Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

3Binnenlands nieuwsdental tribune - netherlands editionnovember 2013 HET BIOCOMP® IMPLANTAATSYSTEEM Het unieke Nederlandse BioComp® implantaatsysteem is bewezen veilig, compleet, betrouwbaar en zeer gebruiksvriendelijk. Uitstekend geschikt voor zowel de ervaren als de startende implantoloog. Met inmiddels meer dan 20 jaar ervaring kunnen wij u persoonlijk adviseren én de producten bieden die u zoekt; wij staan voor een voorspelbaar en zeker resultaat! The Natural Fit > Systeem - Eén uniek, gepaten- teerd borensysteem voor alle implantaten - Eén platform voor alle implantaten > Implantaat - H.A. oppervlakte; 1,2 micron - Interne hex; eenvoud en flexibiliteit - Glad middenstuk; snellere osseointegratie > Synthetisch bot - Resorbeerbaar; Cerasorb® , Ostim® en Poresorb® -TCP - Niet resorbeerbaar; IngeniOs™ HA en OssaBase® -HA - Uniek membraan; Epiguide® BioComp Dental bv T 073 - 684 72 02 info@biocomp.eu www.biocomp.eu Congres 26 SEPTEMBER 2014 Biocomp_adv_DentalTribune_09-37.indd 1 28-10-13 14:35 asser tandarts definitief uit ambt gezetVerplichte nascholing tandarts komt dichterbij assEn – Tandarts Laas van der Meulen wordt definitief ge- schrapt uit het BIG-register. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Groningen kwam tot deze zwaarst mogelij- ke straf doordat de tandarts her- haaldelijk in de fout is gegaan en na eerdere straffen nooit tot in- keer is gekomen. Eerder werd Van der Meulen geschorst voor onder meer het boren van gaatjes zonder nood- zaak, het slecht bijhouden van dossiers en het laten uitvoeren van behandelingen door daartoe onbevoegde medewerkers. Ook was hij vaak onbereikbaar tijdens diensttijd. Het tuchtcollege stel- de vast dat Van der Meulen tij- dens zijn schorsing ten minste een keer aan het werk is geweest. Het tuchtcollege trof behal- ve de uitspraak ook een voorlo- pige voorziening. Dat betekent dat Van der Meulen zijn werk di- rect moet neerleggen en dus niet mag doorwerken hangen- de een eventueel hoger beroep. Een woordvoerder van het tuchtcollege liet De Telegraaf we- ten dat de tandarts getuigde van weinig zelfinzicht. Hetzelfde blijkt uit een gesprek dat Van der Meu- len had met het Dagblad van het Noorden. Hierin hield hij vanaf zijn vakantieadres in Iran vol dat hij een “toptandarts” is, die al 35 jaar tandheelkunde van de hoog- ste kwaliteit levert. Dat hij de meest aangeklaagde zorgverlener in Noord-Nederland is, lag volgens hem aan de patiënten zelf. “Al- lemaal projectie van mensen die zelf in de problemen zitten,” ver- telde hij de krant. Hij vermoedde dat de eerdere straffen berustten op een complot van het medisch tuchtcollege, de NMT en de IGZ. “Ze stoken elkaar als het ware op en leggen elkaar woorden in de mond.” (bronnen: De Telegraaf, Dagblad van het Noorden) ■ tEkst: BEn adRiaansE aMstERdaM – Nascholing voor de tandarts moet de sfeer van vrij- blijvendheid verlaten en verplicht worden gesteld. Dat adviseert een commissie van ‘wijze heren’, samengesteld door de besturen van NMT en NVT, in een rapport dat recent werd gepubliceerd. Het rapport richt zich in de eer- ste plaats op een oplossing voor de ‘accreditatieoorlog’, die ont- stond door de slepende onenig- heid tussen het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) en de Stichting QuAT (Q-Keurmerk), maar bevat ook andere opvallende constate- ringen. Volgens de commissie is het tijd dat de tandheelkundige pro- fessional zijn verantwoordelijk- heid neemt en een professionele houding toont door het structu- reel volgen van bij- en nascholing. “Doet hij dat niet, dan lopen zijn patiënten het risico niet de kwali- teit van zorg te krijgen die zij elders wel kunnen ontvangen,” aldus het rapport. Het verplicht stellen van nascholing is de beste manier om de kwaliteit van de mondzorg te waarborgen. “Uiteindelijk zal een en ander ertoe dienen te leiden dat het lidmaatschap van een beroeps- organisatie slechts open staat voor diegenen die voldoen aan vigeren- de kwaliteitseisen.” Of het advies daadwerkelijk aan de basis zal staan voor verplichte nascholing en hoe lang de im- plementatie ervan gaat duren, is vooralsnog onduidelijk. Wel lijkt de weg vrij om een einde te ma- ken aan de wonderlijke situatie van dit moment: voor de mond- hygiënist is nascholing verplicht, net als voor alle medici en vrijwel alle paramedici, maar voor de ho- ger opgeleide tandarts niet. Voor de toekomst oppert de commissie een beperktere rol voor het KRT. Deze instantie zou slechts een registrerende rol moeten vervullen en zich niet moeten bezighouden met accre- diteren en het al dan niet erken- nen van accrediterende instan- ties. Door deze laatste taken kan de onafhankelijkheid, neutraliteit en objectiviteit van de procedure van accreditatie en registratie in het geding komen. “Accreditatie en registratie dienen in inhou- delijk en financieel onafhankelijk van elkaar functionerende stich- tingen te worden ondergebracht,” concludeert het rapport. Aangezien de commissie is in- gericht door de NMT en NVT is deze slotsom opvallend. De hui- dige, ruim omschreven taken ko- men voort uit de statuten van het KRT. Deze zijn bij de oprichting in 2007 opgesteld door… NMT en NVT. Er lijkt dus sprake van voortschrijdend inzicht, waar- bij de tandheelkunde de weg van het KNMG-model van gescheiden machten lijkt in te slaan. Ook op de accreditatieproce- dures is enige kritiek te lezen. Bij de accreditatie zou behalve op de cursusaanbieders ook de nadruk moeten liggen op speci- fieke bij- en nascholing, waaron- der intercollegiaal overleg. Mo- menteel worden de programma’s slechts steekproefgewijs voor- af aan een oordeel onderwor- pen. De commissie hekelt daar- naast het toekennen van punten voor “informele discussieavon- den” die vakinhoudelijk weinig bijdragen aan een hoogwaardige mondzorg. Het volgen van niet- geaccrediteerde bij- en nascho- ling zou in het geheel geen pun- ten voor de herregistratie moeten opleveren, aldus de commissie. De commissie adviseert de hui- dige KRT en Stichting QuAT om te vormen tot de beoogde stich- tingen voor respectievelijk re- gistratie en accreditatie. Hier- toe dienen deze stichtingen wel “aanzienlijke wijzigingen te on- dergaan” in onder meer de sta- tuten, de bestuurlijke samenstel- ling en de financiering. Of NVT en NMT zouden mogen c.q. moe- ten participeren blijft – met het oog op de gewenste onafhanke- lijkheid van beide stichtingen – een heikel punt. Opvallend is ten slotte dat de commissie de toegevoegde waar- de van e-learnings voor de tand- arts nadrukkelijk onderstreept. Zij constateert “een enorme toena- me” van dergelijke programma’s, “terwijl de laagdrempeligheid de tandarts faciliteert in het vol- gen ervan.” De impliciete bood- schap is dat de e-learning binnen het aanbod van bij- en nascholing voor tandartsen een steeds pro- minentere rol zal gaan spelen. ■ Ik ben een toptandarts