonden dat het ge- bruik van dit materiaal een apicale sluiting induceerde in vitale ele- menten van primaten met open apices. Er was sprake van regene- ratie van het parodontale ligament rond de apices en een minimale ontstekingsreactie.9 Herbert docu- menteerde het langetermijnsucces van calciumfosfaat als een apica- Figuur 1: Radiografisch onderzoek laat een aangedane pulpa zien, evenals periapicale laesies, als gevolg van tandletsel. Figuur 2: De eerste poging om MTA te plaatsen in de rechter maxillaire voorste incisief. Figuur 3: De apicale plug van MTA in het apicale derde van het wortelkanaal. Figuur 4: Conventionele vulling met guttapercha. 0165 - 308687 • info@vdw-dental.eu • www.vdw-dental.com

Pages Overview