Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition november 2013 tEkst: LauRa Van dEE In de Westelijke Tuinsteden in Amsterdam bevindt zich sinds ze- ven jaar Endo En Zo, de praktijk van tandarts-endodontoloog Ron Fransman. Van buiten een blokvor- mig grijs pand, maar binnen hangt een totaal andere sfeer. De stoelen in de wachtkamer zijn paars, rood en groen, de balie is vervaardigd uit duurzaam hout en het praktijk- ontwerp is van alle endodontologi- sche gemakken voorzien. Fransman geeft net als zijn prominente colle- ga-tandarts-endodontologen Mi- chiel de Cleen, Marga Ree en Wal- ter van Driel twee lezingen op op het congres ENDO2014 op 7 febru- ari. Met Dental Tribune bespreekt hij de ontwikkelingen binnen de endontologie en blikt hij vooruit naar zijn bijdragen op het congres. Uw praktijk is volledig ingericht op endodontologie. Hoe zien we dat terug? Een endodontoloog heeft ander instrumentarium nodig dan een algemeen practicus. Zo is bij ons de reguliere behandellamp weg- gelaten omdat we altijd met een microscoop werken. Omdat ik het belangrijk vind dat al het beno- digde voor een behandeling bin- nen handbereik is, is voor een zogenaamde ‘circle of influence’ gezorgd: binnen een halve draai- cirkel kan ik overal bij. Dit con- cept komt van Gary Carr, een Amerikaanse endodontist. Verder zijn bijna alle instrumenten en andere spullen achter de patiënt geplaatst, waardoor die een rustig zicht heeft. Ten slotte is er, om- dat ik de uitleg van een wortelka- naalbehandeling aan een patiënt belangrijk vind, een speciale mo- nitor opgehangen waarop ik kan laten zien wat ik ga doen. Met uw praktijknaam lijkt u aan te sluiten bij de ‘enzo’- mode. Past u in het rijtje van ‘Soep en Zo’ en ‘Brood en Zo’? Endo en Zo onderstreept dat mijn collega en ik niet alleen endo’s doen, maar ook opbouwen en vullingen aanbrengen. We laten de patiënt niet met een stompje of noodvulling de deur uit gaan en zorgen bijvoorbeeld voor een opbouw en een noodkroon. Waarom heeft u ervoor gekozen zich te specialiseren in de endodontologie? Voor ik deze praktijk had, voerde ik tien jaar een algemene praktijk in Den Haag. Maar ik heb altijd al veel interesse voor endodon- tologie gehad. Mijn afstudeer- scriptie ging over endodontolo- gie en na mijn afstuderen heb ik een tijd op de afdeling Endonto- logie bij ACTA gewerkt. Endon- tologie past bij mij: ik houd ervan lange tijd rustig met één patiënt bezig te zijn. Een algemeen prac- ticus ziet tientallen patiënten op één dag, ik soms maar vier of vijf. Ik voel me soms meer ‘endodon- tist’, de Engelse benaming, dan endodontoloog. Een tandarts-en- dodontoloog is iemand met ken- nis over endodontologie, een en- dodontist is iemand die ‘endo’s’ doet. Daar herken ik mijzelf meer in. Tijdens cursussen probeer ik de inhoud ook altijd erg praktijk- gericht te houden. Ik merk dat het vakgebied en- dodontologie steeds populairder wordt. Vroeger waren er nauwe- lijks tandarts-endodontologen – het is een relatief jonge specia- lisatie – en ontving ik patiënten vanuit het hele land. Tegenwoor- dig zijn er steeds meer tandarts- endodontologen en hebben pati- enten meer keus. Welke rol speelt de digitale tandheelkunde binnen de endodontologie? Natuurlijk gebruiken wij digitale röntgensensors, voor het gemak en om de straling te reduceren, maar ik kan ook niet meer zonder een Cone Beam Computed Tomo- graphy (CBCT)-apparaat. Wel is het een dure investering die niet voor iedere tandarts of praktijk geschikt is. Ik was een van de eer- sten in Nederland die een CBCT- scanner aanschafte en weet niet meer wat ik zonder zou moeten. Ik gebruik hem met mijn collega een paar keer per week voor het analyseren van gebroken wor- tels, verborgen kanalen, moei- lijke diagnostiek, voorbereiding van chirurgie en trauma’s. Voor de komst van CBCT kwam het bij behandelingen voor een groot deel aan op kennis, ervaring en intuïtie, maar met de CBCT-scan kunnen we nu behandelingen tot een goed einde brengen waar dat vroeger niet mogelijk was. Een andere interessante digi- tale toepassing is TDO-software. Dit is een Amerikaans praktijk- programma specifiek voor en- dodontologen dat ook door Gary Carr ontworpen is. Het is een vrij specialistisch programma en niet relevant voor niet-endodon- tologen, maar het sluit heel goed aan bij hoe we hier in de praktijk werken. Het gebruik van calciumhydroxide bij een wortelkanaalbehandeling is niet onomstreden. Op het congres ENDO2014 geeft u er een lezing over. Bent u een voorstander van dit middel? Sommigen zeggen: “het doet niets” of “het doet meer kwaad dan goed”. Zij kiezen ervoor het kanaal leeg te laten en bij de tweede behandeling de terug- gekomen bacteriën weer uit het kanaal te spoelen. Of ze ronden de hele behandeling in één zit- ting af. Maar als je wel voor een middel kiest, is onder andere cal- ciumhydroxide geschikt om bac- teriën en weefsel in het wortelka- naal op te lossen en te doden. Zelf doe ik endobehandelingen zo veel mogelijk in twee keer en daarom gebruik ik onder ande- re calciumhydroxide, hoewel ik voor het congres nu ook wat al- ternatieven aan het uitproberen ben. Ik vind behandelen in twee zittingen prettig, omdat patiën- ten die naar mij worden verwezen vaak al eerder problemen hebben gehad. Ik wil, als ik een patiënt behandeld heb, zeker weten dat hij geen pijnklachten meer heeft. Dat is ook voor de tandarts pret- tig: die wil erop kunnen vertrou- wen dat hij een kroon of brug op de opbouw kan maken zonder dat de patiënt opnieuw pijnklachten krijgt. Verwijst de tandarts- algemeen practicus te snel of te weinig door naar de tandarts-endodontoloog? Dat verschilt per tandarts. Som- mige tandartsen hebben een he- kel aan endodontologie en ver- wijzen patiënten door zodra een behandeling iets te lastig wordt. Andere tandartsen proberen ook moeilijke behandelingen nog zelf, omdat ze juist endo erg leuk vinden om te doen. Dat pakt niet altijd goed uit, maar de DETI- scorelijst is een goede manier om te beoordelen of een endo wel of niet te lastig is. Als een algemeen practicus er niet uitkomt, is het toch het handigst om een patiënt naar een tandarts-endodontoloog door te sturen voordat er echt problemen ontstaan. Een deel van mijn patiënten wordt verwezen vanwege een trauma. Vooral voor een kind kunnen de gevolgen daarvan ern- stig zijn. Het is daarom zaak op het juiste moment de juiste han- deling uit te voeren. Als bij een nog niet afgevormde wortel door een trauma een zenuw stukge- trokken is bestaat er, als je het element meteen terugzet, een kans dat hij weer ingroeit. Als dat niet mogelijk is, kan met re- generatietechnieken geprobeerd worden de zenuw weer aan te la- ten groeien, maar de resultaten daarvan zijn momenteel nog erg onvoorspelbaar. Wat de behande- ling bij kinderen na trauma verder lastig maakt is dat ook de pulpa- testen niet betrouwbaar zijn. Om te testen of de zenuw nog leeft, kun je een koud watje tegen het element aanhouden. Sommige kinderen zeggen echter wat ze denken dat je wilt horen, dus ge- ven ze aan iets te voelen, ook al is dat niet zo. En soms reageren ze niet op de test terwijl de pulpa nog wel intact is. Het mooiste zou zijn als traumapatiënten na een ongeval direct door een tandarts- endodontoloog gezien worden, maar dat is helaas niet mogelijk. Een goed hulpmiddel voor de pa- tiënt is de Dental Trauma App en voor tandartsen de website www. dentaltraumaguide.org. Van de officiële klachten die in Nederland bij de klachten- commissie worden ingediend, heeft 10 tot 20% een relatie tot endodontologie, schrijft de Nederlandse Vereniging van Endodontologie op haar website. Op welke ‘missers’ zullen veel van die klachten betrekking hebben? Een regelmatig voorkomende complicatie bij endodontologie is het afbreken van instrumenten, maar ik vind dat geen reden voor een patiënt om naar een klach- tencommissie te stappen. Endo- dontologie is een precies vakge- bied en dat breng risico’s met zich mee. Als het een algemeen prac- ticus niet lukt om een afgebro- ken instrument te verwijderen, lukt het een tandarts-endodon- toloog meestal wel. Het afbreken van een instrument kan ieder- een overkomen, maar de tandarts moet het wel melden aan zijn pa- tiënt. Als hij dat niet doet, begaat hij een fout die juridische conse- quenties kan hebben. “ik pleit voor twee zittingen met calciumhydroxide” Interview met Ron Fransman, tandarts-endodontoloog Ron Fransman. (foto: ©Rosalien Derkinderen/ENDO2014) Ik kan niet meer zonder mijn CBCT-apparaat > lees verder op pagina 8