Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

17Reportagedental tribune - netherlands editionmei 2014 Nieuwe NVM-voorzitter vervolgt ingeslagen weg Tekst: Ben Adriaanse Sinds 2008 was Corrie Jongbloed- Zoet als voorzitter hét gezicht van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM). Eer- der deze maand werd zij opgevolgd door Eveline Haisma-van Rossum du Chattel. Wat kunnen we van de nieuwe voorzitter verwachten? Den- tal Tribune maakte kennis met een energieke persoonlijkheid, die na de recente heisa rond de positie van de mondhygiënist liever de dialoog zoekt dan met modder teruggooit. Hoe voelt het om een voorzit­ ter op te volgen die zo lang gezichtsbepalend is geweest? Haisma: Corrie Jongbloed was goed ingevoerd in de mondzorg en lag bij allerlei partijen goed, dus het is absoluut een uitda- ging om het stokje van haar over te nemen. Zij laat een goed ge- organiseerde vereniging achter, waardoor ik de toekomst met ver- trouwen tegemoet zie. Zijn er dingen die u anders wilt doen dan uw voorganger? Ik ben zeker niet van plan de ver- eniging overhoop te gooien. Als er veel veranderd moest worden, dan was ik er waarschijnlijk ook niet ingestapt, want dan wacht je een heel lastige taak. Natuurlijk zal ik mijn eigen accenten aanbrengen, maar die zullen voor de buiten- wacht niet heel opvallend zijn. Welke ‘accenten’ kunnen we verwachten? Waar liggen uw ambities? Bijstellingen van het beleid en de organisatie moeten in de eer- ste plaats vanuit de leden komen. Als bestuur dienen wij de preven- tieve mondzorg en de positie van de mondhygiënist daarbinnen te waarborgen, zodat we uiteinde- lijk zowel de mondhygiënist als de mondzorg vooruithelpen. Als voorzitter draag ik in feite het be- leid van het bestuur uit. Uit uw cv blijkt een brede interesse voor het zorgveld Inderdaad. Mijn belangstelling is altijd al breder geweest dan die voor de mond. In mijn verschillen- de opleidingen en banen heb ik ge- werkt in allerlei zorgvelden, in het bijzonder in ziekenhuizen. Daar- om spreekt de huidige tendens naar meer aandacht voor de relatie tussen mondgezondheid en alge- hele gezondheid mij erg aan. Dat het belang van een gezonde mond steeds duidelijker wordt, onder- streept de grote verantwoordelijk- heid die mondhygiënisten hebben in de gezondheidszorg. Blijft u als voorzitter ook in de praktijk werken? Ja, ik blijf twee dagen per week als mondhygiënist actief. Ik vind het belangrijk om ook vanuit dat perspectief mee te krijgen wat er in het vak gebeurt en voeling te houden met het werkveld. Hoe kijkt u aan tegen de positie van de mondhygiënist? Het is een heel mooi en interes- sant vak, met gedreven profes- sionals die een belangrijke bij- drage leveren aan de preventieve mondzorg. De mondhygiënist zal binnen de mondzorg een steeds grotere rol gaan spelen, zeker in vergelijking met hoe het vijftig jaar geleden is begonnen. Hier is de toenemende aandacht voor preventie debet aan. De NVM stelde recentelijk dat mondhygiënisten deskundig en bekwaam zijn om een groot deel van de dagelijkse mondzorg op zich te nemen. Tandartsen zouden zich zodoende kunnen richten op meer complexe behandelin­ gen. Is zo’n (verdere) ver­ schuiving de komende jaren al te verwachten? Dat we de mondzorg anders moe- ten inrichten is duidelijk, om- dat de regering daarom vraagt. Met het oog op kostenbeheer- sing dient binnen de gehele ge- zondheidszorg meer aandacht te komen voor preventie, en daar is de mondhygiënist bij uitstek bekwaam in. Bovendien wordt gezocht naar manieren om de zorgkosten te beheersen; dat de tandarts zijn handen vrij krijgt voor meer complexe behandelin- gen is een van die manieren. In de hele zorgsector zie je verschui- vingen waarbij laagcomplexe zorg bij niet-academisch geschool- den komt te liggen. Mondhygië- nisten zullen met die beweging mee moeten en zullen daarin een mooie uitdaging ­vinden. De NVM zal vermoedelijk blijven pleiten voor meer opleidingsplaatsen voor mondhygiënisten. Er is nu te weinig capaciteit om een grote rol binnen de mondzorg te vervullen: aan alleen preven­ tieve taken hebben de onge­ veer 3000 mondhygiënisten hun handen al vol. Het is aan de minister om keu- zes te maken over de gewenste rol van de mondhygiënist en de beroepspopulatie die daarbij zou passen. Voorlopig verwacht ik daarin geen grote verschuivin- gen. Het zou kunnen zijn dat er op termijn meer mondhygiënis- ten nodig zijn. Dat moet dan op grond van de zorgbehoefte van de Nederlandse bevolking eerst zorgvuldig onderzocht worden voordat het aantal opleidings- plaatsen wordt aangepast. Uw vuurdoop als voorzitter kwam snel: enkele dagen na uw aantreden haalde de verruiming van zelfstandige bevoegdheden van mondhygi­ ënisten het landelijke nieuws. Vooral de ANT zocht in heftige bewoordingen de aanval. De verruiming van de zelfstan- dige taken was eigenlijk non- nieuws, omdat het om een voor- genomen wetswijziging gaat. Mondhygiënisten voeren de genoemde taken al uit en het ‘nieuws’ was dat zij dat in de toe- komst mogelijk zonder tussen- komst van de tandarts kunnen doen. Wij hebben als bestuur be- sloten niet op al het commentaar te gaan reageren. We zijn altijd in gesprek geweest met de koepels en die dialoog willen we in posi- tieve zin voortzetten. Overigens hebben we ook veel positieve re- acties ontvangen. De ANT suggereerde zelfs dat de zelf­standig opererende mondhygiënist een bedrei­ ging is voor een goed functio­ nerende mondzorg. Ik denk dat het een goede zaak is om de mondhygiënist in te schakelen voor de niet-complexe zorg. Deze beroepsgroep is daar- voor deskundig en bekwaam ge- noeg, dus daar maak ik me geen zorgen over. Verder mag ieder- een roepen wat hij wil. Mond- hygiënisten zijn opgeleid op hbo-niveau en er gelden kwali- teitsnormen vanuit de beroeps- vereniging. De kwaliteit van de zorgverlening en patiëntveilig- heid staan wat betreft de zorg- verlening door mondhygiënisten daarom niet ter discussie. Belangenbehartiging zal kortom altijd nodig blijven… De tandartsen hebben hun eigen verenigingen en daarom is het goed dat ook de NVM er is: om te zorgen dat de mondhygiënis- ten in beeld zijn en blijven en dat voor hun belangen opgekomen wordt. Daarvoor zal ik me de ko- mende jaren met veel enthousias- me inzetten. ■ Curriculum vitae Eveline Haisma-van Rossum du Chattel (53) studeerde in 1979 af als mondhygiënist. Daarna volg- de zij opleidingen tot anesthesie- en operatie­assistent met chirur- gische vaardigheden en was zij vestigingsmanager bij een uit- zendbureau. Sinds 1990 werkte zij in diverse mondhygiëneprak- tijken, al dan niet als zelfstandi- ge. Sinds 2007 is zij tevens onder meer gastdocent Cardiopulmo- nale chirurgie aan het UMCG. Haisma is momenteel woonach- tig in het Groningse Haren. Mondhygiënisten hebben een grote verantwoordelijkheid PAIN CONTROL LEADERSHIP THAT SHAPES THE DENTAL WORLD www.septodont.nl