Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

7Interviewdental tribune - netherlands editionjuni 2013 ImplantDirect Ook interesse, waarom wachten? Registreer online nu! Simply Smarter Symposium “Tips & Tricks die u direct in uw praktijk kunt toepassen“ 13 september 2013, Hotel Houten Deelnameprijs: €275,- excl. BTW Reserveer vóór 13 juni en profiteer van €30,- korting www.implantdirect.nu/triples2013 Dr. P. Peña “Managing the aesthetic area: From extraction to implant restorations, a challenging journey“ Innovation Quality Service Value Drs. J.W. Vaartjes “Tips & Tricks voor voorspelbare Implantologie“ Dr. P. Fairbairn “The use of alloplastic graft material in Bone regeneration“ Wat kan de mondzorg- professional de patiënt adviseren om mondkanker te voorkomen? Hij kan de patiënt erop wijzen niet te veel te drinken en te ro- ken. Tien jaar geleden waren er veel antirookcampagnes, maar de laatste tijd niet meer. Dat is jammer. Tandartsen hebben niet altijd tijd en zin om patiën- ten erop te wijzen dat hun rook- gedrag slecht voor hun gezond- heid is. Soms zeggen patiënten: waar bemoei je je mee? Of ze bar- sten in huilen uit en zeggen dat roken het enige is dat hen nog op de been houdt. Maar bij een paar procent van de rokers kan een opmerking van de tandarts of de mondhygiënist net het laatste zetje zijn om te stoppen. Het valt te proberen. Mijn ervaring is dat mond- hygiënisten en preventieassis- tenten meer tijd besteden aan voorlichting om mondziekten te voorkomen. Dat is misschien ook meer iets voor hen. Zij voelen zich enorm verantwoordelijk voor de mond. Waarschijnlijk krij- gen ze dat mee in de opleiding. Bij nascholingscursussen vragen mondhygiënisten mij vaak het naadje van de kous. Mondkanker is een relatief onbekende ziekte. Zou er een voorlichtingscampagne over moeten komen? Mondkanker veroorzaakt door- gaans in het beginstadium wei- nig of geen pijn en is bij het gro- te publiek nauwelijks bekend. Daarom wordt deze aandoening vaak in een laat stadium ontdekt. De overheid en de kankervereni- gingen willen echter geen apar- te campagnes voor mondkanker, omdat de voorlichting volgens hen al wordt meegenomen in de cam- pagnes over longkanker. Long- kanker komt in Nederland onge- veer bij 10.000 nieuwe patiënten per jaar voor, mondkanker bij on- geveer 700. Wat ik opmerkelijk vind is dat voor baarmoederhals- kanker, dat ook bij 700 nieuwe patiënten per jaar voorkomt, in verhouding veel meer aandacht is dan voor mondkanker. In buitenlandse onderzoeken is weleens gesuggereerd dat mond- kanker eerder ontdekt kan wor- den als mensen zelf hun mond op regelmatige basis onderzoeken. Dat blijkt toch niet zo te zijn. Het is moeilijk om alle plaatsen in je mond goed te bekijken: je hebt geen goed licht en bovendien zie je van alles waarvan je als leek niet weet wat het is. Dat maakt mensen ongerust, wat een enor- me druk op de gezondheidszorg oplevert door allerlei onderzoek dat meestal voor niets wordt ge- daan. Dat is de oplossing niet. De tandarts en de mondhygiënist kunnen de mondinspectie het best uitvoeren. Er verschijnen de laatste tijd veel onderzoeken over mondkanker: groene thee drinken zou ertegen beschermen, snel roken na het opstaan zou het risico verhogen. Waarom staat mondkanker zo in de belangstelling? Dat begrijp ik ook niet. Je zou deze mate van belangstelling ver- wachten als een filmster of een bekende politicus eraan lijdt. Vaak wordt gezegd dat de preva- lentie van mondkanker de laat- ste jaren sterk is toegenomen. Volgens de Nederlandse kanker- registratie neemt de prevalentie inderdaad iets toe, maar zeker niet dramatisch. Kanker komt, doordat mensen ouder worden en blijven roken en soms bovenma- tig drinken, überhaupt steeds va- ker voor. Uit een promotieonder- zoek van Manon Weijers bleek dat het aantal vrouwen met mond- kanker in de periode 2000-2004 ten opzichte van de prevalentie bij mannen is toegenomen ten op- zichte van 1980-1984. Dat komt vrijwel zeker doordat vrouwen nu meer drinken en roken. Vroeger was mondkanker een echte man- nenziekte, net als longkanker. Mondkanker komt nog steeds vaker voor bij mannen, maar het verschil is niet meer zo groot. De vijfjaarsoverlevingskans van mondkanker is niet veel beter dan veertig jaar geleden. Waarom is er zo weinig progressie geboekt? We komen steeds meer te weten over mondkanker, maar door- gaans melden mensen zich he- laas nog steeds pas als de ziekte al vergevorderd is. De vijfjaars- overlevingskans is 55-60%. De diagnose moet in een eerder sta- dium gesteld worden. Pas dan worden de overlevingskansen veel beter. Mondkanker is geen mannenziekte meer > vervolg van pagina 5 Als je aan de hand van het weef- sel van een witte plek kunt voor- spellen of er kanker uit zal ont- staan, weet je of de patiënt wel of niet behandeld moet worden. Dat is nog niet gelukt, maar daar zijn we naarstig naar op zoek. Ik vind het een uitdaging uit te pluizen welke mondziekten er kunnen ontstaan uit een leukoplakie. Hoe verloopt de samen- werking tussen tandartsen, huisartsen, mondhygiënisten en medisch specialisten bij de diagnostisering en behandeling van mondziekten? Over het algemeen goed, maar voor de patiënt is de taakverde- ling tussen huisartsen en tand- artsen niet altijd duidelijk. Een huisarts heeft nauwelijks onder- wijs over de mond gehad, maar patiënten komen vaak wel bij hem met mondaandoeningen. De huisarts raad ik aan mensen met mondziekten door te ver- wijzen naar de tandarts of kaak- chirurg. Natuurlijk kan het ook geen kwaad als huisartsen zelf meer over mondziekten te weten komen. Ik heb een paar jaar gele- den een cursus over mondziekten georganiseerd voor huisartsen en die was erg populair. Maar in één avond kun je natuurlijk niet hele- maal bijgespijkerd worden. U bent nog aardig fanatiek voor een pensioengerechtigde. Eigenlijk had ik vijf jaar geleden al moeten stoppen. Ik beschouw het als een voorrecht dat ik nog kan en mag doorwerken. Zo lang ik kan, ga ik door. Ik werk al sinds 1969 bij het VUmc. Ik heb verschillende malen meegemaakt dat iemand net als ik erg geïnte- resseerd was in de combinatie orale pathologie en kaakchirur- gie. Uiteindelijk zijn die collega’s toch een andere richting opge- gaan. Wel is er een opvolger be- noemd voor het pathologiedeel. Dat bijna niemand zich op mijn gebied, de combinatie van kli- niek en pathologie begeeft, komt ook doordat het wettelijk gezien niet erkend is. Ik heb het vak ge- leerd door veel tijd op de afde- ling Pathologie, door te brengen, ook in het buitenland. Ik dicteer mijn eigen pathologieverslagen en onderteken die. Daarnaast ben ik altijd klinisch werkzaam geweest. Dat wordt over het al- gemeen geaccepteerd, maar wet- telijk gezien kan het nauwelijks meer. Denk daarbij aan de bepa- lingen voor registratie en herre- gistratie. In het UMCG is ruime exper- tise in Oral Medicine. Dat vakge- bied komt in de richting van wat ik in Amsterdam doe, maar dan zonder het specifieke pathologie- deel. Oral medicine-specialisten houden zich bezig met mond- ziekten, waaronder het opspo- ren van mondkanker, en kun- nen vaak ook biopten nemen voor weefselonderzoek. In Nederland is onder tandartsen weinig be- langstelling voor dit onderdeel van de tandheelkunde, in tegen- stelling tot landen als Spanje, Portugal en Italië. In het verleden heb ik tevergeefs geprobeerd een gedifferentieerde opleiding voor tandartsen op dit gebied te cre- eren. Misschien dat iemand an- ders het nog eens lukt. ■