Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition November 2012 Gereviseerde tandheelkundige apparatuur! Van behandelingsunit tot complete praktijkinrichting. Montage in heel Nederland! In onze show- rooms vindt u doorlopend meer dan 250 gebruikte behandelingsunits! Inclusief garantie! Advisering? Financiering? Leasing? Geen probleem! Wij staan met al onze kennis en deskundigheid tot uw beschikking! Wie hier niets vindt, heeft ook niets gezocht! www.rdvdental.de rdv Dental Donatusstr. 157b D-50259 Pulheim (Keulen) info@rdv-dental.de S+49(0)2234.40640 Passie voor perfectie TEKST: LAURA VAN DEE, BEN ADRIAANSE FOTO: CHARLES DUMAS Dr. Hubert Bruins is tandarts en gespecialiseerd in bijzondere tand- heelkunde. Sinds maart 2012 is hij directeur mondzorg bij de mond- zorgketen Ivory & Ivory, met hoofd- vestiging te Nieuwegein. In okto- ber 2012 richtte hij het Nederlands Instituut voor Mondgeneeskunde (NIMG) op. Eerder heeft hij jaren bij het UMCU gewerkt, eerst als zie- kenhuistandarts en later als Chef de Policlinique van de afdeling Bij- zondere Tandheelkunde. Hij is au- teur van het Medisch Tandheel- kundig Memo (2001 en 2003) en het Vademecum mondarts (2010). Dental Tribune sprak met Bruins over patiëntveiligheid, infectie- preventie en de veranderende rol van de tandarts. Tijdens het ge- sprek schoof Maaike Brouwer, advi- seur kwaliteit en beleid bij Ivory & Ivory, even aan. Bruins: "Er vallen jaarlijks tientallen doden door sub- optimaal handelen van tandartsen." Als het gaat over patiënt- veiligheid, denken veel mondzorgprofessionals direct aan infectiepreventie. Is dat onderdeel inderdaad zo cruciaal als de vele media- aandacht doet vermoeden? Hubert Bruins: Er is op dit mo- ment wel heel veel aandacht voor infectiepreventie. Helaas gaat dat ten koste van andere belangrijke aspecten van patiëntveiligheid. Ruim 25 jaar na het verschijnen van de eerste WIP-richtlijnen kun je moeilijk meer spreken van een noviteit. Dat de richtlijnen nu zo in de belangstelling staan, komt alleen doordat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) sinds een paar jaar controles uitvoert. Al afgestudeerd toen de hiv- infectie zijn intrede deed, was ik me begin jaren tachtig als één van de eersten bewust van het belang van infectiepreven- tie. Ik gebruikte wegwerphand- schoenen en omdat die destijds erg duur waren, gaf de inspecteur me de tip om ze uit te wassen om geld te besparen. Inmiddels is de commercie op de infectiepreven- tiemarkt gesprongen, maar toen was het moeilijk om producten als een disposable tip voor de meerfunctiespuit te verkrijgen. In de jaren tachtig werden patiënten met hiv behandeld als risicopati- enten voor wie extra hygiënische maatregelen getroffen moesten worden. Tegenwoordig beseffen we dat elke patiënt een risicopa- tiënt is en daar moeten we ook naar handelen. Inmiddels is de noodzaak van infectiepreventie wel duidelijk en is het belangrijk dat naar het bre- dere kader wordt gekeken. Pati- entveiligheid bestaat naast infec- tiepreventie ook uit onder andere kennis van medisch-tandheel- kundige interacties en niet on- nodig behandelen. Ook kun je bij patiëntveiligheid denken aan het indammen van het fenomeen antibioticaresistentie. Aan de ene kant is de mondzorg steeds meer bezig met infectiepreventie, aan de andere kant zijn we een kweekvijver van resistente micro- organismen. Antibiotica worden te vaak en te breed gebruikt vind ik, vaak zonder dat er een diagno- se aan vooraf is gegaan. Hoe bevordert u in uw praktijk de patiëntveiligheid? Ik stuur interne processen, bekijk met mijn team proactief status- sen van patiënten en controleer of de algehele gezondheidstoestand in zorgdossiers verwerkt is. Ook zorg ik voor nascholing, kennis- toetsen op ons kennisnet en dat er intern regelmatig casuïstiek wordt besproken. Voor huisartsen zijn er zo’n honderd standaarden in omloop die richtlijnen geven voor het handelen, binnen de mondzorg vooralsnog geen enkele. Voor Ivo- ry & Ivory ben ik begonnen met het ontwikkelen van Mondzorg- standaarden, zoals de standaard PMO Junior Mondzorg en de standaard Acuut onwel. De stan- daarden zijn checklisten die zor- gen voor patiëntveiligheid én voor kwaliteit, de andere pijler van zorg. Het maakt de zorg inzichte- lijk voor alle partijen, zorgverle- ners, overheid, zorgverzekeraars en ook voor patiënten. Voor deze laatste categorie gaat het NIMG speciale patiëntenversies van de standaarden uitgeven. In het meest recente rapport van de Gezondheidsraad staat stevig commentaar op de mond- zorg. Er wordt niet evidence- based gewerkt en er moet on- derzoek worden gedaan naar de doelmatigheid van handelingen. De oplossing hiervoor is mond- geneeskunde: de tandarts moet gebitsoverstijgend werken. De maatschappij vraagt daarom en als directeur mondzorg en op- richter van het NIMG kan ik tandartsen daarbij helpen. Ik maak de vertaalslag van weten- schap naar praktijk. Heeft ook de aanstelling van een ‘adviseur kwaliteit en beleid’ in de praktijk te maken met uw focus op patiëntveilig- heid? Maaike Brouwer: Mijn taak als adviseur is ervoor te zorgen dat de patiëntveiligheid en kwaliteit, met als belangrijk onderdeel in- fectiepreventie, in alle praktijken in orde zijn. Behalve dat er hygië- nisch gewerkt moet worden, dient bijvoorbeeld ook de röntgenappa- ratuur goed te functioneren. Ook organiseer ik de klachtenregeling en de incidentenregistratie. Het vervelende is dat je vaak denkt dat je alles op orde hebt, maar dat er in de praktijk toch veel misgaat. Praktijkblindheid noem ik dat. Ook bij ons was dat het geval. Alle praktijken beschik- ten over de juiste apparatuur, er was een hygiëne- en infectiepre- ventieprotocol opgesteld en ik gaf lezingen over infectiepreventie, maar toch werd in veel praktijken niet volgens de WIP-richtlijnen gewerkt. Hoewel ik de medewer- kers de protocollen mee naar huis gaf en regelmatig presentaties gaf over infectiepreventie, blijkt dat de boodschap moeilijk over te brengen is. Tijdens een bezoek zag ik bij- voorbeeld dat gebruikte instru- menten in een bak stonden, ter- wijl in onze protocollen staat dat die gelijk in de thermodesinfec- tor geplaatst moeten worden zo- dat het risico op prikincidenten minimaal is. Waarom deden de tandartsassistenten dat? Omdat ze het gevoel hadden dat het hy- giënischer was als de instrumen- ten nog even konden weken en ze de instrumenten kwijt moesten als de thermodesinfector al aan het draaien was. De oplossing was het aanpassen van de routing door een extra rek voor de thermodes- infector te kopen. Hoe is deze situatie te verbeteren? Voorafgaand aan de zoveelste presentatie over infectiepreven- tie heb ik een toets gemaakt met dertig vragen over de WIP-richt- lijnen. Die werd erbarmelijk slecht gemaakt. Een week later nam ik dezelfde toets af bij een groep tandartsen, met hetzelfde slechte resultaat. Deelnemers schrokken en beseften zich dat ze helemaal niet wisten wat er in de WIP- richtlijnen stond. Tandartsen die de toets niet haalden schaamden zich dood. De testresultaten waren voor ons de aanleiding om organisatie- breed iedereen te toetsen. Er zijn nu binnen Ivory & Ivory drie toet- sen in omloop, omdat veel mede- werkers niet slagen voor de eer- ste toets. Hoewel toetsen schools zijn, is gebleken dat ze wel wer- ken. Het personeel wil niet zak- ken en neemt verantwoordelijk- heid. Nu medewerkers de kennis over de WIP-richtlijnen beheer- sen, hebben ze ook minder moeite met de uitvoering. Als ik rondloop in een praktijk en naar een mond- kapje van een assistente wijs, be- grijpt ze gelijk wat ik bedoel. Is er in de opleiding genoeg aandacht voor de holistische interpretatie van tandheel- kunde? Hubert Bruins: De laatste jaren is er gelukkig steeds meer interesse voor medisch-tandheelkundige interacties. Bij de opleiding Tand- heelkunde in Nijmegen wordt de moderne tandarts bestempeld als ‘mondarts’, omdat hij niet alleen met het gebit bezig is, maar ook kennis moet hebben van medisch- tandheelkundige interacties. Er is echter binnen de beroepsgroep > lees verder op pagina 8 De tandarts moet gebitsoverstijgend werken “Tandartsen moeten zich als volwaardig arts gedragen” Interview met dr. Hubert Bruins, tandarts en specialist in patiëntveiligheid