Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

DENTAL TRIBUNE The World's Dental Newspaper - Netherlands Edition jaargang 3 | nummer 5juni 2013 www.dental-tribune.nl Focus op mondziekten Interview met prof. dr. Isaäc van der Waal Pagina 5-7 “Extractie ook in ruimte uiterste redmiddel” Interview met NASA- tandarts Pagina 13-14 Quality Practice Nieuw nascholings- programma voor assistenten Pagina 18 Gemengde geluiden over taakherschikking in mondzorg TEKST: BEN ADRIAANSE De Nederlandse mondzorg staat de komende decennia voor een flinke opgave. Door de vergrijzing en het dalende aantal patiënten met volledi- ge prothesen zal de zorgvraag steeds verder toenemen, waar- door een tekort aan mondzorg- personeel dreigt. Niet voor niets hebben de afgelopen tien jaar diverse commissies zich gebogen over het ontwerpen van een toekomstbestendige mondzorg, waarbij een ver- regaande taakherschikking werd geadviseerd. Hoe is anno 2013 de stand van zaken? Is de taakherschikking zich in hoog tempo aan het voltrekken, of blijft het vooralsnog bij mooie voornemens? Dental Tribune ging op onderzoek uit en sprak met enkele hoofdrolspelers. Tot een jaar of veertig geleden was de situatie in de Nederland- se mondzorg overzichtelijk. De tandarts stond aan het hoofd van een solopraktijk en had hooguit een assistente in dienst. Om wel- ke behandeling het ook ging, het was de tandarts zelf die aan de stoel stond. Met de entree van de mond- hygiënist veranderde dat beeld, maar niet ingrijpend. De nieuwe beroepsbeoefenaar nam welis- waar enkele taken van de tand- arts over, maar stond voor al die taken onder toezicht van de tand- arts. Daarmee bleef de volle ver- antwoordelijkheid voor en re- gie van de mondzorg bij dezelfde partij liggen. Sindsdien is de positie van de mondhygiënist geleidelijk ver- sterkt: eerst werkend onder toe- zicht, toen handelend via een doorverwijzing en uiteindelijk rechtstreeks toegankelijk voor de patiënt. Mede door de adviezen van de diverse commissies die zich sinds 2000 over de mond- zorg bogen, bleef het daar niet bij: er werd een taakherschikking in gang gezet waarbij de mondhygi- enist steeds meer behandelingen overnam van de tandarts, hoe- wel de laatste formeel opdracht moet geven voor het uitvoeren van ‘voorbehouden handelingen’. Bovendien was er ruimte voor nog een nieuwe behandelaar: de preventieassistent (zie kader op pagina 15). Tegenwoordig voeren veel mondhygiënisten het Periodiek Mondonderzoek (PMO) uit en is het hen – tot weerzin van sommi- ge tandartsen – ook toegestaan primaire cariës te boren en res- taureren. > lees verder op pagina 15 Granuloma pyogenicum, een excessieve weefselreactie op een weefselbeschadiging. (foto: AccreDidact) “Mondkankerpatiënten vragen vaak te laat om hulp” VAN DE REDACTIE UTRECHT – Tijdens het mondon- derzoek komt de mondzorgpro- fessional een veelheid aan pro- blemen en symptomen tegen. Natuurlijk is daarbij de mees- te aandacht voor afwijkingen in het gebit, maar ook het signale- ren van mondziekten is van be- lang. Temeer daar het bij diver- se mondaandoeningen cruciaal is dat de diagnose tijdig gesteld wordt. Veel algemeen practici hebben onvoldoende kennis van (bepaal- de) mondaandoeningen om deze goed te kunnen diagnosticeren. Dat is begrijpelijk, vertelt prof. dr. Isaäc van der Waal in een in- terview met Dental Tribune. “Na- tuurlijk komen mondziekten in de tandartsopleiding zowel the- oretisch als praktisch aan bod, maar ze één of enkele keren zien is niet genoeg om ze in de prak- tijk altijd te kunnen herkennen,” aldus de hoogleraar orale patho- logie. Van der Waal vindt het be- langrijk dat mondzorgprofes- sionals hun kennis op dit vlak blijven opfrissen en zij zich be- wust zijn van hun verantwoorde- lijkheid voor de gezondheid van de hele mond. Daarom pleit hij voor de introductie van de bena- ming ‘tand- en mondarts’. Doorgaans zijn tandartsen erg gefocust op het gebit, constateert Van der Waal. Hierdoor lopen zij het risico andere zaken over het hoofd te zien. “In het standaard periodiek mondonderzoek zou ook gecontroleerd moeten wor- den op afwijkingen aan het gehe- melte, de tong, de mondbodem en de wangslijmvliezen,” vindt Van der Waal. Veel tijd hoeft dat niet te kosten: “in één minuut kom je al een heel eind.” Op die manier worden bijvoorbeeld orale ge- slachtsziekten, die nu regelmatig over het hoofd worden gezien, wellicht minder snel gemist. De hoogleraar vermoedt dat sommige tandartsen hun patiënt met mogelijke leukoplakie niet nodeloos ongerust willen maken door een verwijzing naar de kaak- chirurg. Liever een vroege en ach- teraf gezien misschien niet nood- zakelijke verwijzing, dan een te late verwijzing, stelt hij. Dit is bij mondkanker in het bijzonder het geval. Helaas is deze aandoening bij het grote publiek nauwelijks bekend. “Daarom vragen mond- kankerpatiënten vaak te laat om hulp.” In dit nummer vindt u verder een leerzaam fragment uit het door Van der Waal geschreven en recent verschenen programma Aandoeningen van het mondslijm- vlies bij nascholingsinstituut Ac- creDidact. Hierin kunt u lezen over de diagnose en behandeling van verschillende typen zwellin- gen. ■