Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

18 Reportage/Excerpt dental tribune - netherlands edition november 2013 typische verwondingen en ‘normale’ afwijkingen 11.1. Bloeduitstortingen van verschillende ouderdom. 11.2. Letsel door klappen op achterhoofd. 11.3. Letsel en deuk in schedeldak na klap. Bloeduitstorting roodheid en zwelling litteken en deuk Af en toe verschijnt er een boek dat je als medische professional niet mag missen. Naast de gebruikelijke standaardwerken, moet er nu ruimte worden gemaakt voor Herkenning van Letsel door lichamelijk geweld. Mishandeling – of het nu om volwassenen of kinderen gaat – wordt binnen de Nederlandse gezondheidszorg onvoldoende herkend. Het is van groot belang dat deze verwondingen op een juiste wijze worden beoordeeld, geïnterpreteerd en geregistreerd, waardoor een begin kan worden gemaakt met de hulp die slachtoffers nu nog te vaak moeten ontberen. Dit boek biedt talloze praktische handvatten om uw kennis en vaardigheid te vergroten bij het herkennen van en het omgaan met letsel door lichamelijk geweld. Onze prijs: € 69,50 Bestel deze en andere tandheelkundige boeken op www.geneeskundeboek.nl Auteurs: U.J.L. Reijnders, C. Das, B.C. Drijber Omvang: 235 p. Herkenning van letsel door lichamelijk geweld Onderzoek, evaluatie en beleid. Een praktische handleiding voor hulpverleners met 600 afbeeldingen in kleur het analyseren van letsel. Hij ver- richt lijkschouwen om te kijken of de verwondingen passen bij een geweldsmisdrijf. Ook houdt hij met andere forensisch artsen driemaal per week een letsel- spreekuur bij de GGD voor men- sen die in de huiselijke sfeer of bij openbare geweldpleging ver- wondingen hebben opgelopen en doorverwezen worden door de politie. Er zijn talloze letsels door mishandeling die een tand- arts kan waarnemen, stelt Reijn- ders. Hij raadt de mondzorgpro- fessional aan opmerkelijk letsel of gedrag altijd in de status van de patiënt te noteren, zodat hij er bij een volgend bezoek aan herin- nerd wordt en op zal letten. Voor de tandarts is verwaarlo- zing van het gebit uiteraard het > vervolg van pagina 17 Dit is een fragment uit het boek Herkenning van letsel door licha- melijk geweld (Prelum Uitgevers, 2008), geschreven door U.J.L. Reijnders, C. Das, B.C. Drijber en R. Lulf. Overal op het lichaam kunnen letsels worden aangetroffen die door hun vorm ‘verraden’ hoe ze zijn toegebracht. In dit hoofdstuk wordt een overzicht van ‘typi- sche’ letsels gegeven. 11.1 HOOFd Op het behaarde hoofd kunnen bloeduitstortingen, deuken en zwellingen ontstaan door stomp geweld [11.1-11.3]. Kale plekken kunnen worden gezien als aan de haren is getrok- ken [11.4, 11.5]; anders dan bij al- opecia (kaalheid) is daaronder vaak ook een zwelling voelbaar, soms met roodheid, als de huid van het schedeldak is losgetrok- ken. makkelijkst te herkennen. Is er sprake van onbehandelde carieu- ze laesies die geen onderdeel zijn geweest van een behandelplan? Komt de patiënt niet regelmatig voor controle? Dat kunnen teke- nen van gebitsverwaarlozing zijn. Ook fysiek geweld en seksueel misbruik zijn vaak goed zicht- baar. Patiënten met een ‘blauw oog’ kunnen een stomp op het oog hebben gekregen. Bij knel- sporen in het gelaat van een kind kan het zijn dat het kind een doek in de mond heeft gekregen die aan de achterzijde van de sche- del is vastgeknoopt, zodat de ou- ders het kind niet horen huilen. Dit wordt de smoortechniek ge- noemd. In de hals kunnen wurg- sporen, knijpsporen en zuigzoe- nen worden aangetroffen. Als geprobeerd is een slachtoffer te wurgen, kunnen op het slijmvlies van de lippen puntbloedinkjes zichtbaar worden. Bloeduitstortingen op de hand kunnen ontstaan zijn door het verdedigen tegen klappen. En dan is er nog de ‘frozen watch- fulness’: een ‘dode’ of doodsang- stige blik in de ogen van kinderen die vrijwel alleen bij slachtoffers van fysieke mishandeling gezien wordt. Het kind maakt nauwelijks contact met de omgeving en ver- keert in een constante staat van paraatheid voor dreigend gevaar. Infecties in de mond, een kapot gehemelte en een uitgescheurd frenulum in de mond kunnen duiden op seksueel misbruik. Moeilijker te herkennen voor de tandarts is psychische mishan- deling, erkent Reijnders. “Ken- merken daarvan kunnen apa- thisch of juist agressief gedrag zijn, maar dat hoeft niet.” HandiGE HuLPMiddELEn Op de spoedeisende hulp van zie- kenhuizen wordt vaak het SPU- TOVAMO-obser vatieschema gebruikt, een lijst met vragen be- doeld voor het vaststellen van een vermoeden van kindermishan- deling. Reijnders denkt dat ook tandartsen en tandartsen-speci- alisten daar baat bij kunnen heb- ben. Aan de hand van negen vra- gen, zoals ‘van welk soort letsel is sprake?’, ‘op welke plaats bevindt zich het letsel?’ en ‘is er sprake van oud letsel?’, wordt nagegaan of er mogelijk sprake is van mis- handeling. In twee jaar tijd (2003- 2005) bleek het aantal meldingen van kindermishandeling in het Flevoziekenhuis gestegen te zijn van 0% naar 4% van alle kinde- ren die met letsel het ziekenhuis binnenkomen, een teken dat kin- dermishandeling beter wordt ge- signaleerd en geregistreerd. Voor volwassenen is de Partner Violence Screen (PVS) een goed hulpmiddel. De PVS bestaat uit drie vragen: Bent u afgelopen jaar door iemand mishandeld? Voelt u zich onveilig in uw huidige rela- tie? Is er iemand uit een vorige re- latie die maakt dat u zich onvei- lig voelt? Als iemand op één van deze drie vragen bevestigend ant- woordt, is er in 70% van de ge- vallen sprake van mishandeling, oordeelt de PVS. BEsPREEkBaaR MakEn In eerste instantie is het belang- rijk bij vermoedens van mishande- ling de patiënt te vragen hoe deze aan het letsel komt. Soms zijn (tand)artsen bang deze vraag te stellen, maar dat is volgens Reijn- ders nergens voor nodig. “Vaak spreken mensen er niet over uit angst of schaamte. In een onder- zoek onder mishandelde vrouwen gaf 91% aan dat als de huisarts hen gevraagd had of er sprake was van mishandeling, zij zich erover uitgesproken zouden hebben.” Al- leen al het bespreekbaar maken van mishandeling doet de mis- handeling in 50% van de geval- len stoppen. “Vaak weten mensen niet dat het niet normaal is om problemen met geweld op te los- sen. Als ze zich daarvan bewust worden, worden ze weerbaarder.” Als een tandarts besluit mel- ding te maken van mishandeling, hoeft hij volgens Reijnders niet bang te zijn dat hij onrechtmatige dingen doet. Met de invoering van de wet verplichte meldcode en huiselijk geweld mogen beroeps- krachten zowel voor kinderen als volwassenen hun beroepsgeheim schenden als de patiënt tegen ge- weld beschermd moet worden. “Als iemand volgens de richtlij- nen te werk gaat, zal dat niet tot een strafproces leiden.” Reijnders adviseert vermoe- dens van mishandeling altijd eerst met een collega te bespre- ken, omdat je samen sterker staat. “Als het tot een melding komt, beperk je dan wel tot wat je ziet.” Als bij een patiënt wurg- sporen te zien zijn en je doet melding van de vermoedelijke dader, vermeld dan geen irrele- vante zaken zoals ‘de vermoe- delijke dader ruikt vaak naar al- cohol’. De melding moet beperkt worden tot het letsel. BEROEPsEtHiEk Volgens Reijnders is de belang- rijkste boodschap dat de tandarts zijn ogen openhoudt en tekenen van kindermishandeling durft te zien. Het herkennen én melden van mishandeling behoort tot de beroepsethiek van de tandarts. “Ik vind het onbegrijpelijk als je niets met vermoedens van mis- handeling doet. Met elke melding kan je iemands leven redden en je wordt er zelf nooit slechter van.” Reijnders grijpt elke gelegen- heid aan om het onderwerp op de agenda te zetten. “Soms voel ik me een roepende in de woestijn. Wat ik hier vertel, daar heb ik al tig keer eerder over geschreven in tijdschriften. Maar zolang er onvoldoende kennis is over mis- handeling, zoals in de mondzorg, blijf ik doorgaan.” ■ Wurgsporen in de nek zijn voor de oplettende mondzorgprofessional vaak goed op te merken. (bron: Herkenning van letsel door lichamelijk geweld, Prelum Uitgevers) 85% van de verwondingen door mishandeling is zichtbaar Soms voel ik me een roepende in de woestijn > lees verder op pagina 19