Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

9Excerptdental tribune - netherlands editionjuni 2013 de mond en de lippen voordoen. Meestal betreft het een enigszins op een fibroom gelijkende, niet- pijnlijke, gesteelde, rode en week aanvoelende zwelling met een ul- cererend oppervlak. In principe wordt altijd tot excisie overge- gaan, omdat de diagnose ook dan pas met zekerheid kan worden gesteld op grond van het histopa- thologische beeld. Dit bestaat uit een weinig kenmerkend ontste- kingsbeeld met een sterke vaat- proliferatie. Na excisie treedt zel- den recidief op. 6.6 VASCULAIRE MALFORMATIES EN DAAROP GELIJKENDE AANDOENINGEN 6.6.1 Vasculaire malformaties Vasculaire malformaties van het mondslijmvlies van het (arterio) veneuze type presenteren zich in of rond de mond vrijwel altijd als een blauw of soms rood door- schemerende zwelling. Wanneer sprake is van een arteriële com- ponent, kunnen de pulsaties bij palpatie goed worden gevoeld en is extra oplettendheid geboden. Bij lang bestaande veneuze vas- culaire malformaties kunnen ver- kalkingen optreden. Deze worden flebolieten (vaatsteentjes) ge- noemd en zijn soms röntgenolo- gisch zichtbaar. Wanneer de vaat- misvorming vooral lymfevaatjes betreft (lymfangioom) is de blau- we kleur afwezig en gaat het om multipele witgrijze zwellinkjes. Het is op klinische gronden niet altijd mogelijk om onderscheid te maken tussen een vaatmisvor- ming en een cysteuze zwelling van de weke delen, bijvoorbeeld een mucokèle of een cysteuze speekselkliertumor. Een belang- rijk diagnostisch hulpmiddel bij het vermoeden op een vasculaire afwijking is MRI-onderzoek of eventueel angiografie. Het me- rendeel van de vaatmisvormin- gen is veelal reeds vrij vroeg na de geboorte aanwezig. Een der- Afbeelding 46 Veneuze malformatie van de tong. Afbeelding 47 Flebolieten. Afbeelding 48 Lymfangioom. gelijke malformatie blijft meest- al levenslang bestaan en volgt de normale groei van het indi- vidu. De behandelingsmogelijk- heden zijn beperkt, bijvoorbeeld injectie met scleroserende vloei- stoffen, die tot verlittekening lei- den; soms wordt gebruikgemaakt van artificiële embolisatie van een arterieel vat. In uitzonderlij- ke gevallen moet bij een arterio- veneuze malformatie in verband met recidiverende, hardnekkige bloedingen wel eens tot chirurgi- sche verwijdering worden overge- gaan. Daarnaast zijn er de relatief zeldzame en hier niet nader te bespreken echte hemangiomen, die zich vrij snel na de geboorte kunnen manifesteren en geken- merkt worden door progressieve groei, gevolgd door soms pas vele jaren daarna optredende sponta- ne teruggang. 6.6.2 Flebectasieën Op oudere leeftijd komen op de lippen en in het mondslijmvlies vaak plaatselijke verwijdingen van kleine venen voor, ook wel flebectasieën genoemd. Deze kunnen op het wang- en lipslijm- vlies voorkomen, maar doen dat vooral op de randen en de onder- zijde van de tong. Flebectasieën duiden niet op afwijkingen van het hart, de longen of op hoge bloeddruk. Wanneer een patiënt aandringt op verwijdering, bij- voorbeeld bij lokalisatie op het lippenrood, is daar weinig op te- gen en behoeft niet voor recidief te worden gevreesd. 6.6.3 Bloedblaar Een aparte categorie zwelingen is de bloedblaar. Er is niet be- kend hoe vaak bloedblaren in de mond voorkomen. Bloedbla- ren komen vooral voor bij oudere mensen. Als mogelijke oorzaak wordt gedacht aan traumatische beschadiging van een plaatselijk verzwakte wand van een bloed- vaatje. Bloedblaren komen vooral voor op de overgang van het harde naar het zachte gehemelte, maar ze kunnen ook voorkomen op het wangslijmvlies en de tongranden. Een bloedblaar gaat meestal bin- nen enkele uren stuk en het ont- stane ulcus geneest vervolgens spontaan binnen één tot twee we- ken. Bij sommige mensen komen bloedblaren met enige regelmaat voor, soms op dezelfde plaats, maar ook wel eens op andere plaatsen in de mond. Er is helaas geen mogelijkheid om dit te voorkomen. 6.6.4 Kaposi-sarcoom Het Kaposi-sarcoom komt vrijwel uitsluitend voor bij ernstige im- muundeficiënties, in het bijzon- der bij patiënten die hiv-positief zijn. De laesies van de huid en het mondslijmvlies zien er in het beginstadium uit als bruinrode vlekken en in een later stadium als knobbeltjes van enkele milli- meters tot centimeters groot. Bij een nog niet met de diagnose ‘aids’ bekende patiënt is een bi- opsie vereist om de diagnose te kunnen stellen. Wanneer het om een solitaire laesie gaat, kan deze chirurgisch worden verwijderd. In andere ge- vallen wordt gebruikgemaakt van bestraling of (intralaesionale) chemotherapie. ■ Afbeelding 49 Bloedblaar. Afbeelding 50 Flebectasie. Afbeelding 51 Kaposi-sarcoom.