Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

8 Interview dental tribune - netherlands edition oktober 2013 tandarts geen zin heeft om geld en tijd te investeren in een der- gelijk duur apparaat en daarvoor bijscholing te volgen, als hij pa- tiënten die een CBCT-scan nodig hebben ook kan doorverwijzen. Hoe zal de tandheelkunde er over twintig jaar uitzien? Worden er dan aan de lopende band 3D-beelden gemaakt of zal het gebruik spaarzaam blijven? Dat hangt ervan af of we metho- den vinden om de dosis van de huidige 3D-opnamen verder te verlagen. De aan de patiënt toe- gediende stralingsdosis moet in verhouding staan tot het medi- sche nut voor die patiënt. Ook zullen er steeds meer uitkomsten beschikbaar komen van onder- zoek naar de diagnostische toe- passingen van CBCT. Dat helpt ook om meer gericht te kunnen besluiten tot het maken van 3D- opnamen. Ik denk dat het gebruik wel iets zal toenemen, maar dat het ook meer specifiek zal zijn en hopelijk tegen een lagere dosis. Hoe is het gesteld met de kennis van tandheelkundig Nederland over radiologische toepassingen? We hebben al zo veel cursussen Stralingsdeskundige niveau 5 ge- geven, dat ik denk dat de overgro- te meerderheid van de tandartsen in Nederland inmiddels voldoen- de kennis heeft over radiologie. In Nederland wordt in de oplei- dingen Tandheelkunde veel aan- dacht aan radiologie besteed, dus alle afgestudeerde tandartsen be- schikken over de vereiste basis- kennis. In het begin kreeg ik weleens iemand in de cursus die zei dat hij alleen maar kwam omdat dat van de IGZ moest, dat hij al jaren met röntgenapparatuur werkte en dat het altijd goed ging. Maar aan het eind van de dag gaf die- gene dan vaak aan toch wel wat geleerd te hebben. Een cursus waarin de kennis over radiologie wordt opgefrist, is daarom vaak toch wel nuttig. Het moeilijke van röntgenstraling is dat niemand het doorheeft als er een nadelig effect is. Je voelt en ziet niets – zoals bij boren – en daarom moet je erg voorzichtig met straling omgaan. De meeste tandartsen zijn zich daar wel van bewust. Het probleem is dat degenen die zich daar niet van bewust zijn, niet naar zo’n cursus komen. Het is belangrijk dat als een tandarts eenmaal over de vereis- te radiologische kennis beschikt, hij zich regelmatig bijschoolt in de nieuwste ontwikkelingen, zo- als de gangbare normen voor een veilig apparaat. Recent concludeerde een Bel- gisch instituut (RIVIZ) dat meer dan de helft van de rönt- genfoto’s die Belgische tand- artsen nemen, overbodig zijn. Bij nog eens 21% was het nut twijfelachtig. Denkt u dat dit in Nederland ook het geval is? Ik denk dat dat in Nederland wel meevalt. Inmiddels zijn de mees- te tandartsen zich bewust van het belang van een juiste recht- vaardiging in de radiologie en ik denk dat daarom nog slechts wei- nigen routinematig röntgenfoto’s maken bij hun patiënten. Wel valt me op dat de panora- mische opname soms misbruikt wordt. De panoramafoto biedt een goed overzichtsbeeld: grote- re tumoren, cysten en ontwikke- lingsstoornissen zijn er duidelijk op te zien. Veel tandartsen den- ken dat je bij elke nieuwe pati- ent of zelfs bij elke controle een panoramische foto moet maken, maar bitewing-opnamen zijn veel effectiever voor alledaagse aan- doeningen. Een mondzorgprofessional mag alleen een foto maken als hij verwacht dat er iets op te zien is. Bijvoorbeeld, als een jongen van 15 last heeft van cariës en je hem daarvoor preventief behan- delt, wil je na een jaar zien of dat effect heeft. Het maken van een foto is dan gerechtvaardigd. Als de behandeling effect heeft, kan de intervaltijd voor het maken van een foto weer langer worden. De tandarts vindt hulp in het be- palen van de juiste opnamen in verschillende omstandigheden in de zogenaamde richtlijnen. In de Europese richtlijnen, die zijn overgenomen in de Nederlandse richtlijnen, staat per patiënten- categorie en per indicatie hoe- veel foto’s er in welke fase van de behandeling gemaakt mogen worden. Met richtlijnen is het probleem dat deze niet als wet moeten worden gezien. De be- handelaar moet/mag er beargu- menteerd van afwijken als hij dat zelf nodig acht. Wat betekent de nieuwe Praktijkrichtlijn Radiologie voor de mondzorgprofes- sionals? De bestaande NMT Praktijk- richtlijn Radiologie dateert al- weer van enige tijd geleden. In de praktijk bleken een aantal tek- sten duidelijker geformuleerd te moeten worden. Ook is inmiddels CBCT beschikbaar gekomen, is het Besluit Stralingsbescherming gereviseerd en wordt dit laatste per 1 januari 2014 van kracht. Het werd daarom tijd de richtlijn aan te passen aan deze ontwikkelin- gen. In principe verandert er voor de mondzorgprofessionals niet veel, maar verschillende aspec- arts in de buurt is, zodat hij kan controleren en indien nodig cor- rigeren. Ook moeten tandartsas- sistentes een externe opleiding hebben gevolgd voor het maken van röntgenopnamen. Voor de interpretatie zal de tandarts al- tijd verantwoordelijk blijven, om- dat alleen hij het complete over- zicht over anatomische variaties en tandheelkundige afwijkingen heeft. Welke radiologische ontwikkelingen verwacht u de komende jaren binnen de tandheelkunde? Onlangs zat ik het met een col- lega te filosoferen over welke al bestaande, maar binnen de tand- heelkunde nog onbekende tech- nologie in de tandheelkunde toegepast zou kunnen worden. Wij kwamen uit op MRI, een 3D- beeldvormingstechniek die ge- bruikmaakt van magnetische golven en daardoor veiliger is dan röntgenstraling. In ziekenhuizen worden MRI-scanners veelvuldig gebruikt. MRI is voor de tand- heelkunde nu nog veel te duur en kostbaar, maar hopelijk bestaan er over tien jaar mini-MRI-scan- ners voor toepassing binnen de tandheelkunde. Het is de meest geschikte beeldvormingstech- niek voor het weergeven van de weke delen. Sommige kaakge- > vervolg van pagina 6 ten zijn duidelijker beschreven. De Praktijkrichtlijn wordt gezien als de norm vanuit de professie. Daarom is het belangrijk daar kennis van te nemen en zonodig de werkwijze aan te passen. Wat zijn bekende valkuilen bij het interpreteren van radiologische opnamen? Soms staan er dingen op de foto die een mondzorgprofessional niet direct had verwacht. We ver- werken in onze cursussen altijd een paar afwijkende foto’s. Zo staat op een van die foto’s een witte streep. Als ik aan de cur- sisten vraag wat de witte streep voorstelt, denken de meesten dat het een instrument is dat in beeld is gekomen, maar in dit geval is het een brillenpoot! Je moet altijd bedacht zijn op niet-tandheel- kundige structuren. Er zijn voor- beelden van delen van kogels, van metalen draadjes in de wang die in sommige culturen geneeskun- dige kracht worden toegekend en allerlei andere artefacten die op de foto’s kunnen staan. Dit zijn aspecten die ook in onze cursus- sen terugkomen. Radiologische opnamen verschuiven steeds meer naar het domein van de mond- hygiënist en de tandartsas- sistente. Hoe kijkt u tegen die ontwikkeling aan? Daar heb ik niet veel problemen mee, mits de zaken goed gere- geld worden en de uitvoering cor- rect is. Een mondhygiënist kan röntgenfoto’s maken en interpre- teren, mits binnen haar werkter- rein, maar de tandarts moet de opdracht geven en is verantwoor- delijk voor de rechtvaardiging. Tandartsassistentes mogen sinds een paar jaar ook röntgenfoto’s maken, maar alleen als de tand- Het moeilijke van röntgenstraling is dat je er niets van merkt Panoramische opnamen worden soms misbruikt De stralingsdosis van CBCT’s verschilt onderling sterk Dit boek is bedoeld voor iedereen die meer inzicht wil krijgen in de complexe materie van kleurafstemming en voor degene die zijn vaardigheden op het gebied van de esthetische tandheelkunde wil verbeteren en de natuurlijke kwaliteit van de uitgevoerde restauratiewerkzaamheden wenst te verhogen. Zo is een heldere leidraad ontstaan voor de tandarts die in de dagelijkse praktijk nieuwe tandtechnologie wil toepassen. Auteurs: dr. S.J. Chu, dr. A. Devigus, dr. R.D. Paravina, A.J. Mieleszko Omvang: 150 pagina’s Onze prijs: € 69,50 D k en va en re Z d w De essentie van kleur in de esthetische tandheelkunde Kleurenleer, kleurbepaling, restauratiematerialen en casuïstiek Bestel deze en andere tandheelkundige titels op www.geneeskundeboek.nl