Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition augustus 2014 immers bezig met de verduur- zaming van het gebit, waardoor mensen langer hun natuurlijke dentitie kunnen behouden. Is het Dahlconcept goed te declareren binnen het UPT-systeem? Nee, het Dahlconcept staat niet op de tarieflijst. Onder de acht- tien jaar zit het in de basis­ verzekering. Bij volwassen patiënten zit het wel in de aan- vullende verzekering, dat wil zeg- gen, het is een drievlaksvulling. Toch is nu vaak de vraag: hoe brengen we deze behandeling in rekening? Je kunt opgeven dat je een drievlaksrestauratie doet en vervolgens een front-hoektand- geleiding per element (code G33), maar dan krijg je als reactie van de zorgverzekeraar dat deze code G33 bij slijtage niet vergoedt. Dan loop je dus vast. Je kunt een V- code gaan gebruiken, of eigenlijk misbruiken, terwijl het eigenlijk een restauratie is, omdat ­V-codes nu eenmaal wel vergoed worden. Een V-code is dan vaak weer niet kostendekkend, omdat je met Dahl langer bezig bent. Het is echt een puzzel, omdat er geen tarief voor bestaat. Schrikt dat tandartsen af? Absoluut. Als je een constructie moet opzetten om een behande- ling te kunnen declareren, krijg je de naam ‘dat je creatief decla- reert’. Als een zorgverzekeraar een behandeling niet vergoedt, dan houdt dat tandartsen zeker tegen. We moeten niet vergeten dat een zorgverzekeraar een an- der belang dient dan de tandarts. Als tandarts moet je handelen in het belang van de patiënt, die veel baat kan hebben bij het Dahl­ methode! Ik vind het vervelend om het steeds over de tarieven te moe- ten hebben, maar het stoort mij ontzettend dat de tarieflijst ont- zettend achterloopt bij de ont- wikkelingen in het vak. We zijn in Nederland al twintig jaar be- zig met het Dahlconcept en nog steeds is er geen tarief voor. Het zou mooi zijn als er een eigen omschrijving komt, zoals we dat ook hadden tijdens het ex- periment met de vrije tarieven. Als een verzekeraar toestaat dat bij slijtage G33 wordt opgevoerd als behandeling, hebben we een manier om Dahl in het UPT- systeem te passen. Maar de hui- dige situatie is hinderlijk, en Dahl is niet de enige behande- ling waarbij dit speelt. Ik hoop dat de grote aandacht voor het Dahlconcept mensen wakker schudt. Dit is de zoveelste nieu- we behandeling, gunstig voor de patiënt en op lange termijn kostenbesparend, die minder wordt toegepast door het hui- dige tariefsysteem. We moeten daar echt iets aan doen, want op deze manier houden we nieuwe ontwikkelingen tegen en raakt de Nederlandse mondzorg ach- terop. ■ VERENIGING MEDISCH TANDHEELKUNDIGE INTERACTIE PRESENTEERT 3 OKTOBER 2014 IN HET SINGER IN LAREN Differentiaaldiagnostiekvanhoofd-enaangezichtspijn: dr. Nico van Duijn, huisarts (moderator) dr. Ben van Cranenburgh, neurowetenschapper prof. dr. Boudewijn Stegenga, MKA-chirurg dr. Corine Visscher, orofaciaal fysiotherapeut prof. dr. Wytske Fokkens, KNO-arts dr. Gisela Terwindt, neuroloog & bioloog prof. dr. Michel Ferrari, neuroloog HOOFDPIJN & KOPZORGENVAN CRACKED TOOTH TOT CLUSTERHOOFDPIJN Meer informatie en inschrijven via www.vmti.nl, inzendingen voor de wetenschapsprijs (2.500 €) voor 31 augustus Los van of je het Dahlconcept zelf kunt toepassen, is het na- tuurlijk van belang dat je slijta- ge goed herkent. Daar zie ik nog vaak dingen misgaan: tandartsen die slijtage negeren, of te lang wachten, omdat ze niet weten wat eraan te doen. Dat is natuur- lijk kwalijk, want slijtage stopt nooit uit zichzelf. Wat zijn de valkuilen binnen het Dahlconcept, ziet u weleens dingen misgaan? Het belangrijkste is dat de vorm van het Dahlplateau juist is en redelijk vlak. Maak je deze te schuin, dan creëer je als het ware een glijbaan voor de tand die erop steunt. Daardoor zal niet de tand, maar de kaak verplaat- sen. Dat is niet het gewenste ef- fect, sterker nog, het kan kaak- klachten veroorzaken. Daarnaast moet je niet vergeten de patiënt uit te leggen dat hij last kan heb- ben van de behandeling. De tan- den gaan verplaatsen en dat kan een pijnlijke mond opleveren, net als bij een beugel. Zitten er nadelen aan de techniek? Objectief gezien niet. In het oor- spronkelijke onderzoek vond Dahl geen enkele bijwerking. Steeds meer tandartsen onder- kennen het belang van een goede frontrelatie. Dahlen is een opti- male techniek om de frontrelatie herstellen, wanneer deze door slijtage niet langer optimaal is. Het lastige aan Dahl is dat je als tandarts veel eerder ziet dat er iets aan de slijtage gedaan moet worden dan dat een pati- ënt klachten heeft. Je moet de pa- tiënt dus duidelijk maken dat hij een probleem heeft, terwijl hij dat niet zo ervaart. Dat zorgt weleens voor scepsis: “De tandarts heeft weer iets gevonden om geld aan te verdienen.” Toch is het essen- tieel dat je vroeg ingrijpt bij slij- tage. Een patiënt komt er zelf pas mee als hij pijn heeft of merkt dat zijn tanden heel kort wor- den. Dan ben je eigenlijk veel te laat. Je kunt het vergelijken met het vervangen van autobanden. Stel, de profieldiepte is 7,5mm en bij 2,5mm moet je de banden > vervolg van pagina 4 vervangen. Dan ben je niet ver- keerd bezig wanneer je de banden al vervangt wanneer ze tot 4mm zijn afgesleten. Je moet immers voorkomen dat je te lang blijft doorrijden, waardoor je op de binnenband komt te rijden, of – nog erger – op de velg, zodat je je auto flinke schade toebrengt. Met het Dahlconcept grijp je bij be- ginnende slijtage in, om verdere schade te voorkomen. Ben je als tandarts ouderwets als je het Dahlconcept niet toepast? Ja. Je hebt de plicht iets aan slijta- ge te doen. Gezien de huidige life- style met eroderende frisdrank en zure vruchtendranken gaan we voorlopig alleen maar meer slij- tage zien. Met Dahl kun je vroeg- tijdig ingrijpen en zorgen dat de slijtage zich niet verder ontwik- kelt. Ik vind dat je als tandarts een probleem hebt als je slijtage – en de behandeling met Dahl – negeert. Het Dahlconcept past goed bin- nen de huidige trend naar preven- tieve gezondheidszorg. Je voor- komt er een verergering van het probleem mee: een element dat je volgens het Dahlconcept behan- deld hebt, zul je daar nooit meer endontologisch hoeven te behan- delen. Gek genoeg vinden we in Nederland dat een behandeling geen preventie meer is zodra er gerestaureerd wordt. Terwijl bij- voorbeeld in Zwitserland deze be- handeling valt onder ‘secundaire preventie’. In mijn ogen is dat een logischere gedachtegang. Je bent Het Dahlconcept is gratis onzichtbare orthodontie Hans van Pelt in actie. Door het verouderde UPT-systeem raakt de mondzorg achterop

Pages Overview