Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition september 2013 Zeker van je ademMeda Pharma B.V., Krijgsman 20, 1186 DM Amstelveen 1) Thrane PS, Jonski G, Young A, Rölla G. Zn and CHX mouthwash effective against VSCs responsible for halitosis for up to 12 hours. Dental Health, 01 May 2009, vol./is. 48/3(8-12), 00118605. 2) Thrane PS, Young A, Jonski G, Rölla G. (2007). A new mouthrinse combining zinc and clorhexidine in low concentrations provide superior efficacy against halitosis compared to existing formulations: a double blind clinical study. J Clint Dent; 18 (3):82-87. 3) Saad S, Greenman J, Shaw H. Comparative effects of various commercially available mouthrinse formulations on oral malodour, Oral Diseases (2011) 17, 180–186. CB12: Effectief in de reductie van VZV’s De kwaliteit van de adem wordt bepaald door de hoeveelheid vluchtige zwavelverbindingen (VZV’s). CB12 is een mondspoeling geschikt voor dagelijks gebruik en voorkomt en neutraliseert tot 12 uur lang de productie van VZV’s in de mondholte. De unieke, gepatenteerde en optimale combinatie van chloorhexidine (0,025%) en zink (0,3%) zorgt voor een synergetisch en langdurig effect met behoud van de natuurlijke mondweerstand. Door een lage concentratie chloorhexidine is er bij het gebruik van CB12 geringe kans op tandverkleuring.1 CB12 heeft in drie publicaties bewezen effectiever te zijn in de reductie van VZV’s dan andere mondspoelmiddelen.1, 2, 3 Ga naar www.CB12.nl/professionals Test online uw kennis over slechte adem/halitose en bestel een gratis CB12 proefpakket! e CB12-09-30052013 Dentale Tribune A4.indd 1 13-06-13 14:14 langrijk is de vraag welke voeding het best past bij de gebitssituatie. Ouderen zijn helaas vaak onder- voed. Dat komt meestal vanwege de slechte conditie van hun gebit of gebitsprothese, waardoor ze niet goed kunnen kauwen en pijn hebben bij het eten. Wat zijn specifieke aandachtspunten en valkuilen voor implantologie bij ouderen? RA: Implanteren bij ouderen brengt geen extra problemen met zich mee. Risicofactoren zijn voor alle implantaatdragers roken en diabetes. Het faalpercentage bij jongeren en bij ouderen is min of meer hetzelfde. Voorheen vormde een geslonken kaak soms een be- lemmering, maar tegenwoordig bestaan er zelfs implantaten van slechts 6 mm lang. Voorwaarden om aan een behandeling bij ie- mand op leeftijd te beginnen zijn wel dat iemand niet te zwak is om de behandeling te ondergaan en er een goede mondhygiëne op na houdt. Ook moet de patiënt na de behandeling regelmatig op con- trole komen, ter controle van het implantaat en de suprastructuur. FN: Sommige ouderen vinden het eng om aan een behandeling te beginnen. Maar als ze een- maal een klikprothese hebben, of van hun partiële prothese bevrijd zijn, begrijpen ze vaak niet dat ze er niet eerder aan begonnen zijn. Ze kunnen met een klikprothe- se weer volledig aan het sociale leven deelnemen. Heeft de uitneembare prothese nog toekomst of zou elke patiënt een klikprothese moeten krijgen? RA: Er zullen altijd patiënten blijven die voor een uitneembare prothese kiezen. Dat kan zijn om- dat dat goedkoper is, of omdat ze geen zin hebben in een uitgebreid implantaattraject. Soms hebben mensen al tientallen jaar proble- men met hun gebit en hebben ze toch geen behoefte aan allerlei tandheelkundige behandelingen in hun mond. De vergrijzing, in combinatie met een steeds groter percentage ouderen dat de eigen dentitie behoudt, zorgt voor een sterke groei van de mondzorgkosten. Hoe kunnen deze beperkt worden? FN: Het sleutelwoord is preven- tie. Preventie hoeft niet kost- baar te zijn, maar vraagt wel tijd en mankracht. Een tandarts hoeft de uitvoering van preven- tie maatregelen niet zelf uit te voeren, maar kan die taak aan zijn medewerkers delegeren. De mondhygiënist(e) speelt hier na- tuurlijk een cruciale rol in. RA: In mijn praktijk werken, naast vijf mondhygiënistes, drie preventieassistentes. Elke woens- dagmiddag hebben we een speci- aal preventieblok voor kinderen. De preventieassistentes geven de kinderen poetsles en fluoride- behandelingen. Zij betrekken daarbij, heel belangrijk, ook de ouders van het kind. Wat zou er moeten veranderen in de organisatie van mondzorg voor ouderen? RA: De student tandheelkunde moet er tijdens de opleiding meer van bewust worden gemaakt dat een grote groep ouderen in de sa- menleving óók tandheelkundige, vaak behoorlijk gecompliceerde, zorg nodig heeft. Het zou goed zijn als tandartsen hun praktij- ken zo zouden inrichten dat ou- deren, vaak slecht ter been of rolstoelafhankelijk, gemakkelijk tandheelkundige zorg kunnen krijgen. Dit zal voor veel prak- tijken betekenen dat er aanpas- singen gedaan moeten worden. Als die onmogelijk blijken, zal de tandarts voor de patiënt een op- lossing moeten zoeken bij een collega die hem of haar wel kan behandelen. Het is niet sexy om in een verpleeghuis te werken > vervolg van pagina 4