Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition april 2013 Memodent B.V. T +31 (0) 53 430 66 63 E info@memodent.nl I www.memodent.nl TRI® : Peak Performance at the right price Performance concept Het TRI® Dental Implant System is ontwikkeld om het leven van de behandelaar te vereenvoudigen en tegelijkertijd de prestaties te maximaliseren voor het bereiken van natuurlijke esthetiek. Het TRI® -Vent implantaat heeft 1 abutmentplatform voor de 3 implantaatdiameters. Door dit enkelvoudige prothetische platform en de unieke vormgeving van de implantaatbody is TRI® -Vent het slimste en meest compacte implantaatsysteem ter wereld. Belangrijke voordelen van het TRI® -VENT systeem: • Esthetisch voorspelbaar door het TRI® Soft Tissue Concept: altijd een ideaal emergence profile. • Eenvoudige prothetiek door 1 platform voor de 3 implantaatdiameters (3,75mm; 4,1mm; 4,7mm) • Waarschijnlijk de sterkste abutment/ implantaatverbinding door TRI® - Friction (zelfklemmende abutments, door 1° conische hex) SWISS-MADE innovatie: • Implantaat 3 125,- • Pakketprijs 3 155,- - Implantaat - Afdrukstift - Definitief abutment Prijzen excl. BTW Het programma stoelde op ken- nisvergroting, toegenomen zelf- zorgvaardigheden van de patiënt en de motivatie van de ouders. Recent onderzoek van Erik Ver- maire (TNO) in Den Bosch heeft uitgewezen dat een Nexø-bena- dering ook succesvol kan zijn in Nederland; hij hoopt daar 24 mei aanstaande op te promoveren. Wat adviseert u tandartsen bij jonge patiënten? Bij elk periodiek mondonderzoek moet een mondzorgprofessional kijken of er veranderingen in het gebit zijn. Is er bijvoorbeeld cari- esactiviteit, dan moet de mond- zorgprofessional nagaan hoe dat komt. Is het kind misschien meer gaan snoepen? Heeft het zijn pols gebroken en kon het daardoor een tijd niet goed poetsen? Er moet gericht doorgevraagd worden. Het Ivoren Kruis heeft het Ad- vies Cariëspreventie uitgebracht dat met de kleuren groen, geel, oranje en rood de zelfzorg van de patiënt in kaart brengt. Hiermee wordt de individuele preventie in het kader van de aanwezige cari- esactiviteit van de patiënt inzich- telijk. De preventieve behandeling van cariës werkt als basisfiloso- fie goed, maar vervolgens dient het effect van de behandeling wel goed opgevolgd en geëvalu- eerd te worden. Daar bestaan al- lerlei scoresystemen en schema’s voor – het International Caries Detection and Assessment Sys- tem (ICDAS), de Caries Assess- ment Tool (CAT), het Caries Ma- nagement By Risk Assessment (CAMBRA) – maar het probleem is dat die moeilijk toepasbaar zijn in Nederlandse praktijksoftware- pakketten en daarom nog weinig gebruikt worden. Want hoe leg je alles vast? Een notitie als ‘de fis- suur occlusaal in de 36 in de ga- ten houden’ werkt als je een een- manspraktijk en een sterk visueel geheugen hebt en je je patiënt re- gelmatig ziet. Maar bij een grote praktijk met taakdelegatie en om- vangrijke administratiepakketten is een eenvoudiger screenings- en registratie-instrument vereist. Het is belangrijk dat er eenvou- diger hulpmiddelen komen om beginnende laesies te monitoren. De afdelingen cariologie van de drie opleidingen tandheelkunde zijn samen met de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheel- kunde (NVvK) en de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënsten (NVM) bezig met de ontwikke- ling van een in de praktijk mak- kelijk toepasbaar cariësrisico-in- schattingsmodel. René Gruythuysen, tandarts- pedodontoloog, schreef recentelijk voor AccreDidact een nascholingsprogramma over NRC. Hij is voorstander van de methode, maar er zijn ook de nodige tegenstanders. Wat is er tegen NRC in te brengen? NRC is gebaseerd op het regelma- tig verstoren van de biofilm. Bij jonge en weinig coöperatieve kin- deren met grote carieuze laesies kan het proces worden vertraagd of gestopt, waarbij tijd gewonnen kan worden voor verbetering van mondzorggedrag en behandel- baarheid. De mondzorgprofes- sional maakt een carieuze laesie toegankelijk, bijvoorbeeld door te slicen, zodat deze met de tanden- borstel makkelijk gereinigd kan worden. Sommige tandartsen zeggen: door NRC wordt het kind onno- dig blootgesteld aan cariës. De ouders zijn verantwoordelijk, zij zorgen voor snoep en poetsen de tanden van het kind, dus het kind zal van NRC de dupe worden. Of ze vinden de methode een zwak- tebod van tandartsen die niet res- tauratief durven in te grijpen bij de kinderen: zij noemen het su- pervised neglect. Wat zijn valkuilen van NRC? De methode staat of valt bij een juiste indicatie. Zo mag het ge- bitselement geen (klinische) te- kenen van irreversibele pulpi- tis vertonen. Uiteraard gaat NRC verkeerd als de ouders niet goed worden geïnformeerd en de con- troles niet volgens strikte regels worden uitgevoerd. Ook luistert het slicen bij NRC heel nauw. Er moet meer horizontaal gesliced worden zonder cervicaal contact- verlies, zodat voedselimpactie wordt voorkomen en de cariëslae- sie makkelijk te reinigen is. Daar- bij hoeft dus niet alle carieuze dentine verwijderd te worden. Het belangrijkste is dat de tandenbor- stel de biofilm kan verstoren. Overigens is het idee achter NRC niet nieuw. Veel mondzorg- professionals zullen zeggen dat ze al jaren een soortgelijke me- thode toepasten. Ze legden bij- voorbeeld niet direct een vulling in een kindergebit, maar brachten fluoride aan en grepen pas in bij pijn. Het gaat natuurlijk om een bewuste keuze, juiste indicatie en verslaglegging van deze benade- ring. Bij welke kinderen kan NRC toegepast worden? In principe bij alle kinderen, mits de laesie niet te vergevorderd is en afhankelijk van de oorzaak. Als een kind laesies heeft en daar pijn van ondervindt, moet worden ingegrepen. Maar dat ingrijpen moet wel onderdeel zijn van een behandelstrategie om de cariës in de toekomst te voorkomen. An- ders zul je zien dat een kies waar- in je eerder een vulling hebt aan- gebracht, op een ander moment alsnog getrokken moet worden. Sommige tandartsen zeggen dat NRC alleen werkt bij gemoti- veerde ouders, maar daar ben ik het niet mee eens. Juist niet-ge- motiveerde ouders kun je laten zien waar en waarom de behan- deling niet goed gaat. Als ouders hun verantwoordelijkheid voor de mondgezondheid van het kind niet nemen, moet je als zorgver- lener kijken of en hoe je dat kunt verbeteren. Is er bijvoorbeeld een moment te vinden in het dag- ritme van de ouders en kinderen waarop het beste aandacht aan mondhygiëne besteed kan wor- den? Als blijkt dat de methode niet goed werkt, zal dat bij de controles aan bod komen en kan de mondzorgprofessional alsnog kiezen voor een andere aanpak. Wanneer zijn ART en de Hall-techniek een optie? Net als NRC zijn deze methoden gebaseerd op een weefselbespa- rende aanpak, maar NRC is als enige gericht op plaquebeheer- sing zonder restauratief ingrij- pen, wat bij ART en de Hall-tech- niek in zekere zin wel het geval is. Beide methoden worden on- derwezen aan tandheelkunde- studenten van het UMCG en ik weet zeker dat ze, hoewel soms gemodificeerd, ook al in de alge- mene praktijk worden toegepast. ART is een atraumatische in- greep waarbij door gebruik van handinstrumenten zo min mo- gelijk gezond weefsel wordt aan- getast. Met handinstrumenten wordt precies genoeg carieus dentine verwijderd om een vul- ling te kunnen plaatsen, zodat het overgebleven dentine zich min of meer kan herstellen. Bij de Hall-techniek wordt een roestvrijstalen kroon over de ca- riëslaesie geplaatst zonder het carieuze dentine te excaveren en zonder de melkmolaar te prepa- reren. De kroon blijft vervolgens zitten tot het kind gaat wisse- len. Een Hall-kroon kan niet wor- den geplaatst bij cariës waarbij de pulpa irreversibel betrokken is en pijnklachten geeft. Het idee ach- ter Hall is dat een goede afslui- ting van de carieuze laesie het ca- riësproces stopt. In het kader van preventie wordt vaak routinematig fissuurlak aangebracht. Hoe denkt u hierover? Vorig jaar is het Advies Preventie Fissuurcariës verschenen bij het Ivoren Kruis. Daarin valt te le- zen dat er geen wetenschappelij- > vervolg van pagina 4 Voeding is lang genegeerd bij cariëspreventie