Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

9Excerptdental tribune - netherlands editionjuni 2014 Tabel 5.1. Onderzochte excaveermethoden bij diepe cariëslaesies.38 Afbeelding 40. Schematische voorstelling excavatiegrens. Afbeelding 41 en 42. Schone glazuur-dentinegrens, centraal is de biofilm zichtbaar. Rechts: De biofilm is verwijderd. Er is nog diep rood gekleurd geïnfecteerd dentine aanwezig. Na drogen en aanbrengen van een onderlaag kunststofgemodificeerd glasionomeercement kan de caviteit worden gerestaureerd (foto’s: TP). Afbeelding 43 a-f. a. Bitewings: diep carieuze 75, 85 (indicatie indirecte pulpaoverkapping) en 84 (indicatie extractie). b. Glazuur-dentinegrens 85 schoon, centraal: geïnfecteerd dentine, nog bedekt met biomassa/plaque. c. De biomassa wordt verwijderd met een zwart prophyborsteltje (met 2000 omwentelingen/min en weinig druk). d. Centraal blijft geïnfecteerd weefsel in 85 achter. Er volgt een onderlaag van kunststofgemodificeerd glasionomeercement en een restauratie van compomeer. e. Klinische situatie na 2 jaar en 4 maanden. f. Bitewing na 2 jaar en 4 maanden waarop de indirecte pulpaoverkapping te zien is (foto’s: TP). Afbeelding 44. Geslaagde indirecte pulpaoverkapping na tien jaar. Onder de cariëslaesie is een opake band zichtbaar als gevolg van mineraalafzetting. voldoende deze te verwijderen met een roterend prophyborstel- tje en fluoridebevattende tand- pasta.33 Na het reinigen van de caviteit met de water-luchtspray wordt centraal bij voorkeur een onderlaag aangebracht, alvorens tot restauratie van het gebitsele- ment over te gaan (zie paragraaf 7.2). Het achtergebleven carieuze weefsel blijkt bij inspectie na een bepaalde periode meestal harder en donkerder van kleur te zijn ge- worden. Dit wordt als een bewijs van afnemende cariësactiviteit beschouwd, maar de afnemende cariësactiviteit in het achtergeble- ven carieuze weefsel kan na ver- loop van tijd ook microbiologisch worden aangetoond.9,12,13,39-41 Verondersteld wordt dat de irri- tatie door achtergebleven bacteri- ën en hun producten zo gering is, dat hiertegen in de pulpa een ade- quaat afweer- en herstelmecha- nisme op gang wordt gebracht. Met een indirecte overkapping wordt ernaar gestreefd een ac- tieve laesie om te zetten in een minder actieve laesie. Klinisch en röntgenologisch nemen we waar: • sclerosering van carieus den- tine. Dit is bevestigd via dichtheidsmetingen in longi- tudinaal röntgenologisch on- derzoek.42-45 Als reactie op pa- thologische prikkels kan tot 80% van de tubuli volledig oblitereren.46 • afzetting van tertiair dentine. Het is een traag verlopend pro- ces: het betreft ongeveer een halve millimeter in acht maan- den tijd. Het uiteindelijke doel is het be- houd van de vitaliteit van de pulpa. 5.2.2.2 Stapsgewijze excavatie Bij stapsgewijze excavatie wordt de pulpa tijdelijk indirect overkapt. Op een later moment wordt het achtergebleven geïnfecteerde den- tine alsnog verwijderd, in de ver- wachting dat de kans op een expo- sitie hierdoor sterk zal afnemen.9,47 Via stapsgewijze excavatie zou de uiteindelijke excavatiegrens ge- makkelijker te bepalen zijn dan bij excavatie in één keer, doordat het carieuze weefsel wat donkerder is geworden en het secundaire denti- ne beter is waar te nemen.8 Staps- gewijze excavatie wordt vooral toe- gepast in het blijvende gebit, mede omdat de behandeling in meer zit- tingen belastend kan zijn voor jon- ge kinderen. Het tijdsinterval tus- sen beide stappen is in de loop van de tijd toegenomen van twee tot twaalf maanden.9,12 a b ec d f De resultaten zijn goed, maar het blijft hinken op twee ge- dachten: (1) we kunnen carieus dentine achterlaten, (2) we moe- ten carieus dentine verwijderen. Boven­dien wordt de pulpa met het heropenen van de caviteit op- nieuw geïrriteerd.  ■ Tip Stapsgewijze excavatie is een geschikte methode als de behandeling te lang op zich laat wachten, bijvoorbeeld na periodiek mondonderzoek. Er wordt alleen oppervlak- kig geëxcaveerd (verwijdering biomassa en perifeer gecon- troleerd op hardheid met een excavator). Een niet-verkleur- de glazuurdentinegrens is dan geen vereiste. Het geven van lokale anesthesie evenmin. De voorkeur gaat bij staps- gewijze excavatie uit naar de toepassing van het roze ­glasionomeercement Fuji ­Triage® . Dit vereenvoudigt bij verwijdering het kleuronder- scheid met het dentine.

Pages Overview